Aantal buitenlandse werkkrachten piekt

Waren er in 2008 nog zo’n 115.000 gedetacheerde werknemers en zelfstandigen in België, vorig jaar is dat cijfer gestegen tot meer dan het dubbele: 236.000. Dat blijkt uit cijfers in een nieuwe paper van het Centrum voor Sociaal Beleid (UA), waarover De Standaard en Het Nieuwsblad vrijdag berichten.

Bij detachering wordt een Europese werk­nemer tijdelijk door zijn werkgever uitgestuurd om in België te werken. De opmars van het systeem lijkt niet te stuiten, ondanks kritieken over sociale dumping en slechte arbeidsomstandigheden.

Samen hebben die 236.000 gedetacheerden volgens onderzoekers zo’n 870.000 opdrachten uitgeoefend. Verder blijkt dat de helft van de detacheringen uit de kernleden van de Europese Unie afkomstig is, zoals Nederland, Portugal, Duitsland en Frankrijk. Het cliché dat detachering enkel Oost-Europese arbeidskrachten betreft, klopt maar deels.

Wel opvallend: het stijgend aantal detacheringen sinds 2017 is wel haast volledig te wijten aan een specifieke ‘migratieroute’ waarbij werkkrachten van buiten de EU zonder expliciete Belgische toestemming toch in ons land aan de slag zijn. Ze zoeken daarbij een geldige werk- en verblijfsvergunning in een andere EU-lidstaat en worden dan binnen de eengemaakte Europese markt uitgestuurd naar België.

In 2019 waren er al 26.000 ‘derdelanders’ op die manier aan de slag, vooral Oekraïners, Turken, Bosniërs, Brazilianen, Kosovaren en Serviërs. Ze worden door Poolse, Duitse, Sloveense en Portugese firma’s uitgezonden. Het gaat daarbij eerder om lager en midden­geschoolde profielen in de bouw, transport en metaal.

Partner Content