‘Vergrijzing biedt enorme perspectieven voor beleggingen in biotechnologie’
Iedere week stelt MoneyTalk drie vragen aan een specialist over de actualiteit. Servaas Michielssens, Senior Biotechnology Analyst bij de vermogensbeheerder Candriam, laat deze week zijn licht schijnen over investeren in biotechnologie en de Belgische bedrijven ThromboGenics en Galapagos.
Wat is een biotechbedrijf en welke criteria moeten beleggers hanteren bij de beslissing om er al dan niet in te investeren?
SERVAAS MICHIELSSENS: “Een concrete omschrijving ligt niet voor de hand omdat de biotechnologie vele toepassingen heeft en voortdurend evolueert. De activiteit van een bedrijf zoals ThromboGenics zou je kunnen omschrijven als de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen door middel van geavanceerde biochemische technieken.
“De specifieke activiteiten van biotechbedrijven hebben uiteraard ook gevolgen voor de beoordeling van hun potentieel. In tegenstelling tot andere bedrijven kijken we in die sector veel minder naar de financiële toestand van het bedrijf in kwestie. Veruit het belangrijkst zijn de klinische data – de testresultaten van geneesmiddelen in de verschillende fases van de ontwikkeling.
“Nadat de veiligheid van het product is nagegaan, wordt het getest op patiënten. Op basis van de wetenschappelijke resultaten die voortkomen uit die proeven, maken wij onze analyse. Het spreekt voor zich dat een product voor beleggers enkel interessant wordt wanneer de effecten op patiënten duidelijk positief zijn en de toegevoegde waarde van het geneesmiddel niet te ontkennen valt.
De resultaten van de klinische testen zijn bepalend voor het potentieel van zowel de geneesmiddelen als het aandeel van een biotechnologisch bedrijf.
“De klinische testen zijn dus een eerste essentiële horde die bedrijven moeten nemen, maar daar blijft het niet bij. Ook de klassieke commerciële wetten blijven gelden. Opdat een geneesmiddel en de aandelen van de producent winstgevend zijn, moet het opgewassen zijn tegen de competitie op de markt. Bij onze analyse van een geneesmiddel of een therapie vergelijken we dus altijd met de bestaande behandeling en met andere producten in ontwikkeling. Ten slotte moet ook de vraag naar het product, in dit geval het patiëntenbestand, voldoende groot zijn.
“De criteria bij het beoordelen van de winstgevendheid van een biotechnologisch bedrijf zijn op zich nogal voor de hand liggend. Toch is het voor het individuele beleggers moeilijk in die sector zelf in te schatten wat de toekomst voor een aandeel in petto heeft. Om de cruciale informatie die de klinische testen opleveren, te interpreteren, is toch een zekere wetenschappelijke vorming nodig en moet je bovendien voortdurend op de hoogte zijn van de evoluties in een snel veranderend veld.”
ThromboGenics had met Jetrea het eerste geneesmiddel tegen de oogziekte VMA ontwikkeld en kwam zo met een alternatief voor de veel duurdere operatie. Toch kon het bedrijf de hoge verwachtingen niet inlossen. Wat zegt dat over de voor- en nadelen van investeren in biotechnologie?
MICHIELSSENS: “Beleggen in aandelen van biotechbedrijven is aantrekkelijk om twee redenen. Ten eerste gaat het om een zeer innovatieve sector. Geneesmiddelen die effectief doorbreken, zijn volledig nieuw en hebben dus een enorm groeipotentieel. Een tweede reden is demografisch. Door de vergrijzing van de bevolking zal het belang van de gezondheidszorg enkel toenemen. Voor bedrijven en beleggers die daar verstandig op inspelen, biedt dat perspectieven.
“Natuurlijk zijn er ook risico’s verbonden aan investeringen in biotechnologie. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan de klinische testen. Wanneer een geneesmiddel niet wordt goedgekeurd of niet effectief blijkt, kan dat voor het betrokken bedrijf een enorme klap betekenen.
Voor biotechnologische bedrijven en beleggers biedt de vergrijzing enorme perspectieven.
“Daarnaast gaat het natuurlijk ook nog altijd om bedrijven die producten maken die patiënten moeten helpen te genezen. Dat heeft gevolgen voor de prijsbepaling. Vooral in de Verenigde Staten laait de discussie over dure medicijnen geregeld hoog op. Daardoor worden bedrijven onder druk gezet om hun prijzen te verlagen. Wanneer dat gebeurt, zoals tijdens de presidentsverkiezingen, heeft dat gevolgen, niet enkel voor de bedrijven in kwestie, maar voor de hele sector. De Republikeinen zijn minder snel geneigd lagere prijzen op te leggen en dus is dat risico momenteel minder aan de orde. Toch is het iets dat beleggers altijd in het achterhoofd moeten houden.
“Wat de specifieke situatie van ThromboGenics en Jetrea betreft, wordt beweerd dat dokters niet happig waren om een geneesmiddel voor te schrijven dat zou leiden tot een daling van het aantal operaties en bijgevolg van hun inkomsten. Hoewel dat niet helemaal uit de lucht gegrepen is, betwijfel ik of dat de enige oorzaak van het falen van het geneesmiddel is geweest. Jetrea werd vooruitgeschoven als een middel voor alle patiënten die aan VMA (een aandoening waarbij het glasvocht loskomt van het netvlies, wat tot een verminderd zicht leidt, nvdr.) leden, maar bleek uiteindelijk enkel bij een aantal subpopulaties echt goed te werken.
“Dat ThromboGenics ondanks een samenwerking met Alcon, dat toch een specialist is in het commercialiseren van geneesmiddelen, de verwachtingen niet kon inlossen, ligt dus eerder aan het product zelf. Wanneer een geneesmiddel echt beter is dan de bestaande behandeling, kunnen dokters dat niet tegenhouden.”
Welke Belgische en internationale biotechbedrijven moeten beleggers in het oog houden?
MICHIELSSENS: “In de Verenigde Staten, waar de belangrijkste biotechnologische ontwikkelingen plaatsvinden, zijn alle ogen gericht op de overname van Kite Pharma door Gilead. Kite Pharma heeft een therapie ontwikkeld waarbij immune cellen van kankerpatiënten worden verwijderd, aangepast en opnieuw ingespoten. Bij een groot deel van de proefpersonen bleek de tumor na de behandeling kleiner te zijn geworden of zelfs volledig te zijn verdwenen. Dat met de overname bijna 12 miljard dollar gemoeid was, toont ook aan dat Gilead in de behandeling meer ziet dan een nichetherapie.
“In België heeft voornamelijk Galapagos een aantal interessante producten in de pijplijn zitten. Zijn meest geavanceerde geneesmiddel, Filgotinib, is ontwikkeld in samenwerking met Gilead en moet auto-immuunziektes zoals reumatoïde artritis en de ziekte van Crohn tegengaan. Als alles goed loopt, zou het geneesmiddel tegen 2019 of 2020 op de markt moeten komen. Toch mag Galapagos de Amerikaanse concurrentie, met name Abbvie en de samenwerking tussen Lilly en Incyte, niet uit het oog verliezen.
ThromboGenics kan zich met de bijkomende middelen nu volop op de ontwikkeling van nieuwe producten richten.
“Daarnaast heeft Galapagos een veelbelovend programma in de strijd tegen mucoviscidose, al bevindt dat zich nog in een vroeg stadium en heeft concurrent Vertex minstens een jaar voorsprong. Ten slotte werkt het bedrijf ook aan een middel tegen longfibrose. Dat is een zeldzame aandoening waarbij longweefsel wordt vervangen door littekenweefsel, waardoor onvoldoende zuurstof wordt opgenomen. Galapagos mikt op een alternatief voor de bestaande geneesmiddelen, die het proces enkel vertragen.
“Hoewel geen enkel programma garanties op succes biedt, is het potentieel van Galapagos dus groot. Bovendien heeft het bedrijf een bijzonder goede cashpositie, waarmee het de pijplijn verder kan uitbouwen.
“Overigens denk ik ook dat ThromboGenics na maandag wel degelijk beter af is. Novartis (het moederbedrijf van Alcon, nvdr) zal Jetrea weliswaar niet langer verdelen in Europa, maar het betaalt wel 53,7 miljoen euro als vergoeding voor de verbreking van de samenwerking. Bovendien koopt Novartis zichzelf ook in het kapitaal van ThromboGenics in. Met die extra middelen kan het zich nu volop op de ontwikkeling van nieuwe producten richten.”
3 vragen aan een econoom of strateeg
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier