Weet je wel waarin je investeert met trackers?
Trackers (indexfondsen) worden steeds populairder omwille van hun lage instapkost en vooral lage beheerkost. Maar klopt het dat de ene trackers veiliger is dan d andere?
Tracker of ETF’s
Een tracker, ook Exchange Traded Funds of ETF genoemd, kunnen we het best omschrijven als een is een beursgenoteerd indexfonds. De instapkosten (0,5% à 1%) zijn een stuk lage dan bij fondsen (2 à 3%). Maar vooral de jaarlijks weerkerende beheerskosten liggen veel lager (0,25% en 0,40%), daar waar dat bij aandelenfondsen doorgaans 1,2% à 1,5% is.
Via een tracker belegt je met één muisklik in een index (bv. Bel 20 of Eurostoxx-50). Omwille van de lage kosten, maar ook omdat steeds meer studies bewijzen dat de meeste gewone fondsen er niet in slagen om voortdurend de index te verslaan, zijn tracker aan een ware opmars bezig.
Een fysieke of synthetische tracker?
Wat vaak niet geweten is, is dat er fysiek en synthetisch trackers bestaan. Met een fysieke tracker beleg je rechtsreeks in de componenten van de index (zeg maar in de onderliggende aandelen).
Met een synthetische tracker belegt je niet rechtstreeks op de beurs, maar in zogenaamde afgeleide producten zoals opties en swaps. Die bootsen de evolutie van de index na en worden uitgegeven door een financiële instelling.
Wat kiezen?
Krijgt de uitgever van het afgeleide product problemen, dan kan hij zijn beloftes niet langer nakomen, waardoor het afgeleide product waardeloos wordt en de synthetisch tracker een deel van de portefeuille in rook ziet opgaan. Bij een synthetische tracker loopt je dus toch wel iets meer risico in vergelijking met een fysieke tracker.
Vandaar dat wij een voorkeur hebben voor fysiek trackers. Maar fysieke trackers hebben wel iets hoger kosten, waardoor ze vaak iets minder presteren dan hun synthetische broertjes. In het prospectus van je tracker vind je terug of het gaat om een fysieke of om een synthetische tracker.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier