Koperprijs: vraagtekens op korte termijn, optimisme op lange termijn

KOPER. Op korte termijn kan de koperprijs alle kanten op.
*  

Begin april kelderde de prijs van een pond koper met ruim een vijfde, van meer dan 5 dollar per pond naar 4 dollar. De directe aanleiding waren de invoerheffingen van de Amerikaanse president Donald Trump.

Tijdens de daaropvolgende weken normaliseerde de situatie en stabiliseerde de prijs rond 4,8 dollar per pond. Een kanttekening daarbij is dat het om de prijzen op de Amerikaanse CME gaat. Die liggen nog zo’n 9 procent hoger dan op de LME in Londen. In april bedroeg het verschil zelfs 13 procent. De oorzaak is de verschuiving van kopervoorraden naar de Verenigde Staten, in anticipatie op de heffingen.

Aanbodconcentratie

De opzet van de invoerheffingen is de productie en de raffinage van koper op Amerikaanse bodem te stimuleren. Maar dat is een werk van lange adem. Op korte termijn dreigt de verwerkende industrie in de Verenigde Staten meer te betalen voor de invoer van geraffineerd koper. De instroom richting de CME (New York) blijft dus voorlopig aanhouden. In de geregistreerde opslagplaatsen van de LME in Londen en de SHFE in Sjanghai waren de voorraden in vijftien maanden niet zo laag.

Volgens Goldman Sachs bevindt ongeveer de helft van de wereldwijde kopervoorraden zich in de Verenigde Staten, terwijl dat land slechts voor 6 procent van de vraag naar geraffineerd koper instaat. Die situatie is niet houdbaar. Een normalisering dringt zich op zodra er meer duidelijkheid over de tarieven komt. Het blijft koffiedik kijken wat de impact op de prijs zal zijn.

Op korte termijn kan de koperprijs dus alle kanten op, maar op lange termijn nemen de vraag- en aanbodfundamenten het over. Vandaar dat we tijdelijk onze positie in de WisdomTree Copper, de grootste tracker die de koperprijs schaduwt, en in de Global X Copper Miners, een ETF waar de belangrijkste koperproducenten in zitten, hebben gehalveerd in de voorbeeldportefeuille. Vraagtekens op korte termijn, blijvend optimisme op lange termijn.

Van surplus naar deficit

De International Copper Study Group stelde in april een aanbodoverschot van 289.000 ton vast. Dat cijfer lijkt hoog, maar omvat slechts 1,3 procent van het wereldaanbod. Er hoeft dus niet veel te gebeuren of het surplus draait om in een deficit. De prognose gaat voorbij aan verschillende problemen aan de aanbodzijde, bijvoorbeeld in de Democratische Republiek Congo en Chili.

Daarom verwachten andere analisten, zoals die van UBS, dit jaar al een aanbodtekort. Dat zal de komende jaren nog toenemen, want de prijzen zijn te laag om grootschalige nieuwe projecten te starten die pas binnen tien jaar kasstromen opleveren. Aan de vraagzijde zal de koperconsumptie in dezelfde periode flink toenemen door investeringen in AI-datacenters en aanpassingen aan hoogspanningsnetwerken voor de groeiende elektrificatie.


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content