Vrije Tribune

‘ING past haar eigen duurzaamheidsbeleid niet toe’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Op papier heeft ING een uitgebreid beleid wat betreft de financiering van risicosectoren, waaronder die van de palmolie. In de praktijk blijft van dat beleid maar weinig over.’ Dat zeggen Sebastien Mortier, (FairFin), Danielle van Oijen (Milieudefensie) en Florence Kroff (FIAN Belgium).

ING voert momenteel een uitgebreide campagne in de media rond duurzaam beleggen. ‘Omdat het goed is voor uw toekomst en die van mij’, zeggen de schattige kinderen die opgevoerd worden. Op zich is het natuurlijk een goede zaak dat steeds meer banken aandacht hebben voor de impact van hun investeringen, zeker wanneer het om de grote spelers gaat.

ING past haar eigen duurzaamheidsbeleid niet toe.

Idealisme of opportunisme?

De vraag die zich opdringt, is of de interesse er gekomen is uit intrinsiek idealisme of uit opportunisme. Banken merken namelijk ook dat er steeds meer vraag is naar duurzaam beleggen. Uit onderzoek blijkt dat 75 procent van de investeerders hiervoor interesse toont. Bij millennials gaat het zelfs om 80 procent. Die cijfers staan in schril contrast met de interesses van financiële adviseurs: slechts een povere 15 procent van hen vindt duurzaam beleggen belangrijk.

Al te vaak wordt duurzaam investeren gebruikt als greenwashing of window dressing. Dit nichesegment in het aanbod van de bank moet de aandacht afleiden van de minder ethische en niet-duurzame praktijken, waar minder prominent of transparant over wordt gecommuniceerd. Dat blijkt onder andere uit het specifieke dossier rond de financiering van het controversieel palmoliebedrijf SOCFIN door ING.

Al te vaak wordt duurzaam investeren gebruikt als greenwashing of window dressing.

Palmolie

Twee jaar geleden werd door een coalitie van ngo’s een dialoog met ING opgestart over de financiering van dit Belgisch-Luxemburgs bedrijf dat gespecialiseerd is in industriële palmolie- en rubberplantages. De wantoestanden in de plantages op het gebied van mensenrechten en milieu werden uitgebreid gedocumenteerd door Farmlandgrab, Grain, Fian en React.

Een vertegenwoordiger van MALOA, een organisatie in Sierra Leone die opkomt voor de rechten van lokale gemeenschappen, getuigde deze week bij een bezoek aan België over schrijnende situaties. SOCFIN heeft sinds 2011 letterlijk en figuurlijk 18.000 hectare ingepalmd van het land van de plaatselijke bevolking – in een provincie die amper 27.000 hectare groot is.

De inwoners uit de dorpen zijn nu omringd door oliepalmbomen en hebben daardoor geen land meer om hun eigen voedsel op te produceren. In tegenstelling tot wat het bedrijf beweert, kunnen de weinige vrij liggende stukken grond niet gebruikt worden voor landbouw, omdat ze bijvoorbeeld dienen als begraafplaats. De palmolieplantage is zelfs een zodanige ecologische woestijn dat er geen hout meer te vinden is om vuur te maken.

De investeringen van ING in controversiële palmoliebedrijven zoals SOCFIN zijn niet duurzaam.

De beperkte en onzekere werkgelegenheid in de plantages kan nooit het inkomen compenseren dat de mensen vroeger haalden uit artisanale landbouw. In het verleden had de lokale bevolking wel de mogelijkheid om eigen voedsel te kweken voor haar dagelijkse behoeftes. De vruchten van de palmbomen – die vroeger maar enkele percelen innamen – verkochten ze op de markt.

De vakbonden vertegenwoordigen de werknemers totaal niet. Langetermijncontracten zijn vaak niet beschikbaar voor de lokale bevolking. De meerderheid van de lokale werknemers heeft slechts toegang tot precaire, onderbetaalde dagcontracten. De werkdruk is immens hoog, zeker voor vrouwen. Wanneer de bevolking en werknemers zich groeperen en bepaalde eisen stellen, worden hun leiders gecriminaliseerd. Veel jongeren zitten bijvoorbeeld in de gevangenis omdat ze (onterecht) beschuldigd worden van het stelen van oliepalmvruchten. Ook in Europa heeft het bedrijf geprobeerd verschillende ngo’s en media te intimideren.

Laat er dus weinig twijfel over zijn: de investeringen van ING in controversiële palmoliebedrijven zoals SOCFIN zijn niet duurzaam. Het is duidelijk dat commerciële belangen de bovenhand krijgen op ethische overwegingen. Aangezien de dialoog met de bank geen impact blijkt te hebben, roept de coalitie van ngo’s de bank nu tot de orde via publieke druk en aandacht in de media.

Mooi beleid op papier, maar niet in de praktijk

ING moet stoppen met mensen een rad voor de ogen te draaien. Op papier heeft ING een uitgebreid beleid wat betreft de financiering van risicosectoren, waaronder die van de palmolie. In de praktijk blijft van dat beleid maar weinig over.

ING moet stoppen met mensen een rad voor de ogen te draaien.

De bank beweert internationale standaarden toe te passen en refereert daarbij aan de Wereldbank. Nochtans heeft de Wereldbank zelf in 2016 een lening van 150 miljoen euro geweigerd aan SOCFIN, omdat het bedrijf niet voldeed aan deze internationale standaarden. De beslissing van de Wereldbank volgde bovendien op een uitspraak van het Nationaal Contactpunt van de OESO in België. Daarbij werden de partners van SOCFIN verzocht om onderzoek te voeren naar tekortkomingen in de plantages van SOCFIN in Kameroen. SOCFIN werkte echter niet mee aan een oplossing.

Ondanks dit alles maakte ING enkele maanden later bekend SOCFIN te willen begeleiden bij de uitgifte van een obligatielening van 80 miljoen euro. Het is lang niet de enige financiële dienst die ING heeft verleend aan SOCFIN (en Bolloré, de tweede aandeelhouder van het bedrijf). Dat blijkt uit een recent rapport van Milieudefensie over de financiering van Nederlandse banken in de controversiële palmoliesector.

In een antwoord aan de ngo’s beweert ING dat haar duurzaamheidsbeleid werd toegepast op SOCFIN en dat het bedrijf op al haar vragen ‘bevredigend heeft geantwoord’. ING staat bovendien op het punt een nieuwe lening van 15 miljoen euro aan SOCFIN te verstrekken. De beoordeling van SOCFIN door ING is onbegrijpelijk, al zeker sinds 29 juni 2018. Toen werden de voorzitter van SOCFIN en vier managers van de groep door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld voor corruptie.

Als SOCFIN al door de duurzaamheidstoets van ING geraakt, welk bedrijf wordt dan wel uitgesloten?

Als SOCFIN al door de duurzaamheidstoets van ING geraakt, welk bedrijf wordt dan wel uitgesloten? In ieder geval niet die andere controversiële ING-klant Wilmar, een gigantisch palmoliebedrijf dat bekendstaat om de vele schandalen. Dat werd recent nog gedocumenteerd in rapporten van Amnesty International (over mensenrechtenschendingen op de plantages) en Greenpeace.

Uitvlucht

ING beweert dat het dankzij de commerciële relatie en dialoog met SOCFIN meer impact kan hebben dan wanneer men het bedrijf de rug zou toekeren. De bank stelt ook dat indien bepaalde problemen niet opgelost geraken, de relatie alsnog wordt afgebroken. Het blijft echter bij intentieverklaringen. Het is totaal onduidelijk wat die dialoog inhoudt, welke impact die in het verleden heeft gehad en welke strategie wordt gevolgd in de toekomst.

Vaak wordt ‘dialoog’ of ‘engagement’ gebruikt als uitvlucht om niets te doen en om externe druk af te wimpelen. Engagement is namelijk enkel effectief indien een duidelijke strategie wordt bepaald, met heel concrete doelstellingen die binnen een bepaalde termijn moeten worden gerealiseerd. Indien die deadline niet wordt gehaald, moeten er ook duidelijke gevolgen zijn. Er moet met andere woorden een stok achter de deur zijn, namelijk divestment, of het verbreken van elke relatie. Ten slotte is het belangrijk dat hierover transparant wordt gerapporteerd.

Bankgeheim

ING weigert echter vragen van ngo’s over de sociale en ecologische verantwoordelijkheid van SOCFIN te beantwoorden. Daarbij wordt systematisch een beroep gedaan op het bankgeheim. Welke voorzorgsmaatregelen neemt ING om de negatieve impact van het bedrijf te beperken? ‘Bankgeheim‘. Wat zijn de eisen die aan het bedrijf worden gesteld? ‘Bankgeheim‘. Wat is de deadline die werd gesteld om bepaalde problemen op te lossen? ‘Bankgeheim‘. Op welke manier wordt er een onafhankelijke externe controle gevoerd op de toepassing van hun beleid? ‘Bankgeheim‘.

Vaak wordt ‘dialoog’ of ‘engagement’ gebruikt als uitvlucht om niets te doen en om externe druk af te wimpelen.

De bank praat dit goed door de relatie die ze heeft met een bedrijf als SOCFIN gelijk te stellen aan die met een particuliere klant. ‘U zou het toch ook niet leuk vinden indien we aan derden zouden zeggen hoeveel spaargeld u bij ons heeft staan of hoeveel kredieten u heeft lopen?‘ Zo luidt de argumentatie.

Die vergelijking loopt natuurlijk volledig mank. Er is een groot verschil tussen een hypothecaire lening, waarbij de impact zich hoogstens beperkt tot de naaste buren, en een lening aan een palmoliebedrijf, die gevolgen heeft voor tienduizenden werknemers en (de leefomgeving van) honderdduizenden omwonenden. Als mijn spaargeld voor zulke leningen worden gebruikt, wil ik als particuliere klant weten wat daarvan de impact is.

Stopzetten

Om te beoordelen of een bank duurzaam is, moet niet enkel worden gekeken naar de ecologische maar ook naar de sociale voetafdruk van haar activiteiten. Daarom is het hoog tijd dat ING daadwerkelijk een strikt beleid volgt dat onder andere investeringen in die controversiële palmolie uitsluit. ING moet onmiddellijk nieuwe financieringen aan de groep SOCFIN, dat verantwoordelijk is voor land grabbing en schendingen van de mensenrechten, stopzetten.

ING moet onmiddellijk nieuwe financieringen aan de groep SOCFIN stopzetten.

Het is goed dat ING zich, als we de mediacampagne mogen geloven, bekommert om uw toekomst en die van uw kinderen. Maar even belangrijk is dat de bank zich bekommert om het huidige en toekomstige welzijn van de bevolking die getroffen wordt door de activiteiten van palmoliebedrijven zoals SOCFIN.

De bank heeft tot nu toe nog geen gehoor gegeven aan onze verzuchtingen, ondanks jarenlange sensibilisering, rechtszaken en rapporten. Daarom vragen we aan bezorgde klanten, maar ook werknemers en burgers om te helpen om bijkomende druk uit te oefenen via www.greenwash-ing.be/nl.

Dit opiniestuk wordt ondertekend door Sebastien Mortier, (FairFin), Danielle van Oijen (Milieudefensie) en Florence Kroff (FIAN Belgium).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content