De Luxemburgse brouwer Bofferding won in 2010 opnieuw marktaandeel. Vooral ten koste van AB InBev.
Trends had een gesprek met Frédéric de Radiguès, de algemene directeur van Bofferding, en zelf een ex van de Leuvense brouwer. Van 1990 tot 2005 werkte de Belg bij AB InBev. Maar sinds hij half februari bij de marktleider in Luxemburg aan de slag ging, legt hij daar enkel groeicijfers voor. En dat op een dalende West-Europese biermarkt.
Het volume (de verkoop van frisdranken inbegrepen) klom in 2010 naar 420.181 hectoliter. “Welke brouwer in West-Europa kan nog een volumestijging van vier procent voorleggen”? vraagt Frédéric de Radiguès. “Eigenlijk is dat niet veel. Maar bij de grote brouwers zijn de cijfers zelfs negatief. Er is in West-Europa dus duidelijk plaats voor regionale spelers zoals wij. Wij zijn omringd door de grote jongens zoals AB InBev, Carlsberg en Heineken. Onze positionering is die van een lokale brouwer in een straal tot 200 kilometer rond de brouwerij. Want bij grotere afstanden worden de logistieke kosten te hoog. Wij werken in eigen land en in de export. In België in Wallonië en Brussel”.
In Wallonië verkoopt Bofferding ongeveer 20.000 hectoliter. Dat gebeurt uitsluitend via de horeca. De Luxemburger is daarmee één van de weinige groeiers in een horecamarkt die tussen 2004 en 2010 met bijna een kwart daalde. Bofferding heeft een half procent van de markt van vier miljoen hectoliter. “We blijven uiteraard heel klein”, lacht Frédéric de Radiguès. “Maar we groeien elk jaar met 20 procent in een moeilijke markt. We willen ons ontwikkelen in een dalende markt. We leveren nu aan 600 cafés in Brussel en Wallonië. In sommige dorpen leveren we aan de helft van de cafés”.
Vanaf dit jaar zal Bofferding in Wallonië ook adverteren in kranten en op televisie.
