Waarom steeds minder bedrijven naar de beurs gaan
Het aantal Europese beursgangen zit op een dieptepunt, ook in België. Arie Van Hoe (VBO) weegt de voor- en nadelingen van een beursnotering af.
Volgens cijfers van de Europese kapitaalmarktenvereniging AFME beleven we een dieptepunt in nieuwe Europese beursgangen. Dat is geen verrassing voor Arie Van Hoe, bestuurder bij de Belgische vereniging van beursgenoteerde vennootschappen bij het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). “De cijfers spreken voor zich”, zegt hij. “Vorig jaar noteerden 126 bedrijven op de beurs van Brussel. In 2009 waren dat er nog 165, en daarvoor waren het er nog meer. Ook de jongste jaren zien we een trend van bedrijven die de beurs verlaten.”
Hoe komt dat?
“Een beursnotering is een strategische afweging, waarin bepaalde factoren de pendel steeds vaker doen overslaan naar niet noteren. Zo is er almaar meer concurrentie voor de beurs als financieringsbron. Bedrijven kunnen meer dan vroeger terecht op private markten voor financiering, denk aan de vele private-equityspelers die er zijn. Daarnaast is de soms lage liquiditeit bij kleine beurskapitalisaties een obstakel. Heel grote bedrijven met een groot dagelijks handelsvolume hebben meer baat bij een beursnotering, maar we hebben niet zoveel van dat type bedrijven. En tot slot heb je de administratieve last die gepaard gaat met een beursnotering. Daar komen heel wat verplichtingen bij kijken.”
Wat moet daaraan gedaan worden?
“Let wel, er zijn ook steeds meer verplichtingen voor grote bedrijven die niet op de beurs noteren, denk maar aan de nieuwe Europese regels voor duurzaamheidsrapportering. Maar de administratieve last voor beursbedrijven mag verminderen. Dat wil Europa ook bekomen met de herziening van de listing act, de regelgeving voor beursnoteringen. Die administratieve verlichting moet uiteraard altijd afgewogen worden tegenover de bescherming van de beleggers. Er moet een gezond evenwicht zijn tussen die twee.”
Heeft het dalende aantal beursnotering ook gevolgen voor spaarders en beleggers?
“Ja. Hoe minder bedrijven zich via de beurs financieren, hoe minder mogelijkheden particuliere spaarders hebben om via de beurs het bedrijfsleven te ondersteunen en mee te profiteren van de groei van die bedrijven. Zeker met de enorme hoeveelheid spaargeld die in België op spaarrekeningen staat, zou er werk van moeten worden gemaakt om dat geld aan het werk te zetten via onze bedrijven.”
U sprak daarnet over de groei van bedrijven. Is jonge groeibedrijven ondersteunen ook een belangrijk rol voor de beurs?
“Zeker. Beleggers hebben enerzijds baat bij veilige, gevestigde bedrijven op de beurs, die zorgen voor een zekere stabiliteit. Maar de beurs is ook een financieringskanaal voor groeikapitaal, voor bedrijven die nog veel moeten investeren en daardoor wat meer risico in zich dragen. En het is jammer dat beide types bedrijven steeds minder hun heil zoeken in een beursnotering.”
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier