Freddy Versluys (Vlaams defensiebedrijf OIP): ‘Ons orderboek is voor twee jaar gevuld’

FREDDY VERSLUYS "Wij mogen niets leveren aan landen in oorlog, dus ook niet aan Oekraïne." © CHRISTOPHE KETELS
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Het orderboek van het Vlaamse defensiebedrijf OIP is uitstekend gevuld. En dat zal nog even zo blijven. Dat heeft niets met de oorlog in Oekraïne te maken. “Als we daarvoor een serieuze order krijgen, zullen we ten vroegste binnen anderhalf jaar kunnen leveren.”

Freddy Versluys staat boven op de T30 Piranha-tank van het Belgische leger. “Ik voel me net een mannequin”, lacht de 65-jarige gedelegeerd bestuurder van OIP in Oudenaarde. Optronic Instruments & Products is een specialist in cameratechnologie. De T30 Piranha-tanks worden momenteel in Oudenaarde gemoderniseerd en uitgerust met Spike-raketten. Daarin zitten twee camera’s. Als ze worden afgevuurd, blijven de camera’s via glasvezel verbonden met de tank. Dat vermijdt dat de vijand kan storen. Indien nodig kan het doelwit na het afvuren nog worden veranderd, want de militairen in de tank volgen via de camera’s in de raket de vlucht op een scherm. De glasvezel in de Belgische tanks is tot 7 kilometer lang, maar er zijn versies met kabels van 40 kilometer lang.

Componenten die we vroeger kochten voor 20 euro, kosten vandaag 1.000 euro

Het is slechts één voorbeeld van de hoogtechnologische activiteit van OIP. De onderneming maakte ook observatiecamera’s voor landingstoestellen op de maan en Mars. “Wij hebben op of rond elke planeet van ons zonnestelsel camera’s draaien”, meldt Freddy Versluys. Met die cameratechnologie, die door de wolken heen kan kijken, wordt de opwarming van de aarde in beeld gebracht. De camera op de Europese Proba V-satelliet brengt de vegetatie op aarde in beeld en verzamelt zo informatie over ziektes, oprukkende droogte en verstedelijking. De Nomad-camera spoort methaan op in de atmosfeer van Mars, wat zou kunnen wijzen op leven. Het materiaal voor die camera’s is bijzonder robuust, en ook duur. Voor de ontwikkeling zijn 80.000 tot 100.000 werkuren nodig.

OIP Het orderboekje van de defensiespecialist is voor twee jaar gevuld.
OIP Het orderboekje van de defensiespecialist is voor twee jaar gevuld.© CHRISTOPHE KETELS

Oorlog in Oekraïne

De zaken draaien goed bij de technologische topspeler, die 80 tot 85 procent van zijn omzet uit defensie haalt. Er waren wel verliezen door een filiaal in Doornik, dat handelt in tweedehands legermateriaal. De omzet sprong in 2020 omhoog ( zie tabel) en snelde in 2021 naar bijna 50 miljoen euro. “Daar zullen we dit jaar nog een schepje bovenop doen”, rekent Freddy Versluys. “Ons orderboek is voor twee jaar gevuld, met ongeveer 90 miljoen euro aan bestellingen. Dat is nodig. Anderhalf tot twee jaar is voor ons een comfortabele situatie. De vele bestellingen komen dus niet door de oorlog in Oekraïne. De vraag is niet gestegen sinds het begin van de oorlog. Al onze orders zijn altijd projectgebonden. Als we nu een order krijgen, kunnen we ten vroegste over zes tot acht maanden leveren. Als het om serieuze investeringen en onderdelen gaat, spreken we over achttien maanden tot vier jaar.”

De defensiespecialisten bij OIP sleutelen vooral aan contracten die al enkele jaren oud zijn. Eind 2019 raakte bekend dat de Waalse wapenproducent FN Herstal 2.600 halfautomatische precisiegeweren mocht maken voor het Franse leger. OIP levert de camera’s en de kijkers op de geweren. “Wij zijn de hoofdcontractant”, duidt Freddy Versluys, die tijdens de rondgang in de vestiging in Oudenaarde enkele van de nieuwe vizieren voor de geweren toont. “We wonnen tot onze eigen verbazing van de Franse concurrenten. Dat is heel uitzonderlijk. Bestellingen voor het leger worden meestal door bedrijven in eigen land gewonnen. Daarmee zijn we nu volop bezig. Het contract heeft een waarde van 64 miljoen euro, een substantieel bedrag dat wordt gespreid over drie tot vier jaar. De laatste orders werken we dit en begin volgend jaar af.”

Geef mij de goede Vlaamse ingenieurs. Waar zijn ze? Ze bestaan niet meer

Virtuele bril

Cerebro is een ander militair project dat nog in volle ontwikkeling is. Het is een heel geavanceerde camera, een vorm van verhoogde realiteit, waarmee soldaten in een tank los hun voertuig heen kunnen kijken. Zo kunnen ze zien, zonder dat ze het voertuig verlaten, of er zich vijanden in de omgeving bevinden. De beelden worden geprojecteerd in een soort van virtuele bril die de militair in de tank draagt. Dat gebeurt middels camera’s aan de buitenkant van de tanks, die zowel overdag als ‘s nachts zien. De eerste prototypes zijn klaar. Cerebro heeft wat weg van de helm van een F-35-piloot, het modernste gevechtsvliegtuig van de wereld. Ook daar ziet de piloot door de vliegtuigromp heen. “Cerebro is nog anders”, nuanceert Freddy Versluys. “Bij de F-35 wordt allerlei vluchtinformatie ingebracht. Ook de snelheid is totaal anders. Een tank rijdt maximaal 60 kilometer per uur. Cerebro is nog in volle ontwikkeling. Wij maken de volledige camera. De grote uitdaging is de tijd tussen de opname door de camera en de projectie van het beeld in het oog van de gebruiker zo kort mogelijk te maken. Dat mag maar een fractie van een seconde schelen.” Diverse legers willen Cerebro, maar namen noemt OIP niet.

Freddy Versluys (Vlaams defensiebedrijf OIP): 'Ons orderboek is voor twee jaar gevuld'
© CHRISTOPHE KETELS

Die twee grote orders zijn een perfecte illustratie van hoe OIP, en bij uitbreiding de hele defensie-industrie, werkt. De projecten worden gespreid over enkele jaren, tot zelfs een decennium. Aan een plotse vraag voldoen voor bijvoorbeeld Oekraïne is onmogelijk. “Het kan ook juridisch niet”, benadrukt Freddy Versluys. “Wij mogen niets leveren aan landen in oorlog. Daarvoor krijgen we geen exportvergunning van de Vlaamse overheid. We kunnen evenmin werken via tussenlanden, want we moeten steeds de eindgebruiker bekendmaken. België levert wel wapens aan Oekraïne. Dat zijn geen industriële leveringen, maar schenkingen van de federale overheid van bestaand legermateriaal.”

Prijzen maal 50

OIP heeft werk genoeg. Net als voor andere bedrijven is het opletten geblazen voor de inflatie en de tijdige levering van cruciale onderdelen. “De elektronicacomponenten zijn een groot probleem. Soms moeten we één tot zelfs drie jaar wachten op bepaalde onderdelen. Prijzen voor sommige onderdelen gaan maal 50. Componenten die we vroeger kochten voor 20 euro, kosten vandaag 1.000 euro. Het gaat soms om banale dingen: een simpel weerstandje is al een kritisch component voor onze toeleveringsketen. Ook bij onze aluminiumonderdelen regent het prijsstijgingen.”

In tegenstelling tot bijvoorbeeld autoproducenten heeft OIP de productie nog niet moeten stilleggen. “We hebben vorig jaar zwaar geïnvesteerd in de aankoop van elektronicacomponenten, zodat we de productie voor dit en volgend jaar kunnen veiligstellen. Overal waar we konden, hebben we componenten opgekocht. Dat kunnen we allemaal nauwelijks doorrekenen aan onze klanten. De meeste contracten lopen over drie tot vier jaar, met vaste prijzen.”

Nog een kopzorg zijn ingenieurs. OIP is een waar ingenieursfabriekje. Ze zijn goed voor 90 van de ongeveer 120 werknemers. Ook Freddy Versluys, die sinds 1989 actief is bij OIP en sinds 1996 de CEO is, is ingenieur van opleiding. “Ik zoek momenteel tien hoogtechnologisch opgeleide mensen. Ze zijn niet te vinden in België. Vijftig van onze negentig ingenieurs zijn Vlamingen. Maar er komen er ook uit Frankrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Geef mij goede Vlaamse ingenieurs. Waar zijn ze? Ze bestaan niet meer. Elk bedrijf kampt ermee. Het is een internationaal probleem.”

80 à 85 procent van de omzet haalt OIP uit defensie.

Freddy Versluys (Vlaams defensiebedrijf OIP): 'Ons orderboek is voor twee jaar gevuld'

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content