Toch gemeentelijke opcentiemen op interesten en dividenden?

De verplichte aangifte van roerende inkomsten lijkt tot gevolg te hebben dat er gemeentelijke opcentiemen moeten worden betaald op ontvangen interesten en dividenden.

Iedere gemeente bepaalt haar tarief van gemeentelijke opcentiemen. Deze opcentiemen verhogen de verschuldigde personenbelasting. Het tarief verschilt van gemeente tot gemeente maar ligt door de band tussen de 6% en 8% (http://fiscus.fgov.be/interfaoifnl/ipptc/ipptc.htm). Dit betekent dat als u een basissom van 10.000 euro personenbelasting moet betalen, u uiteindelijk tussen de 10.600 euro en 10.800 euro belastingen kwijt bent.

Veroordeling door het Europese Hof van Justitie

In juli 2010 werd België veroordeeld door het Europese Hof van Justitie omdat de verhoging van de belasting met gemeentelijke opcentiemen enkel gold voor in het buitenland geïnde roerende inkomsten. Naar aanleiding van deze veroordeling werd door de Belgische Staat snel wetgevend ingegrepen. Opcentiemen zullen niet langer geheven worden op de buitenlandse interesten en dividenden (uit de Europese Economische Ruimte – EER) die worden geïnd zonder tussenkomst van een in België gevestigde tussenpersoon. Probleem opgelost dus.

Afschaffing bevrijdende roerende voorheffing

Om het gapende gat in de begroting te stoppen, werd niet enkel beslist om bepaalde besparingen door te voeren maar ook om nieuwe inkomsten te zoeken. Aangezien de werkende mens al veel belasting betaalt, werd gekeken naar de productiefactor kapitaal. Het algemene tarief voor de interesten en VVPR-dividenden (verlaagde voorheffing/précompte réduit) verhoogde van 15% naar 21%. Verder werd een bijkomende heffing van 4% ingevoerd. Deze toeslag geldt enkel op de inkomsten die belastbaar zijn aan 21%. Om één of andere obscure reden werd ook het stelsel van de bevrijdende roerende voorheffing ten grave gedragen. In principe moeten alle ontvangen roerende inkomsten worden opgenomen in de aangifte personenbelasting.

Pervers effect

Deze zwaar te bekritiseren afschaffing van de bevrijdende roerende voorheffing dreigt nu een heel pervers effect te hebben. Met name komen we nu tot de vaststelling dat de inkomsten die vroeger onderworpen waren aan de bevrijdende roerende voorheffing, verhoogd worden met gemeentelijke opcentiemen. Voor de in het buitenland geïnde inkomsten geldt een uitdrukkelijke wettelijke vrijstelling van de gemeentelijke opcentiemen. Dat betekent concreet dat als u bijvoorbeeld belegt in een Europees bedrijf (Royal Dutch, BNP Paribas, Telefonica, Siemens, etcetera) en u houdt deze effecten in het buitenland aan, dat is uw Belgisch belastingtarief in principe 25%. Als u daarentegen belegt in een Belgisch bedrijf (KBC, GBL, Cofinimmo, AB Inbev of je eigen KMO) dan wordt dat tarief verhoogd met gemeentelijke opcentiemen. Hierdoor loopt het effectief te betalen tarief op tot rond 27%. De politiek heeft aangekondigd dat hieraan verholpen zal worden. Dat is tot nu toe niet gebeurd. Nochtans zijn er intussen al heel wat wetten gepubliceerd waarin dit zou kunnen zijn rechtgezet. Tijdens het groot verlof zou de regering dienaangaande een akkoord hebben bereikt. De wet zou na het reces in het parlement worden ingediend. Afwachten en vooral opvolgen dus.

Volg de discussie mee via @Anton_Rivus.

Anton van Zantbeek

Advocaat Rivus

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content