De Raad van State schorst de toewijzing van het mega-order van De Lijn aan het Spaanse CAF. Het Brugse Bombardier had op die bestelling gerekend.
Eind oktober raakte bekend dat niet het Brugse Bombardier, dat op het order van de vervoersmaatschappij had gerekend, maar de Spaanse concurrent CAF de megabestelling voor 146 trams van De Lijn in de boeken mocht schrijven.
Dat kwam hard aan in de de Brugse vesting, waarop de directie besliste een klacht in te dienen bij de Raad van State. Het resultaat daarvan werd vandaag bekendgemaakt.
De bestelling stemt overeen met een totaalbedrag van 320 miljoen euro, of de meest omvangrijke bestelling ooit van trams bij De Lijn.
De toestellen moeten de oude vloot deels vervangen, maar er komen ook extra trams bij. Ze zullen worden ingezet aan de kust en in Antwerpen en Gent. In 2018 zouden de eerste nieuwe toestellen in het straatbeeld moeten verschijnen.
Het bijzonder adviesorgaan van de Raad van State heeft nu geoordeeld dat Bombardier en CAF niet gelijk behandeld werden door de vervoersmaatschappij.
Het struikelblok zou de berekening van het preventieve onderhoud zijn. De Raad van State oordeelt dat De Lijn ‘niet heeft nagegaan in hoeverre de door de inschrijvers (De Lijn en Bombardier, nvdr.) aangeboden preventieve onderhoudsprogramma’s uitgaan van een realistische inschatting ervan, hoewel deze mede bepalend lijken te zijn voor het berekenen van de kostprijs voor preventief onderhoud’, luidt het oordeel.
“We zijn zeer opgelucht met de beslissing van de Raad van State”, aldus Mieke Delarivière van Bombardier in een reactie op de beslissing van de Raad van State. De Vlaamse vervoersmaatschappij wenst voorlopig inhoudelijk niet te reageren.
(Belga/BO)
