‘Heel grote kans op wereldwijde voedselcrisis’
De oorlog in Oekraïne stuwt de al fel gestegen voedselprijzen nog hoger. Almaar meer landbouwexperts trekken aan de alarmbel. “De kans op een wereldwijde voedselcrisis is heel groot”, analyseert ook Liesbet Vranken, professor landbouw en milieueconomie aan de KU Leuven. “Ook de futures voor landbouwgrondstoffen noteren hoog op de beurs, tot minstens in de zomer.”
De toestand was midden januari al niet goed. De prijzen voor kunstmest waren al verdrievoudigd in één jaar. De Food Price Index van de FAO, de landbouworganisatie van de Verenigde Naties, noteerde begin januari 23 procent hoger dan een jaar voordien. Die index meet de wereldwijde prijzen van landbouwgrondstoffen, zoals tarwe, soja, melkpoeder. Die prijsstijgingen hadden vooral te maken met de hoge aardgasprijzen. Een derde van kunstmest bestaat uit ammoniak, en gas staat voor drie vierde van de productiekosten van ammoniak.
Oorlog in Oekraïne
Maar dat was nog allemaal vóór de oorlog in Oekraïne op donderdag 24 februari losbarstte. Een week later, op 4 maart, boekte de Food Price Index van de FAO nieuwe records. De prijzen van landbouwgrondstoffen stegen met 26 procent in vergelijking met begin 2021, naar historisch hoge niveaus. De vorige piek dateerde van februari 2011, de periode van de Arabische Lente. Diverse volksopstanden, mee aangewakkerd door hoge voedselprijzen, leidden toen tot de omverwerping van een aantal regimes in het Midden-Oosten.
Vooral de prijzen van oliën en zuivel gingen omhoog. Palmolie steeg omdat de grootste exporteur Indonesië zijn export van palmolie beperkte. Voor zonnebloemolie is de regio van de Zwarte Zee een belangrijke producent, en daar woedt de oorlog. Voor zuivel was de melkproductie dan weer lager dan verwacht in West-Europa, terwijl de vraag sterk toeneemt in China en het Midden-Oosten.
Rusland en Oekraïne zijn goed voor 29 procent van de wereldproductie van tarwe. Rusland is de grootste exporteur, Oekraïne het nummer vijf. Door de oorlog zijn de zeehavens van Oekraïne geblokkeerd. De Russische zeeschepen raken met hun granen nog nauwelijks door de Bosporus. Wegens de oorlog in Oekraïne heeft Turkije een blokkade van die zeestraat afgekondigd. De belangrijkste afnemers van Russische tarwe zijn Egypte, Turkije, Indonesië, de Filipijnen en Bangladesh. Bovendien beperkt Rusland zijn export van granen, door de oorlog. De niet al te beste oogstvooruitzichten in Argentinië en Brazilië verscherpen het probleem nog.
Peperdure kunstmest
Die magere oogst in Zuid-Amerika is niet enkel het gevolg van slechte weersomstandigheden. Door de stijging van de kunstmestprijzen zullen de landbouwers wellicht minder kunstmest gebruiken. Dat zal zich laten voelen in kleinere oogsten, want ook rond kunstmest rinkelen de alarmbellen almaar luider. Door de torenhoge gasprijzen schroefde het beursgenoteerde Yara uit Noorwegen begin maart zijn productie in Europa met 55 procent terug. Yara heeft ook een filiaal in Tertre, ten westen van Bergen, dat in 2020 nog 382.000 ton ammoniak produceerde.
De CEO, Svein Tore Holsether, is behoorlijk pessimistisch. “Oorlog in Europa komt neer op een wereldwijde voedselcrisis. In 2015 was de doelstelling tegen 2030 de honger in de wereld uit te roeien. Maar in 2020 leden 800 miljoen mensen honger. Dat waren er 120 miljoen meer dan in 2019. Zonder kunstmeststoffen kan de oogst in Oekraïne de helft minder opleveren dan in normale tijden. Dat is weliswaar het slechtst mogelijke scenario. Ook Europa is voor een kwart afhankelijk van kunstmest en die andere chemische meststof potas uit Rusland. Op de korte termijn vind je daarvoor geen alternatieven.”
