Negen op de tien bedrijven snoeien in investeringsplannen

België bleef in 2019 een aantrekkelijk land voor buitenlandse investeerders, maar door de coronacrisis hebben negen op de tien bedrijven hun investeringsplannen bijgesteld. Dat blijkt uit de jaarlijkse investeringsbarometer van consultant EY.

Negen op de tien bedrijven zijn van plan hun investeringsprojecten te verminderen, uit te stellen of te annuleren. Voor België komt daar bovenop dat de perceptie over de toekomstige aantrekkingskracht van ons land bij buitenlandse investeerders nooit eerder zo laag was, blijkt uit de investeringsbarometer van EY die donderdag werd voorgesteld.

Het voorbije jaar was nochtans een goed investeringsjaar voor België. Er werden 267 buitenlandse investeringsprojecten aangetrokken, goed voor de creatie van 5.401 jobs. België blijft daarmee in de top vijf in Europa, na Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Spanje. Ten opzichte van 2018 -een recordjaar- was er wel een lichte daling met 4 procent.

Positief is dat het grootste deel (197) nieuwe investeringsprojecten zijn, wat volgens EY dus een solide basis legt voor de groei van morgen.

Vlaanderen blijt meest aantrekkelijk

Vlaanderen blijft veruit de meeste aantrekkelijke regio om te investeren (127 projecten), maar Wallonië (64) en Brussel (76) deden het nooit eerder zo goed en tekenden een groei op van respectievelijk 33 procent en 25 procent. In Vlaanderen werd er bijna een kwart minder geïnvesteerd. Daartegenover staat de perceptie, waarbij de aantrekkelijkheid van Vlaanderen als investeringslocatie nog is toegenomen, terwijl Brussel en vooral Wallonië terrein moeten prijsgeven.

‘De verschillende overheden zullen dus een tandje moeten bijsteken als ze buitenlandse investeerders willen blijven aantrekken’, pleit EY, dat ook vindt dat er meer moet samengewerkt worden om het imago van ons land te verbeteren.

Zeker nu heel wat bedrijven hun investeringsplannen hebben gewijzigd door de komst van het coronavirus. Slechts 11 procent houdt vast aan zijn oorspronkelijk plan, 51 procent verwacht een lichte daling en 15 procent een aanzienlijke daling van hun investeringen. Zo’n 23 pct is van plan zijn project uit te stellen tot 2021. Bovendien ondervinden ook de lopende investeringsprojecten hinder van de coronacrisis: een kwart heeft vertraging opgelopen en 10 procent werd geannuleerd.

‘Krachtig beleid nodig’

De consultant heeft het over ‘een ongekende situatie’, waartegenover ‘een krachtig beleid’ nodig is. Om de aantrekkelijkheid van België te verhogen kijkt EY vooral naar de politieke toestand en het belastingregime. Bij bedrijven die hier al actief zijn, maakt bijna de helft (47 procent) zich zorgen over de politieke instabiliteit, zo blijkt. En de gemiddelde belastingvoet is de voorbije jaren dan wel gedaald, maar ze blijft hoog in Europees perspectief. EY pleit voor een vennootschapsbelasting van 20 procent, meer vereenvoudiging en lagere arbeidskosten. Ook onderwijs is een belangrijk element om onze aantrekkelijkheid te vergroten.

‘De basis is goed, maar in sommige domeinen zoals digitalisering, technologische kennis, talenkennis en ondernemerschap is er voer voor verbetering’, klinkt het. Opmerkelijk voor ons land is ook het belang van groene technologieën: bijna een derde van de ondervraagde bedrijven gelooft dat deze sector de belangrijkste groeimotor zal zijn voor de Belgische economie. Vorig jaar stond het thema slechts op de vijfde plaats. ‘Als de overheden de nodige steun en investeringen in deze sector blijven leveren, kan België een leider worden in groene technologieën’, meent de consultant.

Partner Content