De koperprijs in Londen is gestegen tot bijna het hoogste niveau van dit jaar. Handelaren proberen nog snel koper in te slaan nu de voorraden slinken, uit vrees voor nieuwe Amerikaanse invoerheffingen.
Woensdag bereikte de referentieprijs in Londen het hoogste punt in meer dan drie maanden, bijna 10.000 dollar per ton. De wereldwijde koperreserves in de magazijnen van de London Metal Exchange (LME) zijn gedaald tot het laagste niveau sinds 2023.
Die onrust raakt handelshuizen en smelterijen die zich normaal indekken tegen prijsschommelingen. Vorige maand greep de LME al in met strengere regels voor handelaren met grote posities. De jacht op schaarse voorraden dreigt te leiden tot een ‘short squeeze’, waarbij prijzen nog verder stijgen, waarschuwen analisten.
‘Kantelpunt’
Volgens Tom Price, analist bij Panmure Liberum, zorgt de “koortsachtige verplaatsing van koper uit Europa en Azië naar de VS” ervoor dat koper momenteel de meest nerveuze grondstoffenmarkt is.
Er zijn grote hoeveelheden koper uit Europa en Azië naar de VS verscheept, omdat de regering-Trump invoerheffingen op koper overweegt. Koper is onmisbaar in sectoren zoals energie, technologie en transport. De concurrentie om de schaarse voorraden is intussen toegenomen. Grote spelers zoals Mercuria en Vitol willen hun positie in de markt voor industriële metalen versterken.
Door die krapte voerde de LME vorige maand nieuwe verplichtingen in voor handelaren met grote posities, om extreme prijsschommelingen te beperken. “Het is overdreven om te spreken van een crisis, maar de markt staat wel op een kantelpunt”, zegt Alastair Munro van Marex.
‘Mensen proberen nu hun contracten door te schuiven. In een krappe markt heeft dat een groot effect op de prijs’
Tom Price (Panmure Liberum)
Short squeeze
Normaal ligt de prijs voor levering in de toekomst hoger dan de huidige marktprijs. Zo kunnen smelterijen en handelaren contracten doorrollen zonder verlies. Nu is dat omgekeerd: de prijs op de korte termijn is hoger, een situatie die ‘backwardation’ heet. Vorige week was koper voor directe levering bijna 400 dollar per ton duurder dan voor levering over drie maanden, het grootste verschil sinds 2021.
Onder normale omstandigheden kunnen smelters, handelaren en andere kopers hun verplichtingen beschermen door nabije contracten te kopen en verder gelegen contracten tegen een hogere prijs te verkopen. Nu riskeren ze verlies omdat ze koper duur moeten inkopen op de korte termijn om het later goedkoper te verkopen.
Volgens analisten van Bank of America kan dit leiden tot een ‘short squeeze’: bedrijven die verplicht zijn koper te leveren, moeten dan snel bijkopen, waardoor de prijzen nog verder stijgen. “Mensen proberen nu hun contracten door te schuiven”, zegt Price. “In een krappe markt heeft dat een groot effect op de prijs.”
Ook het prijsverschil tussen koper voor levering morgen en overmorgen – een indicator van spanning op de markt – liep vorige week op tot bijna 100 dollar per ton, het hoogste sinds 2021. “Dat is een echte stressindicator in de markt”, zegt Munro van Marex. Sommige verkopers lijden hierdoor al verlies.
‘Echte schaarste binnen twee jaar’
De dalende koperreserves vallen samen met problemen bij producenten. Zo liep de Kakula-mijn van Ivanhoe Mines in Congo in mei onder water.
Intussen proberen grote handelshuizen hun greep op de markt te versterken. Volgens LME-cijfers had een anonieme koper woensdag het recht om 50 tot 80 procent van al het koper in LME-magazijnen op te eisen. Die partij kan dus beslissen om het metaal fysiek geleverd te krijgen.
“Dat verandert de markt fundamenteel, want zulke partijen hebben veel financiële slagkracht”, zegt Munro. Hij waarschuwt dat de tekorten hierdoor alleen maar groter worden: “Binnen twee jaar spreken we mogelijk over echte schaarste.”
Zelfs als kopers het metaal uiteindelijk niet fysiek opeisen, blijven die posities druk zetten op de markt, besluit Price.
