Emna Everard (CEO Kazidomi): ‘Het scheelde geen haar of ik had opgegeven’

EMNA EVERARD "Ik heb geleerd me te omringen met positieve mensen."

Op je 23ste oog in oog staan met potentiële investeerders kan behoorlijk intimiderend zijn. En soms zelfs traumatiserend. Het betekende ei zo na het einde van Kazidomi. Gelukkig hield Emna Everard vol. Haar webshop voor gezonde voeding is intussen uitgegroeid tot een bekende naam.

Twee weken nadat Inspiring Fifty, een internationale organisatie die ijvert voor meer vrouwelijke rolmodellen in de technologiesector, haar had uitgeroepen tot een van de vijftig meest inspirerende techvrouwen van ons land, deed Emna Everard op LinkedIn het relaas van een voorval van drie jaar geleden dat tot nadenken stemt. Hoe blik je terug op een rampzalige afspraak bij een investeringsfonds dat je project onbarmhartig de grond in boorde, en dat terwijl dat project later is uitgegroeid tot een van de goudhaantjes van de Belgische e-commerce? Ruim 5000 reacties en 250 commentaren later vertelt ze wat er toen is voorgevallen en welke lessen ze heeft getrokken uit de traumatische ervaring, ook al is ze daar al helemaal overheen.

Aandelen geef je uitsluitend aan partners met wie je voor lange tijd in zee gaat

Wat is er precies gebeurd?

EMNA EVERARD. “Het ging om een investeringsfonds in Brussel. Het was de eerste keer dat ik naar zo’n afspraak ging. Ik was 23, zij zeker twee keer zo oud. Ik was net afgestudeerd, zij erg zelfverzekerd. De meeting was bar slecht begonnen, want een van de vennoten zat voortdurend op zijn smartphone te kijken. Toch gaf ik de moed niet op. Ik probeerde interactie tot stand te brengen en zijn aandacht te trekken. Tevergeefs. Na 10 minuten keek hij op, om me meteen te bestoken met striemende vragen: ‘Wat weet u van de distributiesector? Van digitalisering? Denkt u echt dat er potentieel in uw plannen zit?’ Ik probeerde te antwoorden, maar sukkelde een beetje. Voor hem het sein om me definitief af te maken: ‘In grote lijnen komt het er dus op neer dat u een winkeltje gaat openen. Als ik bij jongeren dat soort ambitie zie, word ik daar niet goed van.'”

Wat deed u dan? Er extra hard tegenaan gaan of wegkruipen in een hoekje?

EVERARD. “Ik zat behoorlijk in de put. Na de meeting ben ik huilend naar huis gegaan. Er speelde maar één gedachte door mijn hoofd: er de brui aan geven. Ik was gedemotiveerd, het scheelde geen haar of ik had opgegeven. Die ervaring druiste totaal in tegen de aanpak van de mensen met wie ik gewoonlijk omging bij Solvay en die zweerden bij steun en welwillendheid.”

Uiteindelijk hebt u zich niet laten ontmoedigen.

EVERARD. “Nee. Na die afspraak ben ik naar mijn bank gegaan. Ze kon moeilijk garanderen dat ik een lening zou krijgen met als startkapitaal enkel het bedrag dat nodig was om mijn besloten vennootschap op te richten – niet bepaald veel dus. Gelukkig konden mijn vennoot en ik via Eric Everard onze eerste financiering krijgen. Dat was voldoende om een vliegende start te nemen. Zes maanden later hadden we al vier medewerkers in dienst en beschikten we over een businessmodel dat meer vertrouwen inboezemde, zodat we met een geloofwaardiger verhaal konden aankloppen bij een businessangel.”

Een van de vennoten van dat fonds heeft later opnieuw contact met u opgenomen, nadat hij u had horen spreken op een conferentie over ondernemerschap.

EVERARD. “Ja, maar ik denk dat hij dat heeft gedaan zonder zich te herinneren dat ik ooit bij hem ben geweest. Investeerders zien heel veel ondernemers. Ik had de gelegenheid kunnen aangrijpen om op het voorval terug te komen, maar ik koos ervoor de e-mail in mijn prullenbak te kieperen en niet achterom te kijken. Ik heb geleerd me te omringen met positieve mensen. Niet naïef of beaat, maar wel positief, zowel privé als op het werk. Een voorbeeld? Een vriend van mij vroeg geregeld hoeveel dozen granola ik bij de lancering van de website had verkocht. Ik heb de band met hem verbroken, want zulke opmerkingen, zelfs al is de toon humoristisch, getuigen van een neerbuigendheid waar ik geen boodschap aan heb. Zes maanden later sloeg hij een andere toon aan.”

Wat moet een ondernemer van zo’n voorval onthouden?

EVERARD. “Dat je de moed niet mag laten zakken, zelfs niet wanneer ervaren mensen je project met de grond gelijk maken. Ze hebben het niet per se bij het rechte eind. Ik coach nogal wat jonge ondernemers en ik hoor geregeld dat wat mij toen is overkomen geen alleenstaand geval is, of er nu investeringsfondsen, businessangels dan wel banken mee gemoeid zijn. Al moet ik erkennen dat je niet alle durfkapitalisten over dezelfde kam mag scheren. En het is evenmin een Belgisch euvel. Ik heb te maken gehad met Franse fondsen die min of meer hetzelfde zeiden als wat ik tijdens die eerste afspraak in Brussel te horen kreeg.”

U wees er onlangs op hoe gevaarlijk het is een consultant of een expert die noodzakelijk is om een bedrijf op te starten, in het kapitaal te laten stappen.

EVERARD. “Klopt. Meestal gaat het om de programmeur. Wie afstudeert aan een businessschool, heeft zelden ‘programmeren’ bovenaan op zijn of haar cv staan. Dus ben je geneigd te aanvaarden dat sommige programmeurs aandelen van het bedrijf krijgen, omdat je het geld niet hebt om te betalen voor de diensten die ze leveren. Dat is een valstrik. Je kunt het werk in eerste instantie beter uitbesteden in het buitenland. De kans bestaat dat de programmeur die aanvankelijk zo nuttig was, dat nadien niet meer is, als je business is geëvolueerd. Aandelen geef je uitsluitend aan partners met wie je voor lange tijd in zee gaat en met wie je verenigbare belangen hebt.”

Trends zet een jaar lang elke week een vrouwelijke topmanager, wetenschapper, techondernemer of influencer in de schijnwerpers. De vijftig vrouwen staan op de eerste lijst van Inspiring Fifty Belgium.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content