Marktoverzicht: Zorgen om Frankrijk

De Europese aandelenmarkten lieten lichte verliezen optekenen. Beleggers maken zich wat zorgen over de stijgende populariteit van de extreemlinkse kandidaat Jean-Luc Melenchon.

Daarnaast viel op dat de olieprijs voor de zesde opeenvolgende dag steeg, vandaag vooral door productieproblemen in Libië en de verklaring van de Russische minister van Energie dat zijn land overweegt de productiebeperking tot 300.000 vaten per dag te verlengen.

Op basis van de recentste peilingen over de Franse presidentsverkiezingen, waarvan de eerste stemronde plaatsvindt op zondag 23 april, houden de markten steeds meer rekening met een vierde kandidaat voor de tweede ronde. Jean-Luc Melenchon schiet omhoog in de peilingen en zou zelfs al François Fillon voorbijsteken in de strijd om de derde plaats. De kandidaat van extreemlinks ligt moeilijk voor de financiële markten. Daardoor nam het renteverschil tussen Frankrijk en Duitsland toe met 6 basispunten tot boven 70 basispunten. Enkele weken geleden waren dat nog 40 basispunten. De piek in januari, op het toppunt van de populariteit van Marine Le Pen, bedroeg wel 90 basispunten.

Na enkele maanden strijd lijkt het doek te zijn gevallen voor de overname van Stada (+10,6%). De bedrijfsleiding van Stada heeft zich akkoord verklaard met het overnamebod van 5,3 miljard euro van de private-equitygroepen Bain Capital en Cinven. Het bod van 66 euro per aandeel bestaat uit 65,28 euro per aandeel in cash en een dividend van 0,72 euro per aandeel. Na het vertrek van Hartmut Retzlaff van vorig jaar, die 23 jaar CEO was, kwam de overnamespeculatie geleidelijk aan op gang. De nieuwe topman, Matthias Wiedenfels, beloofde dat hij Stada weer meer winstgevend ging maken, maar vanaf februari probeerden minstens vier private-equitygroepen elkaar de loef af te steken met een winnend bod. Uiteindelijk lijken Bain Capital en Cinven aan het langste eind te trekken en bijten onder meer Permira en Advent International in het zand.

Het herstel van de metaalprijzen heeft ook de koers van BHP Billiton (+2,3%) het afgelopen jaar stevig ondersteund. Toch is de activistische aandeelhouder Elliott Management Corp. nog niet tevreden. De groep bezit 4,1 procent van de aandelen en vindt dat het allemaal nog veel beter kan. BHP is inderdaad een achterblijver en doet het bijvoorbeeld een hoop minder goed dan de afgesplitste activiteiten van South32 (+80% tegenover +135% de afgelopen twaalf maanden). Elliott wil dan ook dat er één hoofdkwartier komt (nu nog Londen en Sydney), en dat de Amerikaanse olieactiviteiten worden verkocht, die volgens het bureau 22 miljard dollar waard zijn. Daarnaast stuurt hij aan op een omvangrijk inkoopprogramma van eigen aandelen in plaats van de “overdreven” kaspositie. Elliott vindt dat de kwaliteit van de activa niet voldoende in de aandelenkoers wordt gereflecteerd, omdat de groepsstructuur, het financiële en het portefeuillebeheer niet geoptimaliseerd zijn.

Dinsdag is het uitkijken naar de cijfers over de industriële productie in de Europese Unie, de inflatie in Groot-Brittannië en vooral naar de ZEW-indicator (investeerdersvertrouwen) in Duitsland.