Liefhebbers van staatsobligaties hoeven niet te panikeren. De volgende landen kunnen nog altijd bogen op de hoogste kredietrating: Duitsland, Nederland, Luxemburg, Zwitserland, Noorwegen, Zweden, Denemarken, Singapore, Australië en Canada.
Voor Europese beleggers verdienen uiteraard obligaties van Duitsland, Nederland en Luxemburg de voorkeur, omdat er weinig of geen wisselkoersrisico is. Bovendien is er nog een redelijk rendement te halen. Dat kan niet worden gezegd van Zwitserse obligaties. De tienjaarsrente bedraagt er 0,29 procent en heeft de neiging nog verder te zakken. In augustus 2019 bedroeg de rente -1 procent.
Het steenrijke Noorwegen betaalt minder mooie rendementen dan een paar maanden geleden. Voor een rendement dat hoger ligt dan 3 procent moeten we naar Canada en Australië. Obligaties in Canadese en Australische dollar waren enkele jaren geleden in de mode, maar zijn intussen wat op de achtergrond geraakt. De Zweedse en de Noorse kroon genieten meer aandacht. Vooral de Zweedse munt zit al enkele maanden in de lift. De obligaties in de tabel dienen als voorbeeld, maar zijn stuk voor stuk vlot verkrijgbaar in België.
Net zo veilig als staatsobligaties is papier van internationale instellingen als de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Investeringsbank (EIB). Of de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (IBRD) en de Internationale Financieringsmaatschappij (IFC).
