In het derde kwartaal hadden in de Europese Unie 210 miljoen mensen een baan. Dat zijn er 100.000 meer dan voor de coronacrisis, zo meldt het Europese statistiekbureau Eurostat dinsdag.
De eurozone – de landen die de euro als munt hebben – is nog niet helemaal terug op het niveau van voor de pandemie. In de eurolanden waren in het derde kwartaal 161 miljoen mensen aan het werk, nog altijd 300.000 mensen minder dan in de laatste drie maanden van 2019.
Het aantal mensen met werk steeg in de maanden juli, augustus en september met net geen 1 procent in de eurozone en de EU. Het hardst groeide de werkgelegenheid in Ierland, Spanje, Litouwen, Estland en Griekenland. Alleen in Letland daalde het aantal banen en in Finland was er een stagnering.
Door de virusuitbraak dwongen veel landen in 2020 bedrijven als winkels, restaurants of bioscopen deels of helemaal te sluiten. Na versoepelingen in het voorjaar en de zomer van 2021 konden weer meer bedrijven open. Consumenten konden daardoor meer geld uitgeven dan in de lockdownmaanden, wat de banengroei stimuleerde.
De extra uitgaven door huishoudens waren ook een belangrijke pijler onder de economische groei in het derde kwartaal. Zoals eerder gemeld steeg het binnenlands bruto product van de eurozone met 2,2 procent ten opzichte van de voorgaande drie maanden, bevestigt Eurostat in een nieuwe raming. In de Europese Unie bedroeg de economische groei 2,1 procent.
De economie zit nog niet op het niveau van voor corona: ‘het bruto binnenlands product ligt in de eurozone nog 0,3 procent lager dan in het laatste kwartaal van 2019 en in de EU nog 0,1 procent lager’, zegt Eurostat.
