Peter De Wilde (topman Toerisme Vlaanderen): ‘Wij zijn professionele positievelingen’

PETER DE WILDE "De Vlaamse Meesters hebben meer envergure gekregen dan we hadden verwacht." © K. VAN EXEL
Wim Ver Elst Redacteur bij Trends

De Vlaamse Meesters schieten niet op volle kracht uit de startblokken. Toch is Peter De Wilde, de topman van Toerisme Vlaanderen, ervan overtuigd dat de volgende tweeënhalf jaar 3 miljoen mensen in Vlaanderen naar Vlaamse kunst komen kijken.

“De tijd is voorbij dat je toeristen kon aantrekken door een folder boven te halen en te zeggen: alles is prachtig bij ons, kom allemaal maar kijken! Daar maak je het verschil niet meer mee”, zegt Peter De Wilde (49), de administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen.

Een van de troefkaarten waarmee Vlaanderen zich internationaal kan onderscheiden, heeft het toerismeagentschap van de Vlaamse overheid de voorbije vier jaar breeduit uitgespeeld: 100 Jaar Groote Oorlog, de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. “We hebben daar 25,9 miljoen euro in geïnvesteerd”, zegt De Wilde. “We hadden gemikt op 2 miljoen bezoekers over die vier jaar. We zitten nu al aan 2,3 miljoen.”

Toerisme Vlaanderen ontwikkelt niet waar geen internationale vraag naar is, en promoot niet wat niet kwalitatief is ontwikkeld

Vanaf juni tot 2020 speelt Toerisme Vlaanderen een andere troefkaart uit: Vlaamse kunst. De lat ligt hoger: in die tweeënhalf jaar wil het agentschap 3 miljoen bezoekers uit binnen- en buitenland lokken naar historische steden, musea, kerken en landschappen in Brussel en Vlaanderen. “In 2012 hebben we een kalender opgesteld voor na 100 Jaar Groote Oorlog, dat eind dit jaar afloopt”, vertelt De Wilde.

“In 2018 zou het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen na een jarenlange renovatie opnieuw opengaan. In 2019 is het 450 jaar geleden dat Pieter Bruegel de Oude overleed, en in 2020 zou de restauratie van het Lam Gods klaar zijn (volgens de jongste planning in 2024, nvdr). Zo konden we na elkaar een Rubensjaar, een Bruegeljaar en een Van Eyckjaar organiseren, en was er meteen continuïteit na 100 Jaar Groote Oorlog.”

Tot nu heeft Toerisme Vlaanderen 26,2 miljoen euro geïnvesteerd in vijftien projecten van de Vlaamse Meesters, waaronder het Rubensjaar. Dat gaat op 1 juni in Antwerpen van start onder de noemer ‘Antwerpen Barok 2018. Rubens inspireert’.

MICHAELINA WAUTIER
MICHAELINA WAUTIER “Vlaamse meesters zitten in het DNA van onze bestemming.”© Particuliere verzameling

Het festival kreeg onderweg te maken met enkele tegenvallers (zie kader). De verbouwing van het museum in Antwerpen liep vertraging op, tot in februari bleek dat zelfs eind 2019 niet meer haalbaar was.

“Dat heeft ons doen nadenken”, bekent De Wilde. “Het museum heropent misschien pas na 2020. Natuurlijk zullen we dan nog de Vlaamse meesters promoten. Die zitten in het DNA van onze bestemming. Maar aan de touroperators in het buitenland hebben we wel een aanbod voorgespiegeld. Als daar wijzigingen in optreden, zet je voor een stuk je geloofwaardigheid op het spel.”

“Daartegenover staat dat de Vlaamse Meesters meer envergure hebben gekregen dan we hadden verwacht. Bij de opstart werd afwachtend gereageerd, maar later zijn heel wat culturele instellingen op de kar gesprongen. Het aanbod aan evenementen is dus groter. En het vaste aanbod in Antwerpen is alleen al heel sterk. Je vindt Rubens overal in die stad.”

Toerisme Vlaanderen heeft voor de Vlaamse Meesters geïnvesteerd in culturele infrastructuur en tentoonstellingen. Hoe hebt u die projecten geselecteerd?

PETER DE WILDE. “Ons motto is: wij ontwikkelen niet waar geen internationale vraag naar is, en wij promoten niet wat niet kwalitatief is ontwikkeld. Als we geld ter beschikking stellen voor infrastructuur, doen we dat bijvoorbeeld om het bezoekersonthaal in een museum te verbeteren. Daarnaast investeren we in evenementen. Wij zijn geen tentoonstellingsmakers. Culturele instellingen stellen projecten voor, en als we denken dat die een buitenlands publiek kunnen bekoren, financieren we die mee. Maar als je geld steekt in infrastructuur en daar ook evenementen aan koppelt, loop je het risico dat een project vertraging oploopt. Zoals we nu meemaken.”

We willen de bezoekers leren dat in Vlaanderen ook buiten de platgetreden paden dingen te beleven zijn

De toerist die op de Grote Markt in Brussel snel een selfie maakt en dan weer op de autobus stapt, behoort niet tot uw doelpubliek?

DE WILDE. “Absoluut niet. Ons doelpubliek is de culturele-meerwaardezoeker: de verblijfstoerist voor wie cultuurbeleving doorslaggevend is voor de keuze van zijn bestemming. ‘Cultuur’ zien we breed: daar valt ook gastronomie of fietsen onder. 53 procent van alle mensen die internationaal reizen, zijn culturele-meerwaardezoekers. De helft daarvan zijn kunst- en erfgoedkunstliefhebbers. Dat is een gigantische groep. Wat wij hun aanbieden, noemen wij toerisme met een plus: toerisme dat een verrijkende ervaring biedt en dieper gaat dan het recreatieve – al is er niets mis met dat recreatieve.”

Zijn de Vlaamse meesters in het buitenland wel bekend genoeg om mensen naar Vlaanderen te lokken?

DE WILDE. “Daar hebben we uitgebreid onderzoek naar gedaan op de markten waar we al geruime tijd actief zijn: Europa, Rusland, Azië en Noord-Amerika. Hoe dichter bij huis, hoe bekender de Vlaamse meesters zijn. Italianen zijn vertrouwd met de Fiamminghi en Spanjaarden met de Flamencos. Maar in andere landen is dat begrip onbekend. In de ranking die The Art Newspaper heeft opgemaakt van de best bezochte tentoonstellingen, staat slechts één Vlaamse meester: Bruegel.

ADRIAEN BROUWER
ADRIAEN BROUWER “Ook plekken zoals Oudenaarde zullen op termijn toeristisch hun mannetje kunnen staan.”© Städel Museum – ARTOTHEK

“Maar mensen die geïnteresseerd zijn in kunst, cultuur en erfgoed, vind je overal ter wereld. De kans is groot dat zij Bruegel, Rubens en Van Eyck wel kennen. Die passiegroepen willen we bereiken. Dat vergt een andere aanpak, want grenzen zijn dan niet belangrijk meer. Zo is gebleken dat er in Zuid-Korea een snel groeiende middenklasse is die geïnteresseerd is in reizen en die past in de doelgroep van de culturele-meerwaardezoekers. Vroeger zouden we hebben gezegd: we zijn op die markt niet actief, we doen daar dus niets. Nu spelen we in op die kans.”

De Vlaamse overheid gaf een subsidie van 150.000 euro aan de grote tentoonstelling over Pieter Bruegel de Oude, die in oktober opent in het Kunsthistorisches Museum in Wenen. Toerisme Vlaanderen voert samen met dat museum een promotiecampagne rond de Vlaamse Meesters. U werkt ook samen met andere buitenlandse musea. Waarom?

DE WILDE. “In het begin vonden onze culturele partners in Vlaanderen dat vreemd. Ze zeiden: je moet bezoekers naar ónze instellingen trekken. Natuurlijk werken wij voor hen, maar wij denken verder. Er zijn over de hele wereld musea met een ijzersterke reputatie waar werken van Vlaamse Meesters tot de belangrijkste attracties behoren. Het Kunsthistorisches Museum is er daar een van. In Vlaanderen kunnen wij zo’n prestigieuze tentoonstelling nooit organiseren, want dat museum heeft alleen al twaalf Bruegels, die niet mogen reizen. Aan die bezoekers – en dat zijn ook culturele-meerwaardezoekers – zeggen we daarom: je hebt die werken van Bruegel nu gezien, maar als je wilt weten waar hij zijn inspiratie vandaan heeft gehaald, dan moet je naar Vlaanderen komen.

Toerisme Vlaanderen gaat niet tot elke prijs voor almaar méér bezoekers, méér overnachtingen en méér omzet

“Zo werken we bijvoorbeeld ook samen met het Prado in Madrid en de Hermitage in Sint-Petersburg, maar evengoed met kleine instellingen. Aan die musea zijn bovendien vrienden- en mecenaatsverenigingen verbonden, die eigen reisprogramma’s en een gigantisch netwerk hebben. In die gremia willen wij binnen geraken.”

DE WILDE. “Wij verwachten dat het museum in 2019 sterk zal inzetten op Bruegel en dat het dan een belangrijkere rol zal opnemen dan het tot nu heeft gedaan. En natuurlijk kan het een structurele partner worden. Ik twijfel niet aan het potentieel van die instelling, die zulke ongemeen rijke collecties heeft. Het is doodjammer dat op de diverse politieke niveaus niet meer wilskracht is om dat museum – en de andere federale wetenschappelijke instellingen – veel meer te valoriseren. Het blokkeert telkens weer op structuren en ego’s.”

Onder de noemer Vlaamse Meesters investeert u ook in projecten die losstaan van de drie themajaren – soms buiten de grote kunststeden. Zo trekt u 476.000 euro uit voor een tentoonstelling over Adriaen Brouwer, een tijdgenoot van Rubens. Die expo opent in september in het MOU in Oudenaarde. Zo’n prestigieuze tentoonstelling zou in Antwerpen toch meer buitenlandse bezoekers trekken?

DE WILDE. “Het behoort tot de strategie van Toerisme Vlaanderen de diversiteit van onze bestemmingen in de etalage te zetten. Natuurlijk is het een illusie te denken dat mensen die daarvoor nog nooit van Vlaanderen hadden gehoord, meteen de kleine steden gaan opzoeken. Die willen eerst de klassieke bestemmingen zien. Daar is niets fout mee. Maar je moet verder kijken. Toerisme is in Brussel en Vlaanderen goed voor 250.000 banen. Die mensen werken niet alleen in de grote steden. Het spreiden van de aandacht voor onze bestemmingen kan ook veel lokale gemeenschappen ten goede komen.

“We willen de bezoekers leren dat in Vlaanderen ook buiten de platgetreden paden dingen te beleven zijn. Daar is vraag naar, er is een publiek dat precies dat soort bestemmingen zoekt. Buitenlandse toeristen beginnen die ook geleidelijk te ontdekken. In Leuven lukt dat duidelijk, en ik ben ervan overtuigd dat ook plekken zoals Oudenaarde en de Scheldevallei op termijn hun mannetje kunnen staan. De Wereldtoerismeorganisatie verwacht dat het aantal internationale reizigers toeneemt van 1 miljard vandaag tot 1,8 miljard in 2030. Maak je de extrapolatie naar Vlaanderen, dan gaan wij meer moeten uitspelen dan alleen de grote kunststeden.”

Het culturele toerisme kan dus nog groeien in Vlaanderen?

DE WILDE. “Absoluut, en ook in de grote kunststeden is nog groei mogelijk. Nergens in Vlaanderen zijn er toestanden zoals in Venetië, dat elk jaar wordt overspoeld door 30 miljoen toeristen. In Antwerpen bijvoorbeeld is de verhouding tussen de oppervlakte, het aantal mensen dat er woont en het aantal buitenlandse bezoekers nog heel gunstig. We hebben een onderzoek gedaan naar de steun van de bevolking voor het toerisme. De mensen staan daar in alle steden nog extreem positief tegenover.

“Maar Toerisme Vlaanderen gaat niet tot elke prijs voor almaar méér bezoekers, méér overnachtingen en méér omzet. Als je alleen naar de cijfers kijkt, ondergraaf je je fond de commerce: de authentieke beleving. Enkele jaren geleden kon je aan de Menenpoort in Ieper bijvoorbeeld nog de Last Post meemaken met enkele honderden mensen. Dat kon nog een ingetogen moment zijn. Nu staat daar soms een paar duizend mensen. Voor sommigen is die ceremonie het zoveelste dat ze afvinken op hun bucketlist. Dat kan de beleving voor de andere bezoekers bederven. Wij zetten in op kwaliteit. De vraag is: hoe meet je dan succes? Daar worstelen alle toeristische organisaties mee.”

De renovatie van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten is niet het enige project van Antwerpen Barok 2018 dat vertraging heeft opgelopen. U investeert samen met de stad Antwerpen 6 miljoen euro in het Rubens Experience Center, een interactief bezoekerscentrum vlak bij het Rubenshuis. Dat gaat pas open in 2020. Hoe erg is dat?

DE WILDE. “Natuurlijk had ik graag gezien dat het zijn rol dit jaar al kon opnemen. Er is een lang consultatieproces aan voorafgegaan. Iedereen wilde zijn zeg hebben over dat project, want het gaat over het Rubenshuis. Voor de architecten is het een prestigieuze opdracht (Robbrecht en Daem, nvdr). Ik hoop dat alle moeilijkheden nu van de baan zijn. Maar het belangrijkste is dat het centrum er komt.”

In het Rubenshuis is de restauratie van de portiek – het enige architecturale ontwerp van Rubens dat is uitgevoerd – ook nog niet afgewerkt.

DE WILDE. “Dat is nog zoiets. Maar daar wordt van de nood een deugd gemaakt: de bezoekers kunnen op de stellingen naar de restauratie gaan kijken. Je zult die portiek nooit van zo dichtbij kunnen zien als nu. En je hebt een reden om later nog eens terug te komen, want je wilt die misschien ook zien als de restauratie klaar is ( lacht). Je merkt het, wij zijn professionele positievelingen.”

Bent u ook optimistisch dat u het beoogde aantal bezoekers gaat halen voor het barokjaar?

DE WILDE. “Voor Antwerpen Barok 2018 mikken we op 585.000 bezoekers, uit binnen- en buitenland. Dat streefdoel van 3 miljoen voor de drie themajaren, dat gaat lukken. Ik moet hier natuurlijk vertrouwen uitstralen ( lacht).”

Festival zonder blockbuster

Toerisme Vlaanderen investeerde 5,8 miljoen euro in Antwerpen Barok 2018. Een tentoonstelling waar Pieter Paul Rubens centraal staat, zit niet in het aanbod. Het Rubenshuis ontvangt enkele nieuwe langdurige bruiklenen. In het M HKA confronteert curator Luc Tuymans barokschilderijen met hedendaagse kunst, en het MAS toont werk van Michaelina Wautier, een zeventiende-eeuwse kunstenares die werd geboren in Bergen en werkte in Brussel. Dat zijn knappe tentoonstellingen, maar potentiële blockbusters kun je ze toch niet noemen.


De grote trekpleister van het festival had de Sint-Augustinuskerk moeten worden. De altaarstukken die Pieter Paul Rubens, Antoon van Dyck en Jacob Jordaens in 1628 voor die locatie hebben gemaakt – en die nu behoren tot de verzameling van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten – zouden daar op hun oorspronkelijke plek terugkeren, om er permanent te blijven hangen. Dat plan stuitte al snel op praktische hindernissen. “Antwerpen heeft daar geen blockbuster willen organiseren. Die beslissing moeten we respecteren. Maar persoonlijk betreur ik dat”, zegt De Wilde.


Was het tentoonstellingsprogramma niet sterker geweest als er een curator was aangesteld, om een duidelijke artistieke lijn uit te zetten? “Dat weet ik niet”, antwoordt De Wilde. “Je hebt van die curatoren die heel veel knutselen onder de motorkap, maar een auto bouwen waar niemand in wil stappen. We zijn geëindigd met een programma dat consistent is. Ik denk dat Antwerpen zijn werk goed heeft gedaan.”


Behalve uit tentoonstellingen bestaat het programma van Antwerpen Barok 2018 onder meer uit theatervoorstellingen, concerten, lezingen, wandelingen, een eetfestijn en een stadsbal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content