Mieke De Ketelaere (imec): ‘Ik ben altijd al een ingenieur met een hoek af geweest’

MIEKE DE KETELAERE "Tijdens heel technische vergaderingen moet ik soms zeggen dat ik het niet helemaal begrijp."
Stijn Fockedey
Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

Tijdens de coronacrisis bouwde Mieke De Ketelaere haar topfunctie bij het onderzoekscentrum imec wat af. Ze is nu onder meer medecurator van een technologiefestival, start-upcoach, docente en lid van Digital Minds Belgium. Maar ze heeft nog altijd dezelfde missie: bruggen bouwen tussen onderzoekers en ingenieurs enerzijds en de samenleving anderzijds, met een focus op artificiële intelligentie.

Mieke De Ketelaere is directeur artificiële intelligentie bij imec (IDLab). Daarvoor bekleedde ze hoge kaderfuncties bij de Amerikaanse techgiganten SAS en Microsoft en studeerde ze robotica. Toen ze in mei 2019 bij imec belandde, tekende De Ketelaere eerst het onderzoeksbeleid uit voor artificiële intelligentie, dat tot een van de speerpunten van het wereldvermaarde Vlaamse onderzoekscentrum is uitgegroeid. De Ketelaere zit bij imec op de eerste rij om te zien wat de toekomst brengt.

Maar de afgelopen jaren begon er ook iets te knagen. “De kloof tussen wat ingenieurs ontwikkelen en het grote publiek begon groter te worden”, zegt De Ketelaere “Dat was voor mij de aanzet om het boek Mens versus machine te schrijven. Oorspronkelijk was het de bedoeling op een laagdrempelige manier uit te leggen hoe artificiële intelligentie werkt, en om de angst of vooroordelen weg te nemen. De tekst vloeide er snel uit en ik wachtte nog met het laatste hoofdstuk te schrijven om de laatste innovaties van de CES Show (de grootste techbeurs ter wereld, nvdr) mee te geven. Maar daar zag ik het des te meer: de ontwikkeling van artificiële intelligentie focust nog te veel op puur technische zaken, of op de potentiële economische meerwaarde. Bijna niemand leek er wakker te liggen van de energie-efficiëntie, of van de ethische aspecten. Dat hoofdstuk is geen verslag geworden, maar een waarschuwing dat we als ingenieurs misschien wel fout bezig zijn, dat we te eng denken.”

Ik denk liever filosofisch na over het ruimere toekomstige plaatje

Digital Minds

Kort na CES brak de coronacrisis uit en ging De Ketelaere nog meer beseffen dat ingenieurs te veel in een ivoren toren zitten. “Soms hebben ingenieurs de neiging op dingen neer te kijken, op de natuur bijvoorbeeld. Maar door mijn vele wandelingen tijdens de lockdown begon ik mij te verdiepen in planten en vogels. Wat blijkt? Planten communiceren wel degelijk met elkaar en vogels kunnen nog altijd veel beter in zwermen vliegen dan drones. We zijn vaak blind voor de intelligentie in de natuur, en dus investeren we veel te weinig geld om daarvan te kunnen leren. We moeten een betere balans vinden.”

Ook de balans in haar professionele leven wilde ze anders. “Bij imec heb ik ervoor geijverd behalve voor het puur technologische ook aandacht te hebben voor energie-efficiëntie, duurzaamheid, privacy en het ethische gebruik tout court. Het plan voor de komende jaren ligt er, nu verschuift de klemtoon meer op uitvoeren. Maar ik ben liever strategisch bezig, ik denk liever filosofisch na over het ruimere toekomstige plaatje. Tegelijk kreeg ik door mijn boek steeds meer aanvragen om te spreken of te doceren en kwamen er vanuit de politiek vragen om advies te verlenen. Ik besloot daarom mijn takenpakket wat af te bouwen bij imec. Ik blijf een grote bezieler voor het beleid dat imec inzake artificiële intelligentie voert, maar ik wil niet alleen intern een vertaler van artificiële intelligentie zijn. Ik heb nu ruimte om die rol ook veel beter naar de buitenwereld te spelen.”

De Ketelaere is daardoor de voorbije maanden ver buiten haar natuurlijke biotoop van grote IT-bedrijven en onderzoeksinstellingen getreden. Ze werd onder meer curator van het Festival van de Toekomst. Dat is een initiatief van de provincie West-Vlaanderen, die de komende jaren haar technologische sterkte meer in de kijker wil zetten. “Ik werk onder meer samen met artiesten om het programma samen te stellen”, zegt De Ketelaere. “Dat is een heel leerrijke ervaring, zien hoe je een goed verhaal creëert. Daarnaast is er mijn engagement bij Digital Minds Belgium. Mathieu Michel (MR), de staatssecretaris voor Digitale Agenda, wil voortbouwen op het werk van zijn voorganger Alexander De Croo. Destijds is daaruit de logindienst Itsme ontstaan. Nu moeten de Digital Minds andere heel concrete voorstellen doen om België versneld te digitaliseren. Dat is niet vrijblijvend, maar goed afgelijnd op basis van de doelstellingen die ook al in het federale relanceplan zitten.”

Nederig zijn

“We werken daarvoor heel multidisciplinair. Artificiële intelligentie is de rode draad in mijn carrière, maar ik heb me nooit echt extreem gespecialiseerd. Ik ben altijd al een ingenieur met een hoek af geweest, die niet op mijn eigen domein wil blijven staren en van alles een beetje wil weten. McKinsey heeft onlangs in een rapport nog eens gehamerd op de waarde van generalisten in het bedrijfsleven, de zogenoemde T-profielen (gespecialiseerd, maar ook met een brede basis, nvdr). Met die achtergrond kun je goed bruggen bouwen. Bij imec kan ik vanuit een vogelperspectief zien dat een team aan de andere kant van de wereld met soortgelijke technieken werkt als een in Antwerpen. Zij gaan allebei sneller vooruit als ze hun kennis delen. Maar het maakt je ook kwetsbaar. Je bent geen pure sales en ook geen pure techneut. Vaak sneuvelt in commerciële bedrijven een generalist als eerste in grote herstructureringen. Er wordt dan enkel en alleen naar de directe financiële return op korte termijn gekeken.”

“Een generalist moet nederig zijn. Tijdens heel technische vergaderingen moet ik soms zeggen dat ik het niet helemaal begrijp. Dat is vaak ook een voordeel, omdat de overkant van de tafel verplicht wordt niet in jargon of buzzwords te spreken. Artificiële intelligentie is al zeventig jaar oud en we hebben nog altijd geen gemeenschappelijke taal. We gebruiken dezelfde termen, maar onze interpretatie verschilt. Dat leidt tot misverstanden, problemen en zelfs mislukte projecten. Bij een speech voor de orde van chirurgen viel het mij op hoe zij wel met een gemeenschappelijke taal spreken. Als in een verslag staat dat de tibia gebroken is, weet elke arts ter wereld dat het over het dijbeen gaat. Voor artificiële intelligentie bestaat die goed omlijnde woordenschat vaak nog niet.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content