Als we het de eerste zes maanden van 2025 moeten samenvatten in één woord, dan zou het ‘volatiel’ zijn. Een tweede woord? ‘Plotwendingen’. Was getekend, de Amerikaanse president Donald Trump. Hij slaat en zalft, telkens weer. Die bewegingen vormden een eerste ‘mirakel’ dat de beurzen en vooral Wall Street nodig hadden om de omvang van de herstelbeweging sinds midden april te verklaren.
De Standard&Poor’s 500-index bevindt zich weer rond de piekniveaus van midden februari. En net als toen fronsen vele analisten die waarderingsmodellen gebruiken, nu weer de wenkbrauwen. De modellen hebben het sinds het einde van de covid-pandemie al moeilijk de stand van de indexen te verantwoorden, maar nu is de kloof weer groter dan ooit.
Alle, bekende, klassieke waarderingsindicatoren geven opnieuw aan dat de Amerikaanse sterindex ver boven het gemiddelde van de afgelopen tien jaar staat. Zo ligt de verwachte koers-winstverhouding voor 2025 op 23,7, terwijl het gemiddelde voor het voorbije decennium 18,2 is. Met dat gemiddelde zou de S&P500-index nu op 5.055 punten mogen staan. Op basis van de gemiddelde koers/omzet over de afgelopen tien jaar zouden we nu uitkomen op een indexstand van 4.745 punten. Voor de gemiddelde koers/bedrijfskasstroom-ratio van het voorbije decennium is dat 4.710 punten en voor de gemiddelde koers/boekwaarde zitten we amper op 4.405 punten.
Geen enkel gemiddelde komt dus in de buurt van de huidige indexstand rond 6.100 punten. Als we het gemiddelde nemen van die vier bekomen indexniveaus op basis van het gemiddelde van de voorbije tien jaar, dan komen we uit op 4.730 punten als gerechtvaardigde indexstand voor de S&P 500-index. De conclusie luidt met andere woorden dat de S&P500-index momenteel 27,4 procent overgewaardeerd is.
Dat is quasi exact dezelfde overwaardering als eind januari. De kloof is dus weer gigantisch. Met 21,9 keer de verwachte winst voor 2026 is de afwijking richting volgend jaar nog groter dan in januari. Wall Street zal dus nog meer mirakels nodig hebben dan het staakt-het-vuren tussen Iran en Israël, wil het de komende tijd nog blijven stijgen.
Zo’n mirakel zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat analisten te voorzichtig blijken te zijn en de bedrijfswinsten toch een stuk beter meevallen dan verwacht. Maar om naar de gemiddelde waardering te evolueren, zouden de bedrijfswinsten dit jaar bijna met 30 procent moeten stijgen, en niet met de verwachte 8,2 procent. Dat is niet realistisch.
Een ander mirakel zou zijn dat de Amerikaanse centrale bank nu toch vanaf juli begint met opeenvolgende renteverlagingen. Het kan, maar het is weinig waarschijnlijk. Dan zou ofwel de economie forser moeten afkoelen dan nu verwacht wordt (en dat heeft dan een negatieve impact op de bedrijfswinsten), ofwel zou de inflatie flink moeten afnemen, zodat ook de lange rente gaat zakken, die tot nog toe hoog is gebleven.
De komende maanden zullen dus alle puzzelstukjes moeten passen, om de S&P 500-index verder doen stijgen. Het is niet uitgesloten, maar weinig waarschijnlijk. Dus blijven we ervan uitgaan dat we de komende tijd (al minstens tijdens de zomermaanden) eerst een gezonde terugval zullen zien op Wall Street.