Zeno X Gallery stopt ermee: toppers als Luc Tuymans, Anne-Mie Van Kerckhoven en Michaël Borremans verkochten via de Antwerpse galerie

FRANK DEMAEGD "Sommige kunstenaars zijn hun eigen grootste vijand." © Franky Verdickt
Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

Zeno X, de gerenommeerde galerie in Antwerpen die kunstenaars als Luc Tuymans, Michaël Borremans en Anne-Mie Van Kerckhoven op de kaart zette, houdt eind dit jaar op te bestaan. Dat melden verschillende media. Trends publiceerde eind 2020 nog een interview met oprichter Frank Demaegd. Herlees hier.

Dit interview verscheen eerder, zoals hieronder, op 29 oktober 2020 in Trends Magazine.

Van een beurs in New York terug naar Antwerpen. Vandaar naar Peking voor een solotentoonstelling van Raoul De Keyser en weer naar Hongkong voor de volgende kunstbeurs. Zo zag maart eruit voor Frank Demaegd, de oprichter van Zeno X Gallery. “En plots werd alles afgelast en hoefden we niet meer te rennen van het ene vliegtuig naar het andere”, blikt hij terug. “De hectiek viel weg, maar de studiobezoeken ook. Nieuwe buitenlandse kunstenaars ontdekken was er even niet bij.”

Dat doet hij in normale omstandigheden wel nog. Al lijkt Demaegd en zijn team op het eerste gezicht genoeg te hebben aan de namen die ze nu al aan elkaar kunnen verbinden: klanten zoals François Pinault en duur verkopende kunstenaars zoals Luc Tuymans, Anne-Mie Van Kerckhoven en Anton Corbijn. Deze week opende Demaegd de nieuwe solotentoonstelling van Michaël Borremans. De maanden ervoor vulde het werk van Marlene Dumas de zalen van de galerie. Haar werk werd in deze coronatijden vooral digitaal gedeeld, net zoals dat van de andere artiesten van Zeno X. “Als mensen bepaald werk goed kennen, durven ze op basis van een scherm te beslissen”, zegt Demaegd. “Frank, vragen ze me dan, wat vind jij? Maak ik de juiste keuze? Op zo’n moment moet je niet proberen een goede verkoper te zijn. Dan moet je correct advies geven.”

Straks gaat u het niet anders meer willen.

FRANK DEMAEGD. “We hebben niet voor elke kunstenaar een wachtlijst. Het werk van jonge kunstenaars verkoop je moeilijker via een digitaal platform. Voor grote namen is het belangrijk dat de koper al een werk van die kunstenaar in het echt heeft gezien. Zodat hij niet voor een verrassing staat wanneer hij het werk krijgt. Het gaat tenslotte om serieuze bedragen. Voor het kleinste werk van Borremans betaal je bijvoorbeeld 180.000 euro. Sommige geïnteresseerden beseffen dat nog niet.”

Geeft dat hoge bedrag meer zekerheid dat de kopers geen speculanten blijken te zijn?

DEMAEGD. “Als er snel een grote vraag ontstaat naar een kunstenaar, heb je altijd kans dat er ook snel werken op veilingen terechtkomen. Dat is onder meer bij Borremans gebeurd. ( Girl with duck werd in 2015 voor 2,7 miljoen euro geveild, nvdr.) Wettelijk kunnen we niet verbieden dat een werk al na een paar jaar wordt geveild. We kunnen wel relaties opbouwen met mensen die al moeite hebben gedaan om een interessante collectie op te bouwen en daarom de kans krijgen werk te kopen. Soms moet je het verdienen om iets te kunnen kopen.

“Ik moet wel eerlijk zijn: de voorbije maanden hebben we verkocht aan mensen die niet bovenaan op onze lijst stonden en in andere omstandigheden misschien geen kans hadden gehad. Een aantal topspelers haakte in maart even af. De miljardairs die grote structuren en bedrijven veilig moesten stellen, lieten hun collectie even wachten om geen mensen te moeten ontslaan. Sommigen hebben ons daarna gecontacteerd om te vragen of bepaald werk toch nog beschikbaar was, maar we hadden het al verkocht, op basis van onderzoek en intuïtie. Je moet er uiteindelijk op vertrouwen dat een koper een werk even zal bijhouden. Al vragen we ook ermee naar ons te komen als hij opnieuw wil verkopen.”

Dat is niet altijd gelukt.

DEMAEGD. “Serieuze mensen komen wel opnieuw bij ons aankloppen. Zo vroegen Belgische verzamelaars die vroeg werk van Tuymans hadden, het voor hen te verkopen. Daardoor kon ik het aan het MoMA aanbieden. Je verdient dan minder dan wanneer je het aan de eerste de beste verzamelaar verkoopt die het meteen wil hebben, maar het blijft belangrijk. Topkunstenaars zijn zelf ook niet bezig met geld.”

Nochtans werd de tandem Tuymans-Demaegd eerder wel eens omschreven als ‘commercieel geslepen’.

DEMAEGD. “Ja, dat wel. Commercieel denken doe je ook in functie van de carrière van je kunstenaar. Je moet opletten dat je hem niet klein houdt. Belgische klanten zijn daarom vaak kwaad op mij geweest omdat ze geen werk meer konden aankopen. Maar hadden we dat wel toegelaten, dan was het vroeg of laat voorbij. Daarom hadden we ook een duidelijke afspraak met de galeriehouder in New York, toen daar voor het eerst werk van Tuymans op de markt kwam: niet verkopen aan Belgen. In Tokio kiezen we voor dezelfde strategie. Het duurt misschien wat langer om daar de juiste koper te vinden, maar we willen dat het werk in Azië blijft.”

De musea en de biënnales zitten in de greep van topgaleries

Welke invloed heeft Azië op de kunstmarkt?

DEMAEGD. “Toen de kunstbeurs Art Basel voor het eerst naar Hongkong trok, dacht ik nog dat Aziaten alleen maar werk van Andy Warhol zouden willen kopen. Ik dacht ook dat alles daar om kapitalistisch denken draait. Dat was een misvatting. Er zijn in Azië veel jonge mensen die een opleiding hebben om u tegen te zeggen en die zelfs private musea oprichten. Een jong koppel, twee dertigers, opende bijvoorbeeld het museum M WOODS. Zij ontdekten en kochten bij mij werk van Cristof Yvoré, een kunstenaar die overleed op 46 jaar en helemaal geen internationale carrière had. Nu kreeg hij plots een solotentoonstelling bij M WOODS. Die expo was waanzinnig. Er werden plafonds verlaagd en een raam geplaatst in het museum om zijn werk goed te doen uitkomen. En er was ongevraagd een heleboel merchandising gemaakt met zijn werk erop – kussens, sjaals ( lacht). Ook dat zijn Chinezen.”

FRANK DEMAEGD
FRANK DEMAEGD “Soms moet je het verdienen om iets te kunnen kopen.”© Franky Verdickt

Het kan mensen doen vermoeden dat elke kunstenaar die met u samenwerkt ooit de nodige eer krijgt.

DEMAEGD. “Ik ben best trots op hoever ik met kunstenaars zoals Luc Tuymans en Michaël Borremans ben gekomen, maar ik vraag me af of hetzelfde vandaag nog zou lukken met jonge kunstenaars. Ik denk ook wel eens na over waarom het met de ene kunstenaar wel lukt en niet met die andere kunstenaar, waar ik ook voor honderd procent in geloofde. Kunstenaars denken soms: als ik bij Zeno X binnen raak, is mijn broodje gebakken. Was het maar zo makkelijk. Vaak heeft het toch ook te maken met de persoonlijkheid van de kunstenaar. Sommige kunstenaars zijn hun eigen grootste vijand. Ze zijn geselecteerd voor een grote biënnale, maar maken het werk niet af. Of ze durven niet commercieel mee te denken. Of ze voeren zelf gesprekken met opdrachtgevers. Ook bij Luc Tuymans moest ik wel eens brandjes blussen, nadat hij weer te snel had toegezegd op een gunst die iemand hem op café had gevraagd. Kunstenaars gaan daarop in omdat ze geflatteerd zijn. Als galeriehouder moet je zoiets afwimpelen, strategisch nadenken en je kunstenaars beschermen. Je probeert hen wat te sturen.”

Zijn creatieve geesten te sturen?

DEMAEGD. “Er is niets lastiger dan naar het atelier van een kunstenaar te trekken om te zeggen dat zijn werk niet goed genoeg is. Kunstenaars denken dan meteen dat je als galeriehouder niet voldoende je best doet om hun werk te verkopen. Ze stoppen er zo veel energie in dat ze niet zien dat het misschien aan hen ligt. Het moeilijkste is dan het vertrouwen te behouden. In het begin durfde ik niet in te grijpen. Ik dacht dat een kunstenaar moest kunnen doen wat hij zelf wil. Achteraf had ik soms vroeger tussen moeten komen.”

Giet u de samenwerkingen met kunstenaars in contracten?

DEMAEGD. “Er staat niets op papier. Zo werkt het bijna overal in de kunstwereld. Ook in de grote galeries. Ik zou niet weten wat we in een contract zouden moeten gieten. Hoeveel werken er per maand moeten worden verkocht? Terwijl het misschien interessanter is dat een kunstenaar eerst in musea terechtkomt en later pas goed begint te verkopen? Of de verdeelsleutel bij de verkoop? Die is fiftyfifty. Het blijft dus bij een gentlemen’s agreement. Als een van beide partijen morgen zegt dat de samenwerking afgelopen is, dan is dat zo.”

Dan moet u wel een groot vertrouwen hebben in de mens.

DEMAEGD. “Er is afhankelijkheid van beide kanten, want je bouwt samen iets op. Ik zou een kunstenaar ook kunnen laten vallen omdat hij niets opbrengt, maar dat doe je niet als je iemand je vertrouwen hebt gegeven. Bovendien heb ik zijn of haar werk meestal al wel aan enkele verzamelaars verkocht. Zij zouden mij ook niet meer vertrouwen als ik daarna de banden met een kunstenaar doorknip. Als galeriehouder moet je dus met de billen bloot. Je maakt keuzes en moet daar achter blijven staan. Je moet meegaan in dipjes van een kunstenaar, en hopen en geloven dat hij daarna opnieuw in positieve zin evolueert. Of dat de tijdsgeest meezit. Nu zijn mensen bijvoorbeeld minder op zoek naar zwaar werk, ze willen luchtigheid.”

Er staat niets op papier. Zo werkt het bijna overal in de kunstwereld. Ook in de grote galeries

Die luchtigheid is minder de stempel van Zeno X.

DEMAEGD. ( Lacht) “Ik kom ook uit een andere periode. Mijn referentiekader is anders. Soms zie ik zaken waarvan ik denk dat ze niets voorstellen, om daarna te merken dat ze toch waanzinnig goed verkopen. Ligt het dan aan mij, ben ik niet meer mee? Ach, de kunstwereld is ook gewoon veranderd. Toen ik begon, had een grote galerie twintig personeelsleden. Vandaag heeft een grote galerie tweehonderd mensen in dienst. Je kunt je zelfs afvragen of dat nog galeries zijn en geen trofeeënjagers. Tegelijk maken ze wel fantastische tentoonstellingen waar musea geen budgetten meer voor hebben. Die topgaleries bepalen tegenwoordig ook de marktwaarde van een werk. Plukt een grote galerie een jonge kunstenaar weg bij een andere galerie, dan is zijn werk plots geen 5000 euro meer waard, maar 50.000 euro. Waarop is dat gebaseerd? Op het feit dat die grote galerie geen werk van 5000 euro verkoopt. De geleidelijkheid verdwijnt.”

Een negatieve evolutie?

DEMAEGD. “Eerder een nieuwe werkelijkheid. Een galerie is een merk geworden. Sommige mensen kopen gewoon omdat ze iets van dat merk willen. Ze denken dat het dan automatisch wel goed zal zijn. In eerste instantie is dat positief voor de kunstenaars, maar de vraag is of het zo kan blijven draaien. Musea hebben daardoor al niet meer de budgetten om te tonen wat ze willen, terwijl sommige galeries zo rijk zijn dat ze veel macht hebben. De musea en de biënnales zitten in de greep van topgaleries. Bij de Biënnale van Venetië hebben de curatoren niet meer voldoende geld. Als je wilt dat het werk van je kunstenaar daar wordt getoond, moet je als galerie zelf het transport betalen. Daar komt veel kritiek op. Je kunt er geen kunstenaars meer ontdekken die nog geen galerie hebben. In die nieuwe realiteit moet je als kleine galerie je plek zoeken. Wil ik bijvoorbeeld morgen ook vijf filialen ter wereld hebben? Zal dat mij gelukkig maken?”

Financieel schijnt het alvast interessanter wereldwijd filialen te openen dan de kunstbeurzen achterna te reizen.

DEMAEGD. “Vanuit financieel oogpunt is dat misschien zo, maar daar hoef ik het niet meer voor te doen. Ik wil vooral plezier blijven beleven aan mijn baan. Ik speel mee op een bepaald niveau en kan niet anders dan op dat niveau blijven spelen. Heel af en toe zou ik er toch wat relaxter in willen staan en kunst nog eens los van alles willen zien. Tot het zover is, blijf ik alles toch in functie van de galerie bekijken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content