De nieuwe rakettest van Noord-Korea en de aanslag in Londen stuurden beleggers met een bezwaard gemoed het weekend in. UCB bracht goed nieuws, maar de onzekerheid bleef op de koers wegen.
De beurzen sloten de week met een valse noot. De pan-Europese Stoxx Europe 600-index verloor 0,3 procent. De Bel20 ging 0,6 procent achteruit. De aanhoudende geopolitieke spanningen rond Noord-Korea en de aanslag in de metro van Londen lagen beleggers duidelijk op de maag.
Veruit de grootste stijger in de Bel-20 was UCB (+1,9%). De biofarma groep kwam met twee nieuwtjes voor de dag. Ten eerste krijgt zijn epileptiemiddel in de VS groen licht als monotherapie. Tot nu werd het middel altijd in combinatie met andere medicijnen gegeven. Ten tweede toont Cimzia, een middel dat al op de markt is tegen reuma, goede testresultaten tegen psoriasis.
Ondanks het goede nieuws en de koerswinst vrijdag blijft het aandeel rond de koers schommelen van eind mei. Toen dook het aandeel een vijfde lager, omdat bij de laatste test van een middel tegen osteoporose onverwacht een verhoogd risico op hartproblemen opdook. Nu moeten er nieuwe testen gedaan worden, en het is niet duidelijk wanneer de resultaten daarvan bekend zijn.
Ondertussen blijft de onzekerheid op het aandeel wegen. Het middel tegen osteoporose moet het nieuwe stermedicijn worden, zodra de patenten op de huidige generatie sterkhouders volgend decennium beginnen te verlopen. Analisten rekenen op piekverkopen tot 800 miljoen euro per jaar. Die onzekerheid maakt ook het analistenheir voorzichtig. De meerderheid van de UCB-watchers geeft een ‘houden’-advies en ziet maar een opwaarts potentieel van 10 procent.
In het buitenland ging er veel aandacht naar de ambities van Carlos Ghosn, de topman van de alliantie tussen Renault (+1,4%) en Nissan (+0,2%), de twee autoproducenten die elkaars aandeelhouders zijn. Gohn wil tegen 2022 40 procent meer wagens verkopen. Met 14 miljoen stuks moet de Frans-Japanse combinatie dan de grootste autoverkoper ter wereld worden. Daarnaast plant de Fransman dan ook jaarlijks 10 miljard euro kosten te besparen door beide merkten op hetzelfde platform te laten produceren. 75 procent van de wagens zal dan ook met dezelfde motor uitgerust zijn.
Het idee achter de steile ambities is vrij eenvoudig: Ghosn is er van overtuigd dat enkel de grootste groepen de komende strijd zullen overleven. De auto-industrie staat voor ingrijpende veranderingen. En enkel de producenten met voldoende schaal zullen de zware investeringen in de technologie voor zelfrijdende en elektrische wagens kunnen dragen.
Beleggers reageerden niet laaiend enthousiast op de plannen. Zo zal nog moeten blijken of de ambities haalbaar zijn. Bovendien gaat er geen dag voorbij zonder dat een autoproducent de lancering van tientallen elektrische modellen aankondigt voor de komende jaren. Op het autosalon van Frankfurt vorig week lieten de grote Duitse merken zich niet onbetuigd. Het is dus nog lang niet zeker wie er als winnaar uit de bus zal komen.
Volgende week staat er bijzonder weinig bedrijfsnieuws op de agenda. Beleggers krijgen wel rapporten van Inditex en in eigen land Mithra voorgeschoteld. De nieuwe beursweek brengt wel tal van interessante macro-cijfers. Er is de inflatie voor de eurozone, het ondernemersvertrouwen in Duitsland en de werkloosheid in de VS.
