Agro-ecologie verzoent landbouw en natuurbeheer: ‘Regenwormen zijn de ploegen van de toekomst’

© FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Agro-ecologie maakt de landbouw milieuvriendelijker. Een goede bodem is een groot deel van de oplossing voor rampen met droogte en watersnood, voor de klimaatverandering of voor de biodiversiteitscrisis. Agro-ecologie, een vorm van landbouw die de bodem en de natuur herstelt in plaats van uitput, begint ook in de gangbare landbouw door te dringen.

“De boerderij bestaat al 43 jaar, maar de grond heeft nog nooit een ploeg gezien”, zegt Jan Vanhuysse van De Wassende Maan. “De bodem wordt door aangepaste machines gewoon losgewrikt. In de bovenste twee centimeter van de grond vindt het bacteriologische leven plaats. We willen niet dat een ploeg dat een halve meter onder de grond duwt. Dan kan dat leven zijn werk niet doen, terwijl het voor een groot deel kunstmeststof vervangt.”

Vanhuysse is sinds vijf jaar de algemeen directeur van De Wassende Maan, een van de Vlaamse pioniers van de agro-ecologie. Dat is een ecologische landbouwbenadering die de natuur niet beschadigt, maar haar net de kans biedt zichzelf te herstellen. Het bedrijf in Deinze telt 26 werknemers – ook de vier boeren zijn in dienst -, draait een omzet van 2,6 miljoen euro per jaar, en introduceerde in 1995 de groenteabonnementen in Vlaanderen. Het heeft daar 1.400 klanten voor. Sinds een jaar is de winkel bij de boerderij uitgebreid tot een biosupermarkt. De zowat tweeduizend klanten vinden er verse groenten, maar evengoed dierenvoeding, cosmetica of schoonmaakmiddelen.

Je zou kunnen zeggen dat braakliggende grond niet productief wordt gebruikt, maar daar ben ik het niet mee eens. Die grond is zichzelf aan het verbeteren tot waardevolle landbouwgrond’

Jan Vanhuysse, De Wassende Maan

Begin dit jaar pionierde De Wassende Maan opnieuw met de plukbox, waarmee klanten groenten kunnen bijbestellen – als ze gasten verwachten bijvoorbeeld – en dus zelf hun pakket mee samenstellen. De Wassende Maan investeerde daarvoor stevig in software. De komende twee jaar werkt het aan een e-commerceplan om het netwerk van vijftig afhaalpunten in de regio Gent aan te vullen met dertig gemoderniseerde afhaalpunten. “Mensen zullen dan kunnen bestellen en twee dagen later staat hun bestelling in het afhaalpunt”, zegt Jan Vanhuysse.

Zes meter vrije ruimte

Wat zijn de andere verschillen met een klassieke boerderij, naast het ploegen? De Wassende Maan gebruikt geen pesticiden of meststoffen. Het beperkt zich niet tot vier à vijf teelten, maar zet vijftig tot zestig teelten op binnenkort bijna 25 hectare grond. Dat gaat van tomaten over mizuna en watermeloen tot binnenkort zelfs kikkererwt – door de klimaatopwarming wordt die teelt bij ons mogelijk. Als er eens een teelt mislukt, vangt de rest van de productie dat op. “Wij werken met een teeltrotatiesysteem op zeven jaar. In die tijdspanne ligt een grond twee jaar braak. Je zou kunnen zeggen dat die grond dan niet productief wordt gebruikt, maar daar ben ik het niet mee eens. Die grond is zichzelf aan het verbeteren tot waardevolle landbouwgrond.”

Niet alleen de vele teelten maken de boerderij veerkrachtiger, ook het inzetten op biodiversiteit. Natuur en landbouw hoeven niet in onmin te leven, ze kunnen wel degelijk hand in hand gaan, zegt Vanhuysse. “We zijn ommuurd door vrij brede hagen omdat de buurman wel sproeit, maar ook omwille van de biodiversiteit. De hagen trekken insecten aan die dan weer andere insecten op de groenten verdelgen. Sinds vorig jaar mulchen (de bodem bedekken met een laag organisch materiaal, nvdr) we met grasklaver. Tegen dat de groene selder klaar was voor de oogst, was de mulchlaag vrijwel volledig verteerd en kon die gewoon in de grond worden gewerkt. Hij voegde zo stikstof toe aan de grond. Wij hebben die groene selder nooit water moeten geven, terwijl we elders constant bezig waren met de droogte.”

JAN VANHUYSSE
JAN VANHUYSSE “Natuur en landbouw hoeven niet in onmin te leven, ze kunnen wel degelijk hand in hand gaan.”© FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG

Voor een boerderij als De Wassende Maan is het recente voorstel van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir om op alle akkers langs een waterloop een teeltvrije zone van zes meter te creëren, geen probleem. De meeste landbouwers zien zo productiegrond verloren gaan, maar Vanhuysse ziet dat anders. “Wij blijven nu al zes meter van de beek. Op dat stuk zaaien we veel wilde bloemen in, het is een bron van biodiversiteit.” Als je het verschil tussen een agro-ecologisch en industriële boerderij heel kernachtig wilt samenvatten, dan kun je zeggen dat ze op een totaal verschillende manier met de bodem omgaan. “Wat ons bijzonder maakt, is de extreem grote zorg voor de bodem”, zegt Jan Vanhuysse, van opleiding een econoom.

Koe is ook goed

De kwaliteit van de bodem is al een kwarteeuw het onderzoeksdomein van Jeroen Watté van Wervel. De vzw ijvert voor een gezonde landbouw. Ze organiseert op 5 december – Wereldbodemdag – samen met het Vlaams Instituut voor Landbouw- Visserij- en Voedingsonderzoek Ilvo en de Brusselse universiteit VUB een congres. Daar gaan wetenschappers – onder andere uit de Verenigde Staten – in dialoog met beleidsmakers en pioniers in de regeneratieve landbouw en agro-ecologie. “70 procent van de Europese landbouwbodems is in gedegradeerde staat”, zegt landbouwingenieur Jeroen Watté. “Ons productiemiddel gaat achteruit met onze huidige manier van boeren. Dat is een enorm kapitaalverlies dat zelfs landbouweconomen nog nauwelijks in beeld hebben.” Watté vergelijkt het met hoe we vroeger en nu naar het menselijk lichaam keken. “In tegenstelling tot vroeger weten we nu dat onze darmflora ons een sterk immuunsysteem bezorgt. Het immuunsysteem van de planten zit in het bodemleven, en daarmee is het dramatisch gesteld. Met agro-ecologie en bodemdiversiteit krijg je micro-organismen en die maken de bodem weer luchtig. De regenwormen zijn de ploegen van de toekomst.”

De Europese Commissie is stevig in actie geschoten om daar iets aan te doen. Het kwam met drie initiatieven voor de bodem die de komende jaren worden uitgewerkt: onderzoek, monitoring en strategie. “De EU Soil Strategy zal bodemeisen stellen waaraan de lidstaten moeten beantwoorden, net zoals er nu al stikstofeisen of watereisen zijn”, legt Jeroen Watté uit. Er wordt een EU-observatorium opgericht voor kennis, onderzoek en bewustwording rond de bodem. En in het innovatieprogramma Horizon Europe werd met A Soil Deal For Europe een onderzoeksprogramma gelanceerd, dat onder meer moet leiden tot honderd Europese levende laboratoria om kennis en oplossingen in de praktijk te testen. “Die Soil Deal werd in november vorig jaar gesloten en trekt de komende zeven jaar 300 miljoen euro uit voor onderzoek. Hopelijk gaat een heel deel daarvan naar agro-ecologie, want daar is een inhaalbeweging dringend nodig”, zegt Jeroen Watté.

In de mainstreamlandbouw zie je meer en meer boeren die bezig zijn met niet-kerende werking – niet ploegen dus – of die organische meststof gebruiken. Het thema leeft en sijpelt door naar de volledige sector’

Sander Van Haver, bioconsulent bij de Boerenbond

Met de Soil Health Conference draagt Jeroen Watté van medeorganisator Wervel zijn steentje bij aan meer kennisuitwisseling. Dat levert soms verrassende inzichten en praktijkvoorbeelden op. “Er komen bijvoorbeeld experts uit de VS die gespecialiseerd zijn in regenerative ranching, koeien houden om aan bodemherstel te doen. Iedereen ziet de koe als een boeman wegens haar methaanuitstoot, maar als je koeien koppelt aan biologisch beheer kunnen ze een instrument zijn om het dramatisch lage koolstofgehalte in onze Europese bodems op te krikken. Zulke carbon farming zal alleen lukken als we onze achterhaalde kijk over hoe bodems functioneren, laten varen. Pionierboeren tonen de weg.”

Bodem als verdienmodel

De Europese Green Deal, de EU-strategie om klimaatneutraal te worden tegen 2050, bevat duidelijke streefdoelen die agro-ecologie stimuleren. Tegen 2030 moet het gebruik van chemische pesticiden met de helft zijn verminderd. Ook de nutriëntenverliezen moeten gehalveerd worden, met behoud van de bodemvruchtbaarheid. Daardoor zou het gebruik met meststoffen met een vijfde moeten dalen. En binnen zeven jaar zou minstens een kwart van de landbouwgrond voor biologische landbouw moeten worden gebruikt. Oostenrijk zit nu al aan 26 procent. Daar zit België met zijn 7 procent nog ver van. En 91 procent van de Belgische biologisch landbouwgrond ligt in Wallonië. Vlaanderen heeft maar zo’n 3 procent.

Jan Vanhuysse ziet hoe de traditionele landbouw technieken uit de agro-ecologie overneemt, bijvoorbeeld akkers op hellingen na de oogst bedekken om erosie tegen te gaan. Sander Van Haver is een van de drie bioconsulenten van de landbouworganisatie Boerenbond en werkt er met een van zijn collega’s aan de omschakeling naar biolandbouw. Zij kwamen er via het project Bio zoekt Boer. Dat wordt mee gefinancierd door de Vlaamse overheid, wat betekent dat Van Haver en zijn collega alle landbouwers advies geven over de overschakeling, niet alleen de Boerenbond-leden. “Belangrijk is dat de marktvraag er is. Door de koopkrachtcrisis zien landbouwers dat bio even stilstaat, en het nu niet het goede moment is. Maar je kunt al beginnen voor te bereiden.” Sander Van Haver volgt een opleiding agro-ecologie en ziet de interesse voor de bodem stijgen bij de gangbare landbouwers. “Een paar jaar geleden werd er nog niet zoveel over gesproken, maar nu is het een hot topic. In de mainstreamlandbouw zie je meer en meer boeren die bezig zijn met niet-kerende werking – niet ploegen dus – of die organische meststof gebruiken. Het thema leeft en sijpelt door naar de volledige sector.”

Volgens Jeroen Watté is de toekomst van de landbouw van het bodemleven een verdienmodel te maken, waarbij kunstmest en pesticiden niet nodig zijn. “We moeten daarvoor investeren in ecologische infrastructuur, bijvoorbeeld opnieuw houtachtigen in het landschap opnemen met boslandbouw. Dat betekent niet dat alles een bos wordt, maar dat je de boom weer een rol geeft in de landbouw. Bomen verbeteren de bodemvruchtbaarheid, vangen de gevolgen van de klimaatverandering op, zuiveren de lucht en het water, en geven vooral het bodemleven een boost. We moeten ook weer dieren integreren in de plantaardige landbouw om de kringloop te sluiten. Door doorgedreven specialisatie is er nu een opdeling tussen plantaardige en dierlijke landbouw.”

‘Agro-ecologie kan de wereld voeden’

Agro-ecologie is beter voor de natuur dan industriële landbouw, maar kun je daarmee wel de wereld voeden nu we met 8 miljard zijn? “Agro-ecologie doet dat nu al deels”, zegt VUB-professor Franky Bossuyt, die gespecialiseerd is in agro-ecologie. “Een derde van de wereldwijde voedselvoorziening gebeurt op boerderijen van minder dan 2 hectare – vaak agro-ecologische – , die daarvoor maar een vierde van de landbouwgrond gebruiken. Dat toont aan dat ze gemiddeld meer voedsel per hectare produceren. Bovendien wordt driekwart van het voedsel al door familieboerderijen geproduceerd, dus er zijn kansen voor een verdere transitie naar agro-ecologie. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN vindt ook dat we daar meer moeten op inzetten om de wereld te voeden. Belangrijk is dat agro-ecologie niet alleen een set landbouwtechnieken is, maar een reeks van waarden, waaronder minder voedselverspilling, zorg voor de biodiversiteit, veerkracht – die zal nodig zijn tijdens de klimaatverandering – en een eerlijk loon voor de boer. Op verschillende plaatsen in de wereld zien we dat een overgang naar meer natuurlijke landbouw een positieve invloed heeft op het leven van boeren, de loopbaan van jonge boeren, de voedsel- en voedingszekerheid van burgers, en herstel van het milieu. Agro-ecologie kan dus niet alleen de wereld voeden, het is de mooiste en meest verantwoorde manier om het te doen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content