Eén op de drie advocaten is niet voorbereid op moeilijke toekomst
Slechts één op de drie advocaten denkt dat zijn kantoor voorbereid is op veranderingen in de juridische markt. Dat blijkt uit een onderzoek van Wolters Kluwer bij 700 juristen in de Verenigde Staten en negen Europese landen.
“De belangrijkste vaststelling van de studie is de enorme kloof tussen het belang dat de advocaten hechten aan de invloed van technologie en digitale tools op de werking van hun beroep en de eigen inspanningen om zich daarop voor te bereiden”, zegt Peter Callens, advocaat bij Loyens & Loeff en stafhouder van Brussel. “Dat betekent dat heel veel kantoren ongewapend in een tijdperk van ontwrichting stappen en het dus economisch erg moeilijk zullen hebben.”
Vier op de vijf bedrijfsjuristen vinden het belangrijk dat de advocatenkantoren waar ze mee werken, inzetten op technologie. Dat moet ook de kosten van de erelonen drukken. Volgens de studie is de besparing van externe kosten de topprioriteit voor bedrijfsjuristen, gevolgd door de verbetering van juridische transacties en projectbeheer.
Callens, tot voor kort bij Loyens & Loeff actief als advocaat bij fusies en overnames: “Kostenbeperking is al langer een issue bij de cliënten. Zelf lossen we dat op door bijvoorbeeld digitale, geautomatiseerde modelcontracten en -documenten te gebruiken, waardoor we de cliënten snel en kostenefficiënt voorzien van advies. We hebben bijvoorbeeld standaardmodellen voor aandeelhoudersovereenkomsten, algemene vergaderingen of de afhandeling van overnames.”
Ook bij een due diligence-onderzoek (een financieel-economisch onderzoek in het kader van bedrijfsovernames) neemt de digitalisering toe. Callens’ medewerkers moeten bij de overname van een bedrijf grondig onderzoeken of er geen juridische risico’s bestaan, die op het eerste zicht minder duidelijk zijn. Dat neemt veel tijd in beslag en is erg duur. “Dat onderzoek gebeurt steeds meer via digitale tools. Dat zal de kosten drukken”, zegt Callens.
Investeren in technologie
Zes op de tien advocatenkantoren zien in artificiële intelligentie de technologie die de grootste impact zal hebben de komende drie jaar. Van big data en predictive analytics (het voorspellen van de juridische uitkomst in een geschil) verwacht twee derde van de juridische departementen dat ze de komende drie jaar een impact zullen hebben. Callens, die in september de voorzitter wordt van de Orde van Vlaamse Balies: “Momenteel spelen beide amper een rol voor de Vlaamse advocaten. Ik verwacht wel dat dit voor een bepaald type van advocaten snel kan gebeuren. Ik denk aan verzekeringsadvocaten. Zij zullen aan hun klanten moeten uitleggen of het starten van een juridische procedure statistisch gezien nuttig is.”
Volgens de stafhouder kan predictive analytics het recht verschralen. Stel dat statistisch gezien een rechtszaak op basis van eerdere procedures slechts 33 procent kans heeft om gewonnen te worden. “Puur financieel kan je dan redeneren dat je zo’n zaak beter niet voor de rechtbank brengt”, voorspelt Callens. “Als een advocaat dat dan niet doet, vermindert hij de kans op vernieuwing van de rechtspraak. De zaak had eventueel wel gewonnen kunnen worden met een juridische innovatie.”
Terwijl 79 procent van de bedrijfsjuristen het belangrijk vindt dat de advocatenkantoren waarmee ze werken, blijk geven van efficiëntie en productiviteit, zegt slechts 28 procent dat dat een zeer goede omschrijving van hun huidige kantoor is. Slechts twee derde van de advocatenkantoren investeert effectief in technologie die de interne en externe werking van het kantoor ondersteunt.
“Een aantal kantoren investeert amper in technologie”, redeneert Callens. “Het is best mogelijk dat zij afwachten tot zij die gewoon extern kunnen aankopen. Hoe dan ook zal zo’n interne ontwikkeling of externe investering duur zijn. Middelgrote kantoren zullen het moeilijk hebben om dat te doen. Ik verwacht dan ook dat er nog een golf van schaalvergroting komt bij de advocatenkantoren, zeker als ze werken voor bedrijven. Lokale strafpleiters en echtscheidingsadvocaten zullen blijven bestaan, net als kantoren die uitstekend advies kunnen verlenen aan lokale kmo’s. Ook nichekantoren in arbeids-, financieel, intellectuele eigendomsrecht en dergelijke kunnen digitale tools op hun maat ontwikkelen. Maar de middenmoot van de zakenadvocatuur zal het moeilijk hebben.”
Big Four
Ook al omdat de Big Four zich opwerpen als grote concurrenten. De Brusselse balie, waarvan Callens stafhouder is, liet toe dat de advocatenkantoren de naam van de Big Four in hun merk dragen. Zo werd het advocatenkantoor Laga van de ene dag op de andere Deloitte Legal. De beslissing van de Brusselse balie werd in de rest van togadragend Vlaanderen niet altijd met enthousiasme ontvangen. Callens: “De concurrentie door de Big Four, die massaal in IT kunnen investeren, is een marktgegeven. Dat die advocatenkantoren onder hun naam opereren, is een kwestie van transparantie. En ja, zij worden stevige concurrenten van de klassieke kantoren. Die moeten alert worden om hun positie te behouden.”
Zijn de Belgische advocatenkantoren sterk getroffen door de coronacris, die hen raakt boven op de structurele digitale uitdaging? “Als er niets gebeurt, dan heeft een advocaat het lastig”, zegt Callens. “Daarom had de lockdown een erg negatieve impact op veel praktijken. Maar bij een sterke economische groei of – zoals nu – nakende herstructureringen of herfinancieringen komt er enorm veel werk op ons af. Of het goed of slecht gaat, werk is er altijd. Niets is zo slecht voor de advocaat als stilstand. Er zullen wel eventueel betalingsproblemen zijn bij sommige cliënten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier