Vrije Tribune
‘Wat sportfans en beursbeleggers gemeen hebben’
“Net zoals de voetbalfans hebben beleggers de neiging om alleen maar aandacht te hebben voor de thuisploeg, of in hun geval de thuismarkt”, zegt Stefan Van Geyt is Group CIO van KBL European Private Bankers, in België actief onder de naam Puilaecto Dewaay.
Tenzij u een echte voetbalfanaat bent, heeft u waarschijnlijk nog nooit van Millwall gehoord: een voetbalclub uit het zuiden van Londen die in de derde klasse speelt, met voornamelijk supporters uit de volksklasse die tot de meest fanatieke ter wereld behoren. Zij worden reeds lang geassocieerd met hooliganisme en hun lijflied luidt: “No one likes us, we don’t care”.
Millwall is een extreem geval, maar sportfans wereldwijd (van Milwaukee over München tot Mumbai) hebben vaak een diepe verbondenheid met hun club. Deze verbondenheid is echter maar zelden gebaseerd op rationele overwegingen, objectief onderzoek of enige vorm van persoonlijke voorkeur. Integendeel, een supporter is geneigd om de ploeg te steunen van de plaats waar hij woont.
Net zoals de voetbalfans hebben beleggers de neiging om alleen maar aandacht te hebben voor de thuisploeg, of in hun geval de thuismarkt
In alle eerlijkheid tegenover de sportfans, zijn bijna al onze vaste overtuigingen net zo willekeurig. Dit geldt ook, ten minste gedeeltelijk, op het vlak van beleggingen. Beleggers hebben wereldwijd de neiging om onevenredig veel in de eigen markt te beleggen, een fenomeen dat bekendstaat als “home bias”, ofwel een voorkeur voor beleggingen in de thuismarkt. Gezien de bewezen voordelen van spreiding en de eenvoudige toegang tot de internationale gegevensstromen, is dit strategisch gezien niet logisch.
Neem bijvoorbeeld Canada. Het land heeft een globale indexweging, i.e. zijn aandeel in de wereldwijde beurskapitalisatie, van circa 3%. Welnu, de aandelenbeleggingen van de Canadezen zijn voor bijna 60% in binnenlandse aandelen. Of bijvoorbeeld Zuid-Korea, dat een globale indexweging van minder dan 2% heeft. De inwoners van dit land realiseren echter 90% van hun aandelenbeleggingen in hun thuismarkt.
Zelfs de Verenigde Staten, met een enorme indexweging van bijna 40%, maken zich schuldig aan de ‘home bias’, want de Amerikaanse beleggers hebben voor bijna 80% binnenlandse aandelen in portefeuille.
Een dergelijke voorkeur komt, in meer of mindere mate, in elk land ter wereld voor. Deze trend is bijzonder sterk in de opkomende landen, waar er vaak structurele barrières zijn om buiten de landsgrenzen te beleggen, en is het minst zichtbaar in Europa, met name sinds de invoering van de eenheidsmunt en het verdwijnen van het wisselkoersrisico.
In de periode 1997-2004 is het niveau van de nationale voorkeur in de eurozone met 9% gedaald. In dezelfde periode is het niveau van de regionale voorkeur (dat wil zeggen de totale belegging in aandelen uit de eurozone) licht toegenomen.
Binnen Europa zijn de Nederlanders, die reeds lang een beleggingsstrategie inzake internationale aandelen aanhouden, het minst blootgesteld aan de ‘home bias’, met iets meer dan 20% van de aandelenbeleggingen in de thuismarkt. Dat ziet er tamelijk evenwichtig uit, tot men zich realiseert dat Nederland iets minder dan 1% van de totale wereldwijde beurskapitalisatie vertegenwoordigt.
Net als Nederland, lijken Oostenrijk, België en Duitsland ook relatief weinig nationale voorkeur te vertonen, met respectievelijk 37%, 45% en 48% van de aandelenbeleggingen in binnenlandse aandelen. Maar ook hier dient men dit in de context te bekijken: Duitsland, de grootste van de drie markten, heeft een globale indexweging van nauwelijks 3%.
De trend is zelfs nog sterker in Frankrijk, dat een globale indexweging van 3% heeft en waar de inwoners niettemin meer dan 60% van hun aandelenbeleggingen in de thuismarkt realiseren. Hoewel al deze landen internationaal gezien gunstig afsteken, betekent het feit dat ze beter dan het gemiddelde scoren, nog niet dat de situatie ideaal is.
De afgelopen twee decennia bevonden zich, volgens Bloomberg, negen van de tien best presterende aandelenmarkten in de opkomende landen. Toch hebben relatief weinig beleggers een grote blootstelling aan Brazilië, Kazachstan of Peru (de drie best presterende markten ter wereld in 2016).
Gezien de bestuursleemtes en de politieke risico’s in een groot aantal opkomende markten, is het begrijpelijk dat niet iedereen wil beleggen in Kazachse aandelen. Maar het bredere fenomeen van de ‘home bias’ blijft de gemoederen van de economen al decennia bezighouden.
De aanhangers van de oude economie zullen waarschijnlijk moeite hebben om het toe te geven, maar tegen de argumenten voor een geografische spreiding van de portefeuille is de menselijke psyche eenvoudigweg niet opgewassen. Daarom overwegen beleggers hun eigen markt, ondanks het feit dat het onomstotelijk vaststaat dat we het anders zouden moeten doen. Het is om diezelfde reden dat ons humeur gelijk opgaat met de resultaten van onze thuisploeg, ook al weten we, diep van binnen, dat het maar een spel is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier