Het ondernemersverhaal van de Gentse redders van cinema Sphinx
Bruno Lowagie en Ingeborg Willaert hebben de bekende Gentse stadscinema Sphinx gered. Dat dreigde te moeten stoppen omdat het gebouw van de cinema te koop stond. Lowagie en Willaert hebben het gebouw gekocht. Het koppel is niet bekend bij het grote publiek, maar de filmliefhebbers bouwden eerst een succesvol softwarebedrijf uit. Trends interviewde Bruno Lowagie anderhalf jaar geleden naar aanleiding van zijn boek ‘Gebeten’ en dit is nu gratis te lezen.
Dit artikel verscheen eind mei 2020 in Trends
Bruno Lowagie bouwde samen met zijn vrouw Ingeborg Willaert met iText een snelgroeiend en heel rendabel softwarebedrijf. Een vroege verkoop aan het Zuid-Koreaanse Hancom leidde tot een volledige breuk. “Ik was graag nog betrokken gebleven, maar aan de andere kant is het nu een volledig afgesloten hoofdstuk”, zegt Lowagie, die zijn verhaal neerschreef in het boekGebeten.
Bruno Lowagie laat aan het einde van het gesprek vallen dat het voelt alsof hij al tien levens geleefd heeft. Lowagie is de geestelijke vader van iText. Dat is software om pdf’s te genereren en te bewerken. Wellicht zonder dat ze het beseffen, komen veel Belgen voortdurend in aanraking met zijn werk, want veel elektronische documenten, zoals facturen, worden met de software van iText gemaakt.
Samen met zijn vrouw Ingeborg Willaert richtte hij in 2008 een bedrijf op om iText te commercialiseren. De opstart werd extra zwaar, toen bij hun oudste zoon kanker werd vastgesteld. Hij moest onder meer achttien chemobehandelingen ondergaan. Toch ontwikkelde iText zich op eigen kracht tot een van de snelst groeiende Belgische softwarebedrijven van de afgelopen jaren. Tegelijk bleef het winst maken, en dat is zeldzaam. In 2015 verkocht het echtpaar de meerderheid van de aandelen aan het Zuid-Koreaanse Hancom. De overname ontaardde in 2019 in een juridisch conflict. Lowagie liet zich begin dit jaar volledig uitkopen. iText, dat nog altijd is gevestigd in Gent, wordt nu gecontroleerd door drie fondsen die verbonden zijn aan Peter Thiel. Hij maakte naam en faam met heel vroege investeringen in Paypal en Facebook.
‘Ik heb het verschil met de Zuid-Koreaanse bedrijfscultuur onderschat.’
Lowagie heeft ondertussen een volledig andere carrière. Hij legt zich toe op de begeleiding van ondernemers en op het schrijven van boeken. In Gebeten, dat hij uitgaf in eigen beheer, vertelt hij zijn ondernemersverhaal. “De titel van mijn boek vat het samen”, zegt Lowagie. “Ik smijt mij graag helemaal, dan heb ik het meeste plezier. Toch is er ook veel frustratie geweest.”
“Er zat geen strategie achter iText. Ik schreef de eerste versies vooral uit idealisme. Ik wilde af van al die papieren formulieren. Daarom maakte ik het gemakkelijker om digitale documenten te genereren en te bewerken. Ik steek graag dingen in elkaar. Ik noem mijzelf eerder een knutselaar dan een ondernemer.
“Ik heb vooral een bedrijf opgericht opdat iText zou kunnen overleven. iText is vrije software, iedereen mag het gebruiken en aanpassen. Veel soortgelijke projecten raken in de vergetelheid door een gebrek aan middelen om ze verder te ontwikkelen. Ik stapte bij de opstart van het bedrijf over op betaalde licenties voor wie de software voor commerciële doeleinden wilde gebruiken. Dat vond een harde kern not done. Misschien had ik al eerder aan commerciële licenties moeten denken, maar door in de beginperiode geen beperkingen op te leggen, raakte mijn software snel wijdverspreid en werd die overal gebruikt.”
iText is ook het bewijs dat je in de softwarebusiness geen durfkapitaal hoeft op te halen om succesvol te zijn.
BRUNO LOWAGIE. “We zagen een durfkapitalist als een partij die iText een spuit doping kon aanbieden waarmee we binnen het jaar de Tour de France konden winnen. We geloofden daar niet in. Nu kennen we die wereld beter en hebben we zelf geïnvesteerd in de fondsen van Smartfin (de fondsen van de bekende techondernemer Jürgen Ingels, nvdr). Het is interessant om te zien hoe andere bedrijven de andere keuze maken. Of durfkapitaal zinvol is, hangt af van welk soort bedrijf je hebt of hoe vlug je met een product op de markt moet komen. Maar ik blijf erbij dat je niet altijd direct veel geld nodig hebt. De durfkapitaalgroepen zijn ook strenger geworden. Er zijn er nog maar weinig die een grote cheque uitschrijven voor wie alleen nog maar een idee heeft.”
Een van de grootste verrassingen in het boek is dat u de Amerikaanse verkoop eerst had laten onderbrengen bij Andrew Binstock, een kennis. Alles berustte lang op een mondelinge overeenkomst.
LOWAGIE. “Ik heb verschillende keren een sprong in het duister moeten wagen. De samenwerking met Andrew Binstock was er een die een vriend voor het leven opleverde. We kenden elkaar enkel online. Toen hij in de marge van een conferentie Gent wilde bezoeken, heb ik hem hier rondgeleid en hem onder meer het Lam Gods getoond. Het was duidelijk dat we ook naast de technologie veel gemeenschappelijke interesses hadden. Dat schepte vertrouwen.
“Die klik hoeft er natuurlijk niet altijd te zijn. Onze eerste twee verkopers in de Verenigde Staten waren van die karikaturaal-rechtse kerels, genre ‘het enige nieuws dat we vertrouwen, is Fox News’. Toch konden we goed samenwerken, omdat we een gemeenschappelijk doel hadden. Dat is voor een stuk cultureel bepaald. In de Verenigde Staten leer je elkaar kennen door samen zaken te doen. In Europa en Azië moet je elkaar leren kennen voor je aan zakendoen toekomt.”
iText was uw levenswerk en toch verkocht u het.
LOWAGIE. “Ik zag het niet zozeer als mijn kind verkopen, maar als een kind loslaten dat op eigen benen kon staan. Ik was graag nog betrokken gebleven, maar aan de andere kant is het nu een volledig afgesloten hoofdstuk met ruimte om volop nieuwe dingen te doen.
“We hebben in verschillende stadia van het bedrijf gekeken of het verkocht kon worden, maar dan vooral uit nieuwsgierigheid naar de waardering die mensen op ons plakten en hoe we de waarde van het bedrijf konden vergroten. Voor mij en mijn vrouw was het soms een zware last om te torsen. Pas nadat onze zoon genezen was van kanker, slaagden we erin de dingen in perspectief te plaatsen. Ik wens niemand een kind toe dat kanker krijgt, maar voor ons persoonlijk maakte het dat we een stuk scherper zien wat we echt willen in ons leven. Je leert echt keuzes te maken en soms van je hart een steen te maken.”
U en uw vrouw speelden de CEO-functie als een hete aardappel voortdurend naar elkaar door.
LOWAGIE. “Ja, en dat speelde ook mee in de beslissing om te verkopen. Ik sprak enkele jaren geleden voor een klas in het secundair onderwijs. Een leerling vertelde me dat hij handelsingenieur wilde studeren om later CEO te kunnen worden. ‘Wees voorzichtig wat je wenst’, zei ik hem. Als ik mag kiezen wat ik doe, dan staat CEO zeker niet bovenaan op het lijstje. Ik voel me beter in de rol van chief technical officer, iemand die nadenkt over het product en de strategie op lange termijn.”
U mispakte zich wel aan de Zuid-Koreaanse bedrijfscultuur.
LOWAGIE. “Ik heb dat onderschat. In het Westen kun je bijvoorbeeld bijna niet onder een getekend contract uitkomen. Zuid-Koreaanse en Chinese bedrijven zien dat anders. ‘We zijn allemaal familie hier en we zullen achteraf wel samen beslissen hoe we het echt aanpakken.’ Tegelijk heerst er een echte top-downcultuur. Ik zou het geen kastestructuur noemen, maar het verschil tussen rijk en arm is er meer uitgesproken dan hier. Bij ons doet afkomst er veel minder toe, als je maar een diploma of de nodige kwalificaties hebt. Er is wel een punt dat me aangenaam verraste: er is in het Oosten minder onderscheid tussen vrouwen en mannen op de werkvloer, daar is een grote inhaalbeweging gemaakt.”
Er zat geen strategie achter iText. Ik schreef de eerste versies vooral uit idealisme
U wilde allebei nog een leven naast iText. Hoe ziet dat er nu uit?
LOWAGIE. “Mijn vrouw is er iets sneller uitgestapt en heeft de voorbije jaren een huis in Ieper gerenoveerd voor haar ouders. Nu helpt ze onze jongste zoon met zijn eerste bedrijf. Ze hebben samen een oud sportcomplex omgebouwd tot een professionele tafeltenniszaal. Ik leg me toe op schrijven, en daarnaast begeleid ik start-ups als businessangel. Mijn vrouw is daar ook nog nauw bij betrokken, zij neemt de financiële controle voor haar rekening. Zelf een technologiebedrijf oprichten, is niet meer aan de orde. Om het in filmtermen te zeggen: ik zie mezelf nu minder als de regisseur, maar meer als de producer die andere regisseurs ondersteunt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier