Grieken gaan weer boeren om recessie te bestrijden

© Reuters

Sommige stedelingen in Griekenland keren terug naar hun wortels en kiezen weer voor de landbouw, nu de werkloosheid in de steden stijgt.

De werkloosheid in Griekenland is met 27,4 procent in de eerste drie maanden van 2013, de hoogste in de Europese Unie. Het aantal werkloze Grieken stijgt gestaag sinds de economische crisis in 2008 toesloeg.

Sommige Grieken hebben besloten terug te keren naar het platteland en daar een nieuw leven op te bouwen. De overheid steunt die trend. In februari kondigde de Griekse premier Antonis Samaras aan om 350 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de hervorming en uitbreiding van de landbouwproductie en om ondernemerschap te stimuleren. “Er is geen economische groei mogelijk als we de primaire sector niet versterken”, zei hij.
Maar voor degenen die de stap al gezet hebben van de stad naar het platteland en niet wilden wachten op staatssteun, bleek het een harde landing. Damianos Zanaras keerde terug naar zijn geboorteplaats Chios, na lange tijd in de scheepvaart gewerkt te hebben. Hij investeerde miljoenen in een sapfabriek. Deels financierde die hij zelf, deels met leningen.

‘Kambos Chiou’ of Chios Fruits wilde een nieuw soort Grieks mandarijnensap exporteren en daarbij plaatselijke boeren betrekken. De praktijk was echter weerbarstig. Zanaras had het plaatselijke enthousiasme voor zijn onderneming overschat. “Het gaat nog steeds moeizaam en de boeren willen niet meewerken”, zegt hij.

Zanaras wijst met de beschuldigende vinger naar het landbouwbeleid van de Europese Unie. Daardoor is de mentaliteit van de Griekse boeren in de afgelopen veertig jaar volgens hem verpest. “Nu er geen subsidies meer komen en er hard gewerkt moet worden, doen ze dat niet. Ze laten het fruit dat van de bomen valt liever liggen, dan dat ze het naar de fabriek brengen.”

De boeren van Chios zoeken hun heil nu in het toerisme, of vertrekken naar elders. “Fulltime boeren bestaan niet meer in Chios”, zegt Yannis Trantalis, de commercieel directeur van de fabriek. “We hebben het met contracten geprobeerd, maar dat werkte niet. De meeste boeren wilden geen verplichting aangaan, omdat ze bang waren de beloofde productie niet te halen.”

Coöperaties

In de jaren zestig werden coöperaties opgezet in Griekenland om een minimumprijs te garanderen voor de productie, afzetmarkten te vinden en boeren de mogelijkheid te geven collectief de marktprijs te bepalen. Dat het zo moeizaam gaat om de Griekse landbouw nieuw leven in te blazen, komt deels door het beleid in de jaren tachtig. Coöperaties werden ‘gekaapt’ door de politiek. Botweg gezegd gebruikten de socialisten de coöperaties om hun trouwe achterban financieel te ondersteunen.

“Na de Griekse toetreding tot de Europese Unie en de komst van het socialisme in Griekenland, werden de coöperaties getransformeerd van organisaties die het belang van de boeren dienden in organisaties die het partijbelang dienden”, zegt Yannis Panagos, uitgever van de landbouwkrant Agrenda.

Europese subsidies vielen samen met de groei van de macht van de socialisten in 1981. De inkomsten van boeren verdubbelden praktisch. De combinatie van subsidiegeld en partijgeld creëerde een omgeving waarin coöperaties al snel het zicht op hun missie kwijtraakten. En er ontstond een weinig concurrerende landbouwsector.

“In plaats van het geld te gebruiken om te investeren en de efficiëntie te vergroten, gebruiken de boeren het als extra inkomen”, zegt de minister van Landbouw, Athanasios Tsaftaris. “Ze stopten met de traditionele producten, stapten over op monocultuur en staken veel geld in gewassen die veel water, kunstmest en energie nodig hadden. De kosten stegen daardoor dramatisch en de landbouwproducten werden duurder en minder concurrerend.”

Milieu

Het bewijs van wat Tsaftaris beschrijft is het duidelijkst zichtbaar op het Thessalische vlakte. Tientallen jaren lang werd hier grondwater opgepompt voor gewassen zoals mais en katoen. Er is nu sprake van een milieuramp, omdat het grondwater zich honderden meters heeft teruggetrokken.

Tsaftaris wil de nieuwe boeren helpen een bedrijf op te bouwen zonder de coöperaties en subsidies. Enkele succesvolle bedrijven deden dat al. Op het eiland Chios, waar de mandarijnboomgaarden grotendeels verwaarloosd werden, wisten Vangelis Xydas en zijn broer een bedrijf op te bouwen met citrusvruchten. “We zien citrusproducten niet meer als fruit maar als grondstof”, zegt Xydas. Hij verkoopt jam met citrussmaak, toetjes, pasta’s en bakproducten via een kleine, maar groeiende keten winkels. Xydas werkt er hard aan om ook export van zijn producten op de rails te krijgen.

Net als Zanaras wil Xydas een soort profeet in eigen land zijn, en andere boeren overhalen voor hem te produceren. En net als Zanaras is hij bitter teleurgesteld over het gebrek aan interesse en steun. “Niemand is geïnteresseerd in waar ik mee bezig ben. Niemand heeft me gevraagd hoe ik dit heb opgezet”, zegt Zanaras, nog steeds met ongeloof in zijn stem. “De mensen zien ons voorbeeld, maar het is alsof het langs hen heengaat. Ze zeggen dat wij geluk gehad hebben. Alsof ik niet bij deze samenleving hoor.”

Aromatische hars

Xydas is niet de enige de terugkeerde naar Chios. Ook Vasilis en Roula Balas gaven hun banen in de ICT en marketing in Athene op en keerden terug naar hun geboorte-eiland. “We wilden dat onze kinderen net zo zouden opgroeien als wij, dichter bij de natuur”, zegt Balas. Het oorspronkelijke plan was om te leven van de productie van mastiek, de aromatische hars van een boom die nergens in de wereld beter groeit dan op Chios. De hars wordt onder meer gebruikt als natuurlijke smaakstof en in medicijnen voor de maag.

Toen vorig jaar de tweeling van Vasilis en Roula Balas werd geboren, hadden ze extra inkomsten nodig. Ze wilden rondleidingen organiseren voor toeristen. Het plan liep aanvankelijk vast op gebrek aan flexibiliteit ter plaatse. “Toen ik de associatie van reisorganisaties benaderde, was die afhoudend. Ik had als boer de toeristen niets te bieden, vonden ze. Balas wist echter touroperators te overhalen om bustoeristen naar zijn bedrijf te brengen. “Maar toen liep ik tegen een ander probleem aan. Ik mag ze geen mastiek verkopen, omdat ik mijn productie verplicht aan de coöperatie moet leveren. Ik moet nu mijn eigen mastiek terugkopen van de coöperatie, om het aan toeristen te kunnen doorverkopen.”

Vasilis en Roula Balas werken nu weer parttime als consultant om extra inkomen te verwerven. Toch hebben ze geen spijt van hun vertrek uit de stad. De kwaliteit van leven kan het lagere inkomen goed maken, zegt Balas. “Het leven is hier eenvoudiger en goedkoper. Van zowel groei als recessie merk je meer in de stad.” (IPS/JP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content