De onafhankelijkheidsverklaring van Catalonië liet geen sporen na op de beurzen. In Brussel leeft Exmar op de hoop op een contract voor zijn drijvende fabriek. Wall Street was in de ban van Super Thursday.
Spanje, de derde economie van de eurozone, dreigt een vijfde van zijn omvang te verliezen als de Catalaanse onafhankelijkheidsdroom bewaarheid blijft. De markt denkt vooralsnog dat de hele kwestie wel zal koelen zonder blazen. De beurs van Madrid verloor wel terrein, maar met een verlies van 1,5 procent kan je bezwaarlijk van een slachting spreken. Ook de obligatiebelegger schoot niet in een kramp. De Spaanse rente kroop 5 basispunten hoger naar 1,6 procent. Zorgen over de eurozone in haar geheel waren er ook niet. De euro kroop een half procentje hoger tegenover de dollar.
Veel beleggers keken vrijdag vooral naar de overkant van de Grote Plas, waar Super Thursday alle verwachtingen heeft overtroffen. Donderdag kwamen met Amazon (+9%), Google-moeder Alphabet (+5%) en Microsoft (+8%) drie grootheden uit de technologiewereld met cijfers over hun derde kwartaal. Alle drie gingen ze moeiteloos over de hooggeplaatste lat. Niet verwonderlijk dat er een nieuw rondje records sneuvelde bij de openingsbel op Wall Street.
De stevige cijfers waren welgekomen om de recente rally op de Amerikaanse beurzen te verantwoorden. Die is enerzijds gebaseerd op de hoop dat president Donald Trump de belastingen drastisch zal verlagen, waardoor de winsten zouden toenemen. Anderzijds hebben de technologie-aandelen al een bijzonder sterk jaar achter de rug. De vrees leefde dat tegenvallende rapporten die steun zou doen wegvallen, maar die vrees bleek dus ongegrond.
Er kwam trouwens nog goed nieuws overwaaien uit de Verenigde Staten. In het derde kwartaal is de economie er met 3 procent gegroeid. Een stevig tempo, en dat ondanks de twee verwoestende orkanen. Bovendien was de groei breed gedragen door zowel de consumptie als de investeringen. Dat is goed nieuws voor beleggers in VS, want die hopen natuurlijk op winstgroei om de hogere waarderingen op Wall Street te ondersteunen.
In eigen land steeg de Bel-20 met 0,1 procent. De grootste stijgers in de hoofdmacht van de Brusselse beurs waren UCB (+1,3%) en AB InBev (+1,1%). Alleen Umicore (-1,2%) verloor meer dan een procent. Proximus (-0,1%) bleef nagenoeg onbewogen na zijn kwartaalrapport dat in de lijn van de verwachtingen lag.
Op de brede markt was er vooral veel aandacht voor Exmar (+2%), dat in enkele handelssessies tijd 30 procent in waarde toenam. De koerssprong heeft weinig te maken met de resultaten van vandaag, die trouwens in lijn van de prognoses lagen. De opmerkelijk klim heeft alles te maken met berichten dat na twee jaar zoeken mogelijk toch een klant opgedoken is voor de Caribean, een drijvende fabriek die gas omzet in vloeistof, wat het transport makkelijker maakt.
In het verleden is nog weleens de komst van een deal aangekondigd en Exmar zelf spreekt over verschillende onderhandelingen die nog lopen. De handtekeningen zijn dus nog niet gezet. De koers van het aandeel is dan ook een soort van kansberekening. Volgens KBC Securities schat de markt de kans op een akkoord nu op zo’n 60 procent. Maar aangezien vooral Iran genoemd wordt als mogelijke huurder, is meteen ook duidelijk dat de kans bestaat dat de gesprekken nog afspringen. Gezien de spanningen met de VS is zaken doen met het land verre van vanzelfsprekend.
Volgende week
komt de belegger weer tijd te kort om alle rapporten grondig uit te pluizen. Op de agenda in ons land staan onder meer Recticel, Euronav, Nyrstar, ING, GBL en Vastned. In het buitenland komen BNP Paribas, Airbus, Unilever en Pfizer met cijfers.
