Uranium staat opnieuw in de schijnwerpers. Kernenergie is onmisbaar om de klimaatdoelen te halen: de productie veroorzaakt vrijwel geen CO2-uitstoot en levert bovendien continu stroom. Daardoor groeit de politieke en economische steun voor kernenergie. Dat heeft op de lange termijn grote gevolgen voor de vraag naar uranium, en dus voor de uraniumprijs.
Het Internationaal Energieagentschap (IEA) verwacht dat de jaarlijkse wereldwijde investeringen in kernenergie zullen stijgen van ongeveer 30 miljard dollar in 2010 naar meer dan 100 miljard in 2030, en vervolgens tot minimaal 80 miljard dollar per jaar zullen blijven liggen tot 2050. Marktvorsers verwachten dat de vraag naar uranium tot 2035 met meer dan 50 procent toeneemt, wat neerkomt op een jaarlijkse groei van circa 4 procent, aanzienlijk hoger dan de 1 tot 2 procent van het afgelopen decennium.
Nucleaire energie is op dit moment goed voor circa 9 à10 procent van de wereldwijde energieopwekking. Er zijn 438 kerncentrales operationeel en ongeveer 70 centrales in aanbouw. Vooral China en India zullen tot 2030 de groei aanjagen dankzij nieuwbouw van reactoren. Daarna versnelt de vraag door renovatie en modernisering van belangrijke apparatuur en systemen, die de levensduur van bestaande kerncentrales met tientallen jaren verlengt. Een nieuwe generatie kerncentrales (Gen III/IV-reactoren) en kleine modulaire reactoren (SMR’s) bieden extra potentieel, al bevinden die zich nog in een vroeg stadium.
Tekort aan uranium
Aan de aanbodzijde ligt het grootste risico. Driekwart van alle uraniumproductie komt uit slechts drie landen: Kazachstan, Canada en Namibië. De projectpijplijn is dun, productie is jarenlang vlak gebleven en de toeleveringsketen kent problemen. Hoewel de komende jaren een opleving wordt verwacht door herstart van bestaande mijnen en uitbreidingen, vlakt die groei daarna af. Bovendien worden nieuwe projecten pas begin volgend decennium operationeel.
Het gevolg is dat de markt volgens huidige ramingen in 2025–2029 in een tekort blijft. Echte krapte ontstaat vanaf 2030, wanneer de vraag duidelijk sneller stijgt dan het aanbod. Door de relatief starre aanbodkant kan dat leiden tot een aanhoudend en oplopend tekort. En dus blijft er een langdurige opwaartse druk op de uraniumprijs.
De nucleaire sector én de uraniummarkt lijken aan de start te staan van een nieuwe bullmarkt. Beleggers kunnen daarop inspelen via de VanEck Uranium and Nuclear Technologies UCITS ETF (ticker NLR; ISIN-code IE000M7V94E1). Deze fysieke tracker belegt in 25 ondernemingen die actief zijn binnen de kernenergiesector, met een gebalanceerde spreiding tussen uraniumproducenten, industriële toeleveranciers en elektriciteitsbedrijven. Alleen bedrijven die minstens 50 procent van hun omzet uit uranium of nucleaire activiteiten halen, komen in aanmerking voor opname. Portefeuillewaarden Cameco, Denison Mines en NexGen Energy zitten alle drie in de top tien van grootste posities van de tracker.