Passief beleggen wordt terecht steeds populairder
Het zogenaamde passief beleggen zit volgens recente studies heel sterk in de lift. Maar wat houdt passief beleggen juist in en waarom is dat zo populaire aan het worden?
‘
Actief’ en ‘passief’ beleggen
Bij een ‘actief’ aandelenfonds probeert de fondsbeheerder om beter te doen dan een beursindex. Zo zal bijvoorbeeld een fondsbeheerder van Belgische aandelen proberen om elk jaar de BEL20 te verslaan, een fondsbeheerder van wereldwijde aandelen zal proberen de MSCI-World te kloppen, enzovoort. Bij een ‘passief’ aandelenfonds daarentegen, waarvan de meeste zogenaamde trackers of ETF’s zijn, bootst men gewoon de beursindex na.
Trackers in de lift
In de Verenigde staten is de opkomst van trackers de laatste jaren enorm gestegen en ondertussen maken ze al meer dan 35% uit van de totale fondsenmarkt. Maar ook in België worden trackers of Exchange Traded Funds (ETF) steeds populairder. Hoe komt dat? Vooreerst zijn er slechts een beperkt aantal “actieve” fondsen die erin slagen om jaar na jaar beter te doen dan hun index. Maar er is meer. De kosten van passieve fondsen liggen een pak lager dan bij actieve fondsen.
Lage kosten zijn een grote troef
De jaarlijkse beheerskosten liggen bij trackers doorgaans ‘slechts’ rond de 0,25% à 0,40%, terwijl dat bij actieve aandelenfondsen eerder 1,2% à 1,6% is. Dat is een belangrijk verschil, omdat deze kosten elk jaar terugkomen. Bij de aankoop van zo’n tracker betaal je enkel het makelaarsloon (vaak tussen de 0,5% à 1%) zoals bij de aankoop van een aandeel, terwijl je bij aandelenfondsen doorgaans 2% à 3% kwijt bent. Een actief fonds vertrek dus als het ware met een zware handicap ten opzichte van een passief fonds, en het moet dus al écht goed zijn om die handicap elk jaar opnieuw goed te maken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier