De inflatie in de Europese Unie daalde in mei naar 1,9 procent op jaarbasis. Dat overtrof de verwachtingen. Het huidige niveau ligt zelfs lichtjes onder de doelstelling van 2 procent. De lagere energieprijzen zorgden voor de grootste daling op jaarbasis. De inflatie in de dienstensector zakte van 4 procent in april tot 3,2 procent in mei.
Christine Lagarde, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), kon dan ook een nieuwe renteverlaging met 25 basispunten aankondigen. Het was de achtste achtereenvolgende keer dat de rente naar beneden werd bijgesteld. Het niveau van 2 procent is nu bereikt. De ECB voorspelt dat de inflatie volgend jaar nog verder naar beneden gaat, misschien zelfs tot 1,6 procent. Daarna kan het weer bergop gaan, richting 2 procent.
De Griekse ECB-bestuurder Yannis Stournaras meent dat het nu beter is af te wachten en te kijken wat er zal gebeuren. De wereld is te onzeker om boude voorspellingen te doen. Ook Christine Lagarde is die mening toegedaan. Dat betekent dat het, alleszins voorlopig, gedaan is met renteverlagingen. Recente cijfers wijzen uit dat de Europese economie veel sterker groeit dan verwacht, wellicht door de toenemende orders van Amerikaanse bedrijven om de hoge invoerheffingen, die president Donald Trump aankondigt, voor te zijn. Nieuwe renteverlagingen zouden de economie nog meer zuurstof geven, waardoor de inflatie weer zou opflakkeren. Dat kan de bedoeling niet zijn, nu het jarenlange beoogde niveau van 2 procent eindelijk bereikt is.
In Groot-Brittannië is de situatie net omgekeerd. De arbeidsmarkt begint te verzwakken. Bedrijven proberen te besparen op personeel, omdat de loonlasten voor bedrijven stijgen. De meeste experts verwachten daarom dat de Bank of England op 7 augustus de rente zal verlagen. Tot vandaag was de centrale bank op haar hoede omdat de inflatie onvoldoende afneemt. Daar lijkt nu verandering in te komen. Voor het Britse pond is dat minder goed nieuws. De waarde daalt weer richting 0,85 pond per euro, terwijl de Britten begin dit jaar slechts 0,82 pond betaalden voor een euro.
Geen dollarversteviging
In Japan is er voorlopig geen renteverhoging gepland. De beleidsrente blijft ongewijzigd op 0,5 procent. De Japanse centrale bank (BoJ) vindt de economische vooruitzichten extreem onzeker. Bovendien is de doelstelling van 2 procent voor de inflatie nog niet bereikt. Valutadeskundigen hadden verwacht dat rente lichtjes kon stijgen en uiteraard zijn ze teleurgesteld door de uitspraken van Kazuo Ueda, de voorzitter van de BoJ. Ze sturen de yen lager.
Ondanks de renteverlaging in de eurozone en het toenemende renteverschil met de dollar, blijft de Amerikaanse munt in waarde dalen. Sinds begin dit jaar verloor de dollar al bijna 10 procent. Bovendien lijkt het einde nog niet in zicht. Met 1,14 dollar per euro is de dollar nog slechts evenveel waard als drie jaar geleden. Volgens de technisch analyse kan het tot 1,18 dollar gaan voor een euro.
