Verlaag de belasting op dividenden

Met zijn idee om beleggingen in aandelen fiscaal aan te moedigen heeft minister van Financiën Steven Vanackere een steen in een kikkerpoel geworpen. Maar hij lijkt te vergeten dat de belasting op de dividenden veel te hoog is.

Er staat een astronomisch bedrag van 230 miljard euro op de spaarrekeningen van de Belgen. Toch wordt de spaarder niet verwend. Het reële rendement op een spaarboekje – het rendement min de inflatie – is zelfs negatief. De banken moeten dat spaargeld in de economie pompen. Dat doen ze onvoldoende.

In die omstandigheden is het niet onverstandig dat bedrijven nadenken over alternatieve manieren om aan financiering te raken. Andere mogelijkheden zijn de volkslening – een voorstel van sp.a – of de uitgifte van een obligatielening. Veel bedrijven hebben het laatste jaar met succes een obligatie uitgegeven.

Activiteiten met het eigen vermogen financieren is de beste optie. Een bedrijf wordt zo solvabel. Bovendien is het dan niet verplicht een dividend te betalen. Kapitaal is ook een veel stabielere financiering. Een lening moet nu eenmaal worden terugbetaald. Vooral in moeilijke tijden is dat belangrijk. Dat betekent dat we kapitaalverhogingen moeten aanmoedigen. Maar het probleem is dat veel beleggers bang worden gemaakt van aandelen. De overtrokken reacties van de vakbonden, Groen en sp.a op het voorstel van Steven Vanackere spreken in dat verband boekdelen. Ook fiscaal wordt de aandelenbelegger slecht bedeeld.

Ik besef dat wel velen het onkies vinden om te pleiten voor een verlaging van de belastingdruk op dividenden. Toch is zo’n maatregel nodig. Dividenden zijn het hoogst belaste inkomen in België. Het beeld wordt vertroebeld door het nominale fiscale tarief van 25 procent. Aangezien dat de helft is van het hoogste progressieve tarief van 50 procent, kan er toch geen probleem zijn? Fout, want die vergelijking gaat niet op. In tegenstelling tot lonen, intresten en royalty’s zijn dividenden geen aftrekbare kosten voor een vennootschap. Dividenden worden betaald met de winst na belasting. Er is dus al een vennootschapsbelasting afgehouden van het dividend.

Als de vennootschapsbelasting 34 procent bedraagt en de roerende voorheffing 25 procent, komt de belastingdruk op dividenden dus uit op 50,5 procent. De werkelijke fiscale situatie is nog minder rooskleurig. Dividenden worden immers bruto belast. Dat betekent dat je de kosten die je hebt gemaakt om het dividend te kopen, niet mag aftrekken. Bovendien gelden de hoge tarieven vanaf de eerste euro. Voor lonen gelden progressieve belastingschalen. Het beeld wordt helemaal dramatisch voor een buitenlands dividend. Daar moet de belegger nog eens rekening houden met de buitenlandse roerende voorheffing. De werkelijke belastingdruk kan daardoor oplopen tot boven de 60 procent.

Als we dus willen dat er spaargeld richting aandelen vloeit, moet er iets gebeuren aan de fiscale context. Een voelbare ingreep is politiek hoogstwaarschijnlijk niet haalbaar. Daarvoor lijkt het onderwerp te beladen. Maar minstens moet het gemekker over de te lage belastingdruk op dividenden stoppen.

Volg de discussie mee op Twitter via @Anton_Rivus.

Anton van Zantbeek, advocaat Rivus

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content