Nyrstar tankt geld, Hamon ziet het wegstromen
Een dure obligatie maakt de onmiddellijke toekomst van Nyrstar minder onzeker. Hamon liet de belegger een week wachten, en dat was niet op goed nieuws.
De Europese beurzen putten moed uit een peiling in de aanloop naar de Franse presidentsverkiezingen, waaruit bleek dat FN-kandidate Marine Le Pen de eerste ronde mogelijk toch niet wint. De toonaangevende Eurstoxx50 won 0,5 procent. In België was er zelfs bijna 1 procent winst voor de Bel-20 onder aanvoering van ING (+2,85%). De Nederlandse grootbank profiteerde van een positief advies.
Op de brede markt was de opvallendste stijger Nyrstar (+6,3%). De zinksmelter kreeg applaus voor zijn plannen om niet 350 miljoen maar 400 miljoen euro op te halen met obligaties met een looptijd van zeven jaar en een rente van 6,875 procent. Dat is een hoge rente, zeker in nulrentende tijden. Maar beleggers zijn opgelucht dat de meest prangende financieringsproblemen zo voor een aantal jaren van de baan zijn.
De klap van de dag kwam op naam van Hamon (-9,2%). Het engineeringsbedrijf, dat onder meer koelsystemen maakt voor de olie- en gassector, publiceerde zijn jaarresultaten met een week vertraging. Dat is meestal geen goed teken, en ook hier niet. Hamon dook over heel de lijn diep in het rood, onder meer door hoge herstructureringskosten en nieuwe waardeverminderingen die het moet slikken.
In september vorig jaar lanceerde het bedrijf een besparingsplan. Sindsdien is er een nieuw management en dat gaat nu kijken of er bijkomende maatregelen nodig zijn om de winstgevendheid te herstellen. Het meest problematische is wellicht dat er meer geld uit het bedrijf is weggestroomd dan er in december bij de zoveelste kapitaaloperatie werd opgehaald. De kans bestaat dat Hamon opnieuw op zijn afspraken met de banken wordt gewezen, en daardoor weer bij de belegger moet aankloppen. Eind vorig jaar was al duidelijk dat de kleine belegger niet bepaald storm loopt om nog geld in Hamon te steken. En dus zal een eventuele nieuwe kapitaaloperatie vooral afhangen van de appetijt van de grootaandeelhouders, de familie Lambilliotte en de Waalse overheid.
Op de beurs van Londen sprong de duik van reclamereus WPP (-8%) in het oog. Het grootste reclamebedrijf ter wereld maakte jaarcijfers bekend die beter waren dan verwacht, maar beleggers waren bijzonder ontgoocheld over de prognose. Het management ziet de omzet dit jaar maar met 2 procent toenemen. Vorig jaar was dat nog 3 procent. De oorzaak is volgens het persbericht de moeilijke macro-omgeving.
Dat is slecht nieuws voor ons allemaal. Reclamebedrijven staan te boek als een soort kanarie in de koolmijn. Bedrijven die moeilijkheden verwachten, zullen eerst in hun advertentiebudgetten snijden, veeleer dan werknemers te ontslaan. Als de reclamejongens voorzichtig zijn in hun vooruitzichten, betekent dat doorgaans dat er onweer op komst is.
De sombere houding bij WPP vloekt wel met de vele recente data die wijzen op een versnelling van het economische herstel. De vraag is dan ook of de problemen niet meer sector gebonden zijn dan een indicatie voor een groeivertraging. Mogelijk speelt de technologische revolutie, die de advertentiemarkt volledig door elkaar schud, een grotere rol. WPP geeft ook mee dat zijn klanten gewoon meer op de kleintjes letten en meer reclame verwachten voor dezelfde dollar.
Volgende week blijft de cijferlawine voortrazen. De week begint met de rapporten van D’Ieteren en Bois Sauvage. Later mag de belegger zich buigen over de resultaten van onder meer Agfa-Gevaert, Tinc, Ontex, bpost, Resilux, Atenor en Roularta. Ook uit het buitenland blijven de jaaroverzichten toestromenù, met cijfers van onder andere Adidas, Boskalis en Acell. Macro-economisch is het vooral uitkijken naar het Amerikaanse banenrapport, dat hoogst uitzonderlijk pas de tweede vrijdag van de maand komt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier