S&P500 is 25 procent overgewaardeerd
Het is dan toch gebeurd. Twee jaar na het vorige is de Standard&Poor’s500-index erin geslaagd een nieuw record op de tabellen te zetten. Met dank aan de ‘Magnificent Seven’, de zeven absolute topaandelen die beleggers het delirium nabij hebben gebracht. Want honderden aandelen uit de S&P500-index, inclusief klassieke topbedrijven, staan absoluut niet op een piekniveau. Bekijk maar eens de grafieken van Johnson&Johnson, Procter&Gamble, …
Dat is al een veeg teken. Maar helaas niet het enige en dus is het opletten om niet te euforisch te doen over Wall Street. De nieuwe piek wordt slechts gedragen door een beperkt aantal waarden. Dat is één aandachtspunt. Nog meer aandacht verdient de vaststelling dat alle bekende, klassieke waarderingsindicatoren aangeven dat de Amerikaanse sterindex nu ver boven het gemiddelde van de afgelopen tien jaar zit. Voor de verwachte koers-winstverhouding zitten we nu op 23,4, versus 20,7 als gemiddelde voor het voorbije decennium. Als we dat gemiddelde hanteren, zou de S&P500-index nu op 4.195 punten mogen staan. Als we kijken naar koers/omzet dan zouden we op basis van het gemiddelde over de afgelopen tien jaar nu uitkomen op een indexstand van 3.410 punten. Voor de gemiddelde koers/bedrijfskasstroom-ratio van het voorbije decennium komen we op 3.645 punten en voor de gemiddelde koers/boekwaarde komen we amper op 3.350 punten als huidige stand.
Geen enkel gemiddelde komt dus in de buurt van de huidige recordstand. Als we het gemiddelde nemen van die vier bekomen indexniveaus op basis van het gemiddelde van de voorbije tien jaar, dan komen we uit op 3.650 punten als gerechtvaardigde stand voor de S&P500-index. De conclusie is dat de S&P500-index momenteel 25 procent overgewaardeerd is.
Parallel met Nasdaq 5000
Een voorbarig besluit, zult u mogelijks opperen. De ene 4.800 punten is de andere 4.800 punten niet. Er zijn factoren die kunnen rechtvaardigen waarom we de S&P500 een stuk hoger mag noteren dan gerechtvaardigd lijkt op basis van het tienjaarsgemiddelde. Bijvoorbeeld omdat de lange rente lager en de winstgroei hoger dan gemiddeld zouden zijn.
Op basis van het gemiddelde van de voorbije tien jaar, komen we uit op 3.650 punten als gerechtvaardigde stand voor de S&P500-index.
Toen de belangrijkste graadmeter van de Amerikaanse beurs in januari 2022 de eerste keer 4.800 punten bereikte, lag de tienjarige rente op staatsobligaties amper in de buurt van 1,50 procent. Bij het scherper stellen van de historische piek zitten we echter rond 4 procent. Uiteraard wel met de verwachting dat de lange rente in de loop van het jaar zal dalen. Maar niemand – in elk geval wij niet – gaat er vanuit dat we in de komende twaalf maanden terugkeren naar die 1,5 procent van twee jaar geleden. Daarnaast ligt de verwachte winstgroei voor het lopende jaar 300 basispunten (3%) lager dan begin 2022. Dus geen van beide elementen kan de erg hoge waardering verantwoorden.
Maar neem ook gerust van ons aan dat de S&P500-index naar de grens van 5.000 punten zal gaan of die zal doorbreken, zoals de technologiebeurs Nasdaq dat deed in maart 2000. Maar daarna was het feest toen voorbij en heeft het tot in 2015 geduurd alvorens we het écht boven 5.000 punten zijn gegaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier