Met de verkoop van Volvo Car trekt Ford een streep onder zijn avontuur met luxewagens. Zondag bereikte de Amerikaanse autobouwer daarover een akkoord met het Chinese Geely.
De ‘Premier Automotive Group’ kostte het bedrijf een flinke smak geld. Deze luxepoot van de Amerikaanse autobouwer omvatte de merken Aston Martin, Jaguar, Land Rover en Volvo. Maar de consumenten vonden de verschuiving van hun luxemerk naar een gewone autoproducent maar niets. Ford had bovendien operationele problemen en dat leidde tot grote verliezen.
Wie er wel bij vaarde, was Volvo Group. Het Zweedse bedrijf boekte een meerwaarde na de verkoop van de autodivisie van 3,1 miljard euro. Ford betaalde in 1999 een overnameprijs van 6,41 miljard euro, inclusief 2,88 miljard euro schulden. Het Chinese Geely betaalt nu 1,34 miljard euro, waarvan 149 miljoen euro via een lening van Ford.
In 2006 was al Aston Martin verkocht. In 2008 volgden Jaguar en Land Rover. Volvo is de laatste in de rij.
W.R.
Veel luxe, nog meer verliezen Resultaat vóór belastingen, in miljoenen euro
2002: -866 miljoen euro
2003: 130 miljoen euro
2004: -631 miljoen euro
2005: -1388 miljoen euro
2006: -1759 miljoen euro
2007: -1850 miljoen euro
2008: -1216 miljoen euro
2009: -652 miljoen euro.
DE OMREKENING VAN DOLLAR NAAR EURO, TELKENS IN HET BEGIN VAN HET NIEUWE KALENDERJAAR. DE CIJFERS VAN 2002 TOT EN MET 2007 GELDEN VOOR DE VOLLEDIGE AFDELING PREMIER AUTOMOTIVE GROUP. VANAF 2008 ZIJN HET APARTE CIJFERS VOOR VOLVO CAR.
BRONNEN: FORD MOTOR COMPANY, SEC