Eurochem
Ook BASF in Antwerpen produceert minder ammoniak. “Op dit moment produceren we ammoniak tegen een gereduceerde capaciteit. We monitoren voortdurend de ontwikkelingen van de grondstoffenprijzen en stemmen onze operaties daarop af”, meldt de woordvoerder Fanny Heyndrickx. De site van de Duitse chemiereus is ook een belangrijke leverancier van de vennootschap Eurochem, die zich eveneens op de terreinen van BASF in Antwerpen bevindt. Eurochem produceert in een normaal jaar 2 miljoen ton kunstmeststoffen. Maar wellicht zal de productie stilvallen. De eigenaar van Eurochem, de Rus Andrei Melnichenko, staat op de sanctielijst.
De armsten worden armer
Ook Liesbet Vranken, professor landbouw en milieueconomie aan de KU Leuven, benadrukt dat er op de korte termijn geen alternatieven zijn. “Veel hangt uiteraard af van hoelang de oorlog in Oekraïne nog duurt. Maar de kans op een wereldwijde voedselcrisis is heel groot. Wat de toestand nog kan verergeren is dat landen opnieuw exportbeperkingen toepassen. Dat gebeurde ook al bij de vorige wereldwijde voedselcrisis, in 2007-2008. Hopelijk zullen landen dat deze keer minder doen.” Indonesië, Rusland en Wit-Rusland hebben intussen al exportbeperkingen ingevoerd. De voedselcrisis in 2007-2008 was nauw gelinkt aan de hoge olieprijzen, deels gedreven door de opmars van biobrandstoffen. Vandaag gooien het dure aardgas en de oorlog in Oekraïne roet in het eten.
Vooral de bevolking in armere landen ziet zwarte sneeuw door de stijging van de voedselprijzen. “In Europa besteden de gezinnen gemiddeld 13 procent van hun gezinsinkomen aan voeding”, vervolgt Liesbet Vranken. “Dat varieert weliswaar, van 9 procent in Ierland tot een kwart in Roemenië. Maar in de landen onder de Sahara in Afrika kan dat cijfer oplopen tot 60 procent.”
‘Landbouwprijzen blijven nog maanden hoog’
Het Britse weekblad The Economist schreef deze week dat 800 miljoen mensen in Afrika, Azië en het Midden-Oosten afhankelijk zijn van het graan uit Oekraïne en Rusland. Egypte koopt er 70 procent van zijn granen. Libanon is voor de helft van zijn graaninvoer afhankelijk van Oekraïne.
Deze morgen, donderdag 17 maart, liet de termijnmarkt voor tarwe, Matif in Paijs, een kleine afkoeling optekenen. De prijs voor een ton tarwe, te leveren in mei, bedroeg iets meer dan 360 euro. Daarmee lijkt de aanhoudende stijging voorlopig voorbij. Begin november bedroeg de prijs voor één ton nog 230 euro.
Toch verwacht Liesbet Vranken niet meteen een sterke daling van de landbouwprijzen, zelfs indien een wapenstilstand wordt bereikt. “De futures op de beurzen voor landbouwgrondstoffen blijven hoog noteren tot minstens in de zomer. Want de landbouwprijzen blijven nauw verbonden met de hoge energieprijzen. Bovendien zou in Oekraïne het zaaiseizoen vanaf april op gang moeten komen. Maar er is ofwel geen kunstmest, ofwel is een groot deel van de werknemers opgeroepen voor de oorlog. Je kunt dat zaaiseizoen niet blijven opschuiven, als je een goede oogst wilt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier