Het PFAS-bos rond PFOS: wat doet die massa van 6800 chemische stoffen?
PFOS is slechts het zeer zorgwekkende tipje van een gigantische ijsberg vol verwante synthetische chemische substanties. Maar wat doet die massa van 6800 zogenoemde PFAS-stoffen?
Dit overzicht verscheen eerder in Trends van 1 juli 2021.
PFAS en PFOS zijn afkortingen van lange chemische termen voor wat wordt omschreven als forever chemicals, omdat ze niet of bijzonder moeilijk afbreekbaar zijn en dus niet uit het milieu weg te krijgen zijn. En dat is zorgwekkend, zeker nu is gebleken dat PFOS decennialang in Zwijndrecht werden geproduceerd door het Amerikaanse chemiebedrijf 3M, en dat de wijde omgeving ermee werd gecontamineerd.
Hoe zit het met de andere stoffen in die enorme PFAS-familie?
PFAS is de verzamelnaam voor naar schatting 6800 chemische stoffen, de zogenoemde poly- en perfluoralkylstoffen, ook perfluorverbindingen geheten. Ze worden geproduceerd omdat ze water, vet en vuil afstoten en hittebestendig zijn. PFAS vonden gretige afnemers in producenten van braadpannen, cosmetica, textiel en voedselverpakkingen, maar de stoffen worden even vaak gebruikt in industriële processen en producten. De lijst toepassingen is schier eindeloos, en de stoffen zitten zowel in vloeistoffen, gassen als vaste substanties.
Al die PFAS bevatten koolstof-fluorverbindingen, zowat de sterkste chemische bindingen in de chemie. Ze behouden hun eigenschappen ontzettend lang. Geen wonder dat ze zo gretig werden en worden afgenomen en gebruikt. Maar zoals intussen genoegzaam bekend is, zit er een heel duistere keerzijde aan die medaille. PFAS zijn niet enkel bestand tegen afbraak bij gebruik, maar ook tegen afbraak in het milieu. Ze blijven langer in het milieu voortbestaan dan elke andere door de mens vervaardigde stof. De hele PFOS-ellende rond de fabriek van 3M bewijst dat. 3M stopte er al twintig jaar geleden met de productie van PFOS, dat nog altijd overvloedig de omgeving vervuilt. “De normen zijn enorm verstrengd sinds 3M is gestopt met de productie”, stelt Tine Cattoor, directeur productbeleid van essenscia, de sectorfederatie van de chemische industrie.
Wij vragen dat de controles worden opgedreven en efficiënter worden. Enkel zo duwen we producenten wereldwijd richting betere alternatieven voor bepaalde PFAS.
Tine Cattoor, essenscia
PFAS komen in het milieu terecht via directe en indirecte bronnen, bijvoorbeeld uit professionele en industriële installaties waar PFAS worden gebruikt, bij het gebruik van consumentenproducten (bijvoorbeeld cosmetica, skiwas en kleding) en uit materialen die met levensmiddelen in aanraking komen. Mensen kunnen er elke dag aan worden blootgesteld, thuis, op het werk en buiten via het milieu. Bepaalde groenten en drinkwater zijn belangrijke bronnen van blootstelling van de mens aan PFAS, maar sommige PFAS hopen zich ook op in het menselijk lichaam via vis en zeevruchten, vleesproducten, eieren, melk en zuivelproducten.
De meeste PFAS worden in het milieu gemakkelijk over lange afstanden vervoerd. Zolang er PFAS in het milieu blijven vrijkomen, zullen mensen en andere diersoorten aan steeds grotere concentraties worden blootgesteld. Zelfs als er morgen geen PFAS meer vrijkomen, blijven ze nog generatieslang in het milieu en in de mens aanwezig.
De gezondheidsrisico’s zijn niet min. Bepaalde PFAS, waaronder het viertal PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS, zijn toxisch voor de voortplanting en kunnen schadelijk zijn voor de ontwikkeling van foetussen. Van verscheidene PFAS is aangetoond dat ze kanker veroorzaken. Van sommige PFAS wordt ook vermoed dat zij het hormonale systeem van de mens aantasten. Dat is allemaal heel verontrustend, want PFAS ontlopen is een illusie. Ze komen in het milieu via de lucht, waterlopen en riolen en stortplaatsen. Ze zitten overal.
Een verontreiniging is uiterst moeilijk en tegen heel hoge kosten onder controle te krijgen, zoals ook de Zwijndrechtse PFOS-heisa over de vervuilde grond van de Oosterweelwerken aantoont.
Wat zijn de toepassingsgebieden van PFOS en co?
Textiel:
· het water- en vuilafstotend maken van kleding, tapijten, tentzeilen, paraplu’s, meubels (bijvoorbeeld sofa’s)
· sprays en producten voor consumenten om kleding en schoenen waterafstotend te maken
· gebruik van teflon in buitensportkleding en tenten om waterafstotend en ademend materiaal te verkrijgen, zoals Gore-Tex.
Papier en verpakkingsmateriaal:
· PFAS worden gebruikt om papier en verpakkingen water-, vet- en vuilafstotend te maken, zoals pizzadozen, fotografisch papier en post-its.
Cosmetica:
· waterafstotend maken van crèmes zoals zonnebrandcrème en bodylotions
· als antiklontermiddel, oplosmiddel, bewaarmiddel en viscositeitregelaar.
Huishoudproducten:
· schoonmaakmiddelen, smeermiddelen, verf, lakken, bestrijdingsmiddelen, wax voor vloeren, auto’s of snowboards.
Industrie:
· bij galvanisatie wordt PFOS vooral gebruikt bij het verchromen. Bij dat proces kan schadelijk chroom vrijkomen. Om werknemers te beschermen, wordt PFOS toegevoegd, waardoor minder chroom vrijkomt. Alternatieven voor PFOS werken minder goed.
Brandblusschuim:
· Perfluorverbindingen worden in brandblusmiddelen gebruikt omdat ze heel snel een afsluitende filmlaag kunnen leggen en omdat ze zelfs bij extreem hoge temperaturen stabiel blijven.
Kookgerei:
· door verhitting en beschadiging van kookgerei met een teflon-anti-aanbaklaag kunnen perfluorverbindingen vrijkomen en terechtkomen in voeding en de binnenlucht.
Wat kan eraan worden gedaan?
Dat het gebruik van PFOS en van PFAS risico’s inhoudt, is geen nieuws dat inslaat als een donderslag bij heldere hemel. In de chemiesector is al ruim twintig jaar een evolutie aan de gang om de veiligheid van chemische stoffen strenger te beoordelen. De eerste wereldwijde aanzet werd begin jaren 2000 gegeven door de conventie van Stockholm, het internationale milieuverdrag dat het gebruik van persistente organische verontreinigende stoffen moet beteugelen. Door een Europese richtlijn uit 2006 kwam er een verbod op PFOS, maar pas met de oprichting van het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) een jaar later werden grote stappen gezet. ECHA werd opgericht voor de implementatie en het dagelijks beheer van Reach (voluit: registratie, evaluatie, autorisatie en beperking van chemische stoffen), het in 2007 gelanceerde programma waarmee Europa zo veel mogelijk gevaarlijke chemische stoffen wil weren en ongevaarlijke alternatieven wil promoten. Reach geldt als de strengste chemiewetgeving ter wereld. Ze geldt ook voor producenten in andere regio’s, bijvoorbeeld China en Brazilië, die hun geproduceerde stoffen willen invoeren in de Europese Unie.
Het gebruik van PFOS is al ruim een decennium verboden en sinds kort wordt een versnelling hoger geschakeld voor de PFAS-familie. In oktober vorig jaar kondigde ECHA aan een beperkingsdossier voor PFAS in blusschuim te willen opstellen. Dat voorstel wordt uiterlijk begin oktober verwacht. Voorts hebben ECHA en de Europese Commissie een studie uitgevoerd over PFAS in textiel. Bovendien ijveren vijf landen – Nederland, Duitsland, Noorwegen, Denemarken en Zweden – sinds vorig jaar samen voor een Europees verbod op een breed scala van PFAS-toepassingen. ECHA geeft toe dat het te veel tijd in beslag neemt om de risico’s subgroep per subgroep te beoordelen. Maar er is nog veel onduidelijkheid over hoe het nu verder moet. Zo is er geen controlemogelijkheid op producten die online in andere contreien worden besteld. “Europa neemt het voortouw in veel domeinen in de chemie, maar we hebben ook nood aan een gelijk speelveld”, zegt Cattoor. “Alle ecosystemen staan met elkaar in verbinding. We importeren een deel van onze milieuproblemen. Wij vragen dat de controles worden opgedreven en efficiënter worden. Enkel zo duwen we producenten wereldwijd richting betere alternatieven voor bepaalde PFAS.”
Cattoor benadrukt dat de chemiesector ook vragende partij is voor duidelijke langetermijnregels. “Wij willen niet dat we over twintig jaar met een vergelijkbaar probleem worden geconfronteerd. De normen worden steeds strenger. Wat vandaag als ongevaarlijk geldt, kan over vijf of tien jaar wel gevaarlijk blijken. Maar de noden van de samenleving veranderen ook. Als je stelt dat we bepaalde eigenschappen van chemische stoffen niet meer willen, moeten we er goed over nadenken welke ontwikkelingen we daardoor niet meer kunnen doen. Als je de normen van vandaag twintig jaar geleden had gehanteerd, hadden we misschien geen smartphones gehad. We moeten dus bepalen welke toepassingen we echt belangrijk vinden voor de maatschappij. Het wordt een heel boeiende discussie.”
Als je de normen van vandaag twintig jaar geleden had gehanteerd, hadden we misschien geen smartphones gehad. We moeten bepalen welke toepassingen we echt belangrijk vinden voor de maatschappij.
Tine Cattoor, essenscia
Moeten alle PFAS worden verboden?
“Je mag PFAS niet allemaal over dezelfde kam scheren”, zegt Cattoor. “Ze zijn zeker niet allemaal even schadelijk voor de gezondheid als PFOS en PFOA.” Stoffen die toxisch en schadelijk zijn, zoals PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS, krijgen de klassering PBT, kort voor persistent, bioaccumulerend (ophopend in het lichaam) en toxisch. PFOS, dat zo’n PBT-stof is, wordt ook niet meer gebruikt in blusschuim en PFOA wordt uitgefaseerd. Maar veel andere PFAS staan in Reach enkel gecatalogeerd als persistent, en niet als een PBT-stof. “Het is natuurlijk niet de bedoeling dat die moeilijk afbreekbare stoffen vrijkomen in het milieu, ook al zijn ze niet schadelijk”, aldus Cattoor.
Al zullen PFAS in het algemeen onherroepelijk aan banden worden gelegd in onze contreien. “Europa heeft een groot duurzaamheidsproject gelanceerd om de komende vijf jaar de wetgeving voor chemie te bekijken en toekomstbestendig te maken”, zegt Cattoor. Dat geldt zeker voor PFAS. Reach komt met een groot actieplan rond PFAS, en er is de samenwerking tussen vijf landen voor een voorstel tot een algemeen verbod op PFAS voor niet-essentiële toepassingen, dat volgend jaar wordt voorgesteld en in 2025 van kracht moet worden.
De vraag is wat ‘essentieel gebruik’ betekent. Neem blusschuim. Sinds 2011 wordt geen PFOS-houdend blusschuim meer gebruikt, maar andere PFAS zijn een essentieel ingrediënt ervan. Niet alleen lokale brandweerkorpsen maken er gebruik van, ook de korpsen van de zogenoemde Seveso-bedrijven, grote chemie- en oliebedrijven die gevaarlijke stoffen produceren, gebruiken en opslaan. De verplichte blusoefeningen van die korpsen hebben geleid tot een historische PFOS-vervuiling van hun oefenterreinen. Al is intussen overgeschakeld op PFAS-vrij schuim voor die oefeningen.
Zijn er alternatieven voor PFAS?
“Dat is de hamvraag”, zegt Cattoor. “De EU-lidstaten hebben een grote rondvraag gedaan in industriële sectoren om te zien of er alternatieven zijn. Die gegevens worden nu geanalyseerd. Een verbod op bepaalde PFAS kan in eerste instantie leiden tot een kwaliteitsverschil tussen essentiële toepassingen voor professioneel gebruik en consumentengoederen. Denk aan de waterafstootbaarheid van brandweerkledij tegenover reguliere regenjacks in de modewinkel”, zegt Cattoor.
Geen drama, maar er zijn veel essentiële toepassingen, zoals in de medische sector, de elektronica of in brandwerende middelen, waar PFAS niet zomaar kunnen worden geëlimineerd.
6800 chemische stoffen
behoren tot de PFAS-groep, de zogenoemde poly- en perfluoralkylstoffen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier