Farmasector vraagt gunstig klimaat voor klassieke geneesmiddelen

© belga
Roeland Byl redacteur bij Trends

Het Kenniscentrum (KCE) start een stakeholderoverleg over biosimilaire geneesmiddelen. Pharma.be verkondigt intussen de dood van het blockbustermodel en vraagt in crisistijd extra aandacht voor de economische bijdrage van de sector.

Het Kenniscentrum (KCE) start een stakeholderoverleg over biosimilaire geneesmiddelen. Pharma.be verkondigt intussen de dood van het blockbustermodel en vraagt in crisistijd extra aandacht voor de economische bijdrage van de sector.

Volgens Leo Neels, de algemeen directeur van pharma.be, evolueert zijn sector naar gepersonaliseerde geneeskunde. Dat heeft tot gevolg dat de doelgroep van een geneesmiddel kleiner wordt, terwijl de onderzoekskosten stijgen. Bovendien neemt door de economische crisis de druk op de beschikbare middelen van de ziekteverzekering toe.

Traditioneel komt er budgettaire ademruimte door de prijscompetitie zodra een generische variant op de markt verschijnt. “Ook dat model komt op de helling te staan. Bij biologische geneesmiddelen moet de overheid niet te veel verwachten van goedkope alternatieven. Zo’n middel ontwikkelen is erg duur en complex. Prijsverschillen tussen originele biologische geneesmiddelen en biosimilars zullen daarom veel kleiner zijn dan in het klassieke blockbustermodel.”

De sleutel om die trends te counteren, ligt volgens de farmasector niet in de geplande promotie van generische geneesmiddelen, maar in een gunstig klimaat voor de klassieke farmasector. “De overheid heeft het intellectuele besef over de waarde van onze sector intussen wel, maar ze kan dat blijkbaar niet altijd doortrekken in haar beleid. Verplichte substitutie en internationale prijsreferentie in een farmaland als België zijn een onverstandig signaal aan de investerende farmabedrijven. Als de middelen schaars zijn, moet je ze inzetten in sectoren waar je therapeutisch voordeel kunt halen en tegelijk ook je economisch weefsel in de kenniseconomie ondersteunt.”

Motor van de kenniseconomie

Met 32.000 werknemers is de farma-industrie in België fors vertegenwoordigd. Terwijl België 2,8 procent van het Europese bruto nationaal product (bnp) inneemt, zorgt de geneesmiddelenindustrie in ons land voor 4,8 procent van de werkgelegenheid, 3,4 procent van de productie, 6,4 procent van de onderzoeksuitgaven en neemt ze 13,5 procent van de export van de Europese farma voor haar rekening.

In Europa investeert de farmasector gemiddeld 17 procent van zijn omzet in onderzoek en ontwikkeling. In België wordt zelfs 50 procent van de sectoromzet aan terugbetaalbare geneesmiddelen geïnvesteerd in O&O.

De jongste maanden krijgt de sector ook de nodige politieke erkenning voor die economische rol. De minister van Sociale Zaken, Laurette Onkelinx (PS), ondertekende met de beroepsvereniging in oktober een kaderakkoord. In dat ‘Stabiliteitspact’ erkent de minister het economische belang en belooft ze onder andere de sector in termen van groei en besparingen op gelijke voet met de andere takken in de ziekteverzekering te behandelen. In het verleden werden besparingen vaak vooral bij de geneesmiddelenindustrie gezocht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content