Europees Hof: ‘Lidstaten kunnen Airbnb niet zomaar beperkingen opleggen’

De activiteiten van Airbnb zijn een ‘dienst van de informatiemaatschappij’, en dus heeft het bedrijf vrijheid van dienstverlening. Dat heeft het Europees Hof beslist. EU-lidstaten kunnen het bedrijf dus niet zomaar beperkingen opleggen om de consumentenrechten te beschermen zonder de toestemming van de Europese Commissie.

Het online platform Airbnb laat particulieren toe om hun appartement of woning op korte termijn te verhuren. Maar volgens tegenstanders werkt het op die manier als vastgoedmakelaar. Zo bekeken, zouden de diensten van Airbnb in strijd zijn met de Franse vastgoedwetgeving. Daarom wordt het bedrijf er vervolgd.

Het platform ontkent steevast dat het als vastgoedmakelaar handelt. Bovendien is de hoofdzetel voor de Europese activiteiten in Ierland gevestigd, waardoor de Franse wetgeving niet van toepassing kan zijn omdat het bedrijf elektronische diensten aanbiedt die onder de vrijheid van dienstverlening in de EU vallen, klinkt het verweer.

De Franse rechter vroeg advies bij het Europees Hof van Justitie. De vraag was of Airbnb inderdaad onder de Europese dienstenrichtlijn valt, en of het dan nog aan de Franse vastgoedregels moet voldoen. In een arrest oordeelt het Hof nu dat Airbnb een informatiedienst levert door online te bemiddelen tussen huurders en verhuurders van woningen of appartementen. De activiteiten van het bedrijf vallen daardoor onder de vrijheid van dienstverlening, klinkt het, en dus geldt de vrijheid van dienstverlening. De rechters stellen daarnaast vast dat Airbnb ‘geen beslissende invloed uitoefent’ op de huurprijzen.

Frankrijk kan het bedrijf dus niet zomaar inperkingen opleggen, ook al omdat Airbnb vanuit Ierland opereert. Als Frankrijk de dienst toch wil inperken, moet dat geval per geval gebeuren en moet Frankrijk de Europese Commissie daarover inlichten, én Ierland eerst vragen om zelf maatregelen te nemen.

Partner Content