Aandeelhoudersactivisme zet voet aan wal in Europa
Activistische aandeelhouders zijn in opmars in Europa. Beursgenoteerde bedrijven zoeken naar de juiste reactie daarop. Enerzijds sporen activisten hen aan tot zelfreflectie, anderzijds werkt hun soms agressieve aanpak op de zenuwen.
“Fondsen beheerd door CIAM hebben samen 1.447.600 aandelen van Telenet in handen, wat overeenkomt met 1,26 procent van het kapitaal (…) Wij zijn ernstig verontrust over de financiële prestaties van Telenet en vragen de raad van bestuur om een bijkomende uitkering aan de aandeelhouders van 970 miljoen euro (…) Wij vinden dat het management allesbehalve ambitieus genoeg is en alleen maar aan conservatieve verwachtingen wil voldoen.” Telenet-CEO John Porter en Telenet-voorzitter Bert de Graeve moeten even hebben geslikt toen ze die zinnen op 27 februari in hun inbox lazen.
Het citaat komt uit een brief van de Parijse vermogensbeheerder CIAM. Die vindt dat het aandeel onderpresteert tegenover sectorgenoten en dat het financiële beheer niet optimaal is. Vandaar de eis voor een bijkomend dividend. Door die eisen open en bloot op zijn website te zetten, is CIAM een zogenoemde aandeelhoudersactivist.
De eis voor efficiëntie
Het aandeelhoudersactivisme is wereldwijd in opmars. Dat blijkt uit de jaarlijkse studies van de Franse financieel adviseur Lazard. In 2013 lanceerden aandeelhoudersactivisten 166 campagnes tegen beursgenoteerde bedrijven. In 2018 steeg dat aantal tot 248. Vorig jaar waren het er 209.
Maar waar ligt de grens tussen actief en activistisch aandeelhouderschap? Rich Thomas volgt voor Lazard het thema in Europa op: “Aandeelhouders zijn activistisch wanneer ze openlijk verandering eisen van een bedrijf en campagne voeren om andere aandeelhouders te overtuigen die eis te steunen.” Het doel van die campagnes is het rendement voor de aandeelhouders op te krikken, voegt Lieve Creten van Deloitte België eraan toe. Zij schreef een rapport over aandeelhoudersactivisme. “Voordat ze hun eisen publiekelijk lanceren, zorgen ze ervoor dat ze een voldoende deel van de aandelen in handen hebben”, legt ze uit.
Volgens het rapport van Deloitte is het fenomeen ook in België in opmars. Sinds 2005 kwamen zeven Belgische bedrijven in het vizier van activisten, die er 507 miljoen in investeerden. Drie van die campagnes hadden vorig jaar plaats. “Activisten zien hier steeds meer potentieel”, zegt Creten. “Ze nemen ook steeds vaker kleine bedrijven als doelwit, waardoor de Belgische markt meer in het vizier komt.”
Activisten willen hun rendement verhogen via hogere koersen of meer winstuitkeringen. “Activisten kijken naar ondergewaardeerde beursgenoteerde bedrijven die het volgens hen slechter doen dan hun sector”, stelt Creten. Die slechte prestatie kan volgens activisten verschillende oorzaken hebben. “Het kan liggen aan de bedrijfsstrategie, aan de raad van bestuur die te weinig rekening houdt met de belangen van de aandeelhouders, of aan een niet-optimale inzet van financiële middelen.”
CIAM hekelt in zijn brief aan Telenet vooral dat laatste. Het telecombedrijf kan in vergelijking met sectorgenoten meer van zijn kasstromen uitkeren en meer schulden aangaan dan het nu doet, meent het Parijse investeringsfonds. “Die brief kwam als een verrassing”, zegt Rob Goyens van investor relations bij Telenet. “We hebben in 2019 meermaals uitvoerig met CIAM gesproken en hen ons dividendbeleid en onze plannen voor de cashflow uitgelegd”, zegt hij. “Onze ambitie stond ook duidelijk in het strategische plan dat we toen met hen hebben besproken. Daarom nemen we het niet dat ze met dat soort stemmingmakerij onze strategische richting willen veranderen. Dat is niet in het belang van Telenet en zijn stakeholders. Al blijven we met hen in dialoog gaan, zoals met elke aandeelhouder.”
In Europa is de meest voorkomende eis van activisten dat bedrijven hun zakenmodel stroomlijnen en efficiënter worden, stelt Thomas.
Liever achter gesloten deuren
In 2019 investeerden aandeelhoudersactivisten wereldwijd 42 miljard dollar in de bedrijven waartegen ze campagnes voerden. Het Amerikaanse Elliot spande de kroon met veertien campagnes en het investeerde meer dan 8 miljard dollar. CIAM staat op de derde plaats. Die koplopers zijn bekende activisten die menig bedrijfsleider doen bibberen wanneer ze opduiken in het aandelenkapitaal.
In het begin was aandeelhoudersactivisme vooral een Amerikaans verschijnsel, maar de jongste jaren kwamen ook steeds meer Europese bedrijven in het vizier. Van de 209 campagnes vorig jaar waren er 48 in Europa. Zo bleek onlangs dat Elliott 3 procent van de aandelen in de Nederlandse verzekeringsgroep NN Group heeft. Meteen kwam de geruchtenmolen op gang over Elliotts bedoelingen.
Publieke activistische campagnes, zoals die van CIAM, zijn maar het topje van de ijsberg. Veel activistische investeerders verkiezen hun eisen achter gesloten deuren te bespreken met het management en het bestuur van hun doelwitten. “We voeren gesprekken met het management altijd eerst privé”, vertelt Joe Bauernfreund van het Londense fonds Asset Value Investors. Dat heeft twee campagnes lopen tegen Japanse bedrijven. “Maar als een gesprek vruchteloos aansleept, dienen we onze eisen via een aandeelhoudersresolutie in op de algemene vergadering en brengen we die discussie in het openbaar. Dat helpt om druk te zetten op het bedrijf.”
Toch hoort Bauernfreund de term activist niet graag. “Het woord heeft een negatieve bijklank en impliceert agressie. Dat is niet onze bedoeling. Wij willen een constructieve dialoog. Het draait erom vertrouwen te winnen en bedrijven aan te moedigen kleine stappen te nemen die de aandeelhouderswaarde vergroten”, legt hij uit.
Activistische meerwaarde
De Belgische vermogensbeheerder Value Square ziet zichzelf ook veeleer als een actieve aandeelhouder, maar komt af en toe activistisch uit de hoek. Zo sloot Value Square zich aan bij een grote groep Franse en Amerikaanse vermogensbeheerders in een rechtszaak tegen Crédit Agricole. “De regionale spaarkassen van Crédit Agricole blijven een belangrijke positie in ons wereldfonds”, legt portefeuillebeheerder Patrick Millecam uit. “In de groep Crédit Agricole is er een aandelenverkoop geweest, die de minderheidsaandeelhouders van de regionale spaarkassen ernstig benadeelde.” De rechtszaak loopt nog.
Ook Value Square verkiest de dialoog. “Wij zijn geen pure activisten. Ons fonds is daar ook te klein voor”, vertelt Millecam. “We ondertekenden wel de principes van de Verenigde Naties over verantwoordelijk investeren (UNPRI, nvdr). Die sporen aandeelhouders aan actief het gesprek met bedrijven aan te gaan.”
Charters zoals UNPRI en de sterke nadruk op ecologische, sociale en bestuurlijke principes (ESG) spelen volgens Thomas van Lazard in de kaart van aandeelhoudersactivisten. “ESG-kwesties zullen aan belang winnen en de druk op het management en de raden van bestuur verhogen”, stelt hij.
Lieve Creten denkt dat het aandeelhoudersactivisme prominenter zal worden. “Dat hoeft niet negatief of agressief te zijn. Het is goed dat aandeelhouders mondiger worden. En bedrijven moeten niet wachten tot ze in het vizier van activisten komen om stil te staan bij hun bedrijfsvoering. Ze kunnen hun eigen activist zijn en het bedrijf door de lens van de aandeelhouder en andere belanghebbenden bekijken.”
Volgens Creten kunnen ze onder meer nagaan of ze hun aandeelhouders een correct rendement geven via de juiste bedrijfsstrategie, of alle bedrijfsafdelingen optimaal presteren, of ze hun cash juist gebruiken en of de raad van bestuur evenwichtig is samengesteld om een goed klankbord te zijn. “Dat is een uitstekende denkoefening om als bedrijf beter te presteren.”
Een nieuw soort aandeelhoudersactivist
De Nederlander Mark van Baal heeft met zijn ngo Follow This een nieuw soort aandeelhoudersactivisme in de markt gezet, zegt hij. “Enerzijds heb je financieel aandeelhoudersactivisme, anderzijds sociaal activisme zonder financiële drijfveer”, legt hij uit. “Ons activisme is op de lange termijn gericht en er zit een morele drijfveer achter, maar wij gebruiken alleen financiële argumenten.”
Met Follow This roert Van Baal zich al enkele jaren bij de oliebedrijven Shell, BP en Equinor. Op de aandeelhoudersvergaderingen probeert hij een meerderheid te krijgen voor een resolutie die de oliepartijen ertoe verbindt zich aan het klimaatakkoord van Parijs te houden. “Wij willen dat ze hun uitstoot verminderen”, zegt hij. “Hun zakenmodel is onvoldoende duurzaam, ook financieel bekeken.”
Om die aandeelhoudersresolutie op de algemene vergadering van Shell te kunnen brengen, moest Follow This volgens de Britse wetgeving minstens 5 miljoen Britse pond aan Shell-aandelen hebben. “We hebben tien ondernemers overtuigd ieder voor een half miljoen pond aandelen te kopen”, vertelt Van Baal.
De resoluties van Follow This hebben nog geen meerderheid, maar winnen wel aan aanhang. De laatste twee jaar stemde meer dan 10 procent van de aandeelhouders tegen het stemadvies van het management van BP en Shell in. Dat mist zijn effect niet. Shell heeft zijn uitstootdoelstellingen aangescherpt en BP heeft Follow This in de arm genomen om een nieuw klimaatplan te schrijven.
Het initiatief krijgt navolging in het buitenland. “Dit jaar komt onze resolutie bij vijf oliebedrijven op de algemene vergaderingen”, zegt Van Baal. In Europa gaat het om het Nederlands-Britse Shell, het Noorse Equinor en het Franse Total. De twee in Australië, Woodside en Santos, haalden 43 en 50 procent van de stemmen.
Bij Total zijn ze zelfs ingediend door een groep institutionele investeringsfondsen en niet door een ngo. “Steeds meer beleggers stemmen voor onze resolutie, omdat de klimaatverandering hun hele portefeuille in gevaar brengt”, zegt Van Baal. “Het is me er niet om te doen die oliebedrijven te redden, maar we hebben ze wel nodig om de energietransitie te maken. Ze hebben zoveel macht dat ze de energievoorziening van de toekomst zullen bepalen. Alleen houden ze te lang vast aan hun zakenmodel. Beleggers moeten ze aanzetten tot verandering.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier