Beursblog: wat de Modern Monetary Theory voor de beurs zou betekenen
Volgens de MMT-theorie vormt de begroting van een land geen grens voor wat de overheid kan uitgeven. Welke hoeken van de economie en de beurs zouden daar het meest van kunnen profiteren?
Een van de verkiezingsthema’s is de Belgische begroting en de volgens sommigen rampzalige toestand van onze overheidsfinanciën. Beter gezegd, vooral in Vlaanderen is dat een thema. De grote frustratie daar is dat het dat in Franstalig België veel minder is. Voor u zich afvraagt wat dat met de beurs te maken heeft, dat wordt straks duidelijk.
Wallonië is geen alleenstaand geval van waar de begroting en de overheidsfinanciën niet bovenaan op het prioriteitenlijstje staat. Er zijn wel meer beleidsmakers, en economen, voor wie dat niet langer het geval is. Dat is deels onder impuls van de Modern Monetary Theory, kortweg MMT, een economische stroming die de jongste jaren vooral vanuit de Verenigde Staten in opmars is.
Kort gezegd, stelt de MMT dat soevereine overheden die hun eigen munt uitgeven en geen schulden hebben in buitenlandse valuta niet failliet kunnen gaan. Er is dus geen boekhoudkundige of procentuele grens aan wat overheden kunnen uitgeven, volgens MMT-aanhangers. Volgens hen is zoiets als de Europese Maastricht-norm dan ook onzin. Die stelt dat het begrotingstekort van EU-lidstaten niet groter dan 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) mag zijn en de totale overheidsschuld niet meer dan 60 procent van het bbp.
Volgens de MMT worden overheidsuitgaven begrensd door de inflatie en door wat een economie fysiek kan absorberen. Bijvoorbeeld, stel dat de Belgische overheid een investeringsprogramma van 50 miljard euro in infrastructuur wil lanceren, dan moet de vraag volgens de MMT niet zijn of en hoeveel dat de begroting in het rood zal duwen, maar wel of de Belgische economie toegang heeft tot voldoende grondstoffen, arbeidskrachten en innovatiecapaciteit om die 50 miljard gericht aan het werk zetten, zonder in de betrokken sectoren voor inflatie en krapte te zorgen.
Kunstmatige grenzen
Wie gelijk heeft, de begrotingsorthodoxen of de MMT’ers, is voer voor een ander artikel. Maar als het zo is dat overheden in de komende jaren zich in hun uitgaven en investeringen steeds minder laten remmen door kunstmatige grenzen, dan zal dat ook gevolgen hebben voor de economie, toch zeker voor bepaalde sectoren, en dus ook voor de beurs.
De vraag is welke hoeken van de economie en de beurs het meest kunnen profiteren van die budgettaire inkeer van beleidsmakers en overheden. Al zullen ze nooit open en bloot toegeven dat ze doorhebben dat er geen limieten op hun uitgaven staan. Maar twee thema’s springen er alvast uit, waarvan we kunnen vermoeden dat overheden er de buidel niet voor dicht zullen houden: defensie en verduurzaming.
De nieuwe Europese begrotingsregels geven overheden ook meer speelruimte voor uitgaven en investeringen in die strategische sectoren. Ook in andere geavanceerde economieën, zoals Japan en de VS, zijn de vooruitzichten dat er een pak meer geld richting defensie zal vloeien. Maar dat zit voor een groot deel al in de koersen. De MSCI World Aero & Defense index staat 43 procent hoger dan twee jaar geleden. Enkel de Nasdaq doet beter. Maar met de winstvooruitzichten voor de komende periode valt de waardering nog altijd wel mee.
Voor de duurzame en ESG-sectoren op de beurs is dat een heel andere zaak. Hun koersen zijn met de renteverhogingen van de afgelopen twee jaar als een pudding in elkaar gezakt. Het grote verschil met de defensiesector is dat veel van die duurzaamheidsaandelen, of het nu hernieuwbare-energiespelers zijn of bedrijven die aan een wereldveranderende nieuwe technologie werken, nog ver verwijderd zijn van structurele winstgevendheid. Veel onder hen zullen daar ook helemaal niet raken. Dus ook al kunnen ze de komende jaren rekenen op gulle kapitaal- en subsidiestromen van overheden, dat maakt hen als thema of sector momenteel niet per se een goede belegging.
En stel dat politici zich, bewust of onbewust, steeds meer tot de MMT-ideeën bekeren, dan zal dat niet alleen gevolgen hebben voor bepaalde sectoren, maar ook voor de economie als geheel. Dan zouden er in theorie geen zware economische crises meer mogelijk zijn, omdat overheden telkens wanneer die zich voordoen, met steun over de brug zouden komen. Zoals ze gedaan hebben tijdens de covidperiode en de energiecrisis als gevolg van de Oekraïne-oorlog. Een oncrashbare economie, zou dat dat ook een oncrashbare beurs betekenen?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier