Vermijd marketingtrackers
Trackers zijn populairder dan ooit. Maar steeds meer trackers die vooral om marketingredenen zijn opgericht, houden op te bestaan binnen de drie jaar. Hoe komt dat en hoe vermijd je dat?
Trackers of ETF’s zijn beursgenoteerde fondsen die een index nabootsen. Ze worden passief beheerd. De beheerder beperkt zich ertoe een index – bijvoorbeeld de MSCI World of de Bel-20 – zo goed mogelijk te kopiëren. Trackers zijn heel populair, omdat de jaarlijkse kosten heel laag liggen, vaak maar tussen 0,2 à 0,5 procent. Bij klassieke beleggingsfondsen is dat gemakkelijk 1,5 à 2 procent.
Financiële instellingen grijpen de populariteit van trackers aan om nieuwe producten te creëren. Soms zijn die niet meer dan een marketingtruc. Zo werd onlangs een tracker gelanceerd die een korf aandelen van bedrijven volgt die actief zijn in whisky. De ervaring in de Verenigde Staten leert dat zulke marketingtrackers vaak al binnen de drie jaar worden opgedoekt, omdat ze commercieel niet leefbaar zijn. De belegger krijgt in principe wel zijn geld terug, maar uiteraard laat je zulke producten het beste links liggen.
Een normale goedkope tracker draait break-even vanaf een beheerd vermogen van 50 miljoen euro, en het is zelfs raadzaam enkel trackers met een vermogen van 100 miljoen euro of groter te kopen. Zo ben je zo goed als zeker dat hij blijft bestaan.
Als trackers meer kosten dan 0,75 procent, is dat doorgaans ook een teken aan de wand. Meestal compenseren die hoge kosten dat het een kleine tracker is en probeert de beheerder op een kunstmatige manier break-evenniveau te bereiken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier