Zoals in de VS werken momenteel al zo’n 3% van de fondsen met een ‘prestatievergoeding’. Je betaalt dus een extra vergoeding als het heel goed gaat met het fonds en geen als het fonds slecht presteert. Hoe werkt dit precies?
Een beheerloon voor de fondsbeheerder
Een beleggingsfonds wordt beheerd door een fondsbeheerder of soms zelfs een volledig team, die daarvoor een beheerloon aanrekenen. Bij obligatiefondsen ligt dat vaak rond 1 procent en bij aandelenfondsen rond 1,5 procent per jaar. Van dat beheerloon krijg je geen aparte afrekening.
Maar elke dag wordt er een klein stukje afgetrokken van de inventariswaarde (zeg maar de koers) van je fonds, zodat je dat niet merkt. Hoeveel beheerloon je per jaar betaalt, vind je terug in de informatiefiche.
Fondsen met prestatievergoeding
Fondsen met een zogenaamde performance fee of prestatievergoeding, zijn geen fondsen die helemaal geen beheerloon aanrekenen als de prestaties niet goed zijn. Het gaat bij de meeste dergelijke fondsen om een bijzondere vorm van beheerloon die nog bovenop het klassieke beheerloon komt.
Het komt er dus op neer dat het fonds je een bijkomend beheerloon gaat aanrekenen (bijvoorbeeld 10% à 20 % op het “surplus”), als ze bijvoorbeeld beter dan een beursindex of andere referentie presteren.
Momenteel rekenen nog geen 3 procent van de fondsen een dergelijke performance fee, al gaat het wel vaak om bekende namen die in het verleden heel goed presteerden zoals Carmignac Patrimoine, BNP Paribas Quam en Aphilion Q2 Equities.
Interessant?
Dergelijke fondsen zijn vaak interessant omdat ze uitstekend presteren, maar dat is zeker geen algemene regel. Kijk dus eerst naar de prestaties in het verleden en ga via de infofiche na wat het beheerloon is.
Als je een dergelijk fonds koopt, geef dan de voorkeur aan fondsen met een laag beheerloon en een aanvaardbare prestatievergoeding. Kosten knagen immers altijd aan je rendement.
