Invoerheffingen vernietigen duizenden miljarden aan beurswaarde

Donald Trump staat te trappelen om de VS met een firewall van invoerheffingen af te schermen van de rest van de wereld. Hij dreigt daarmee beleggers met miljarden aan verliezen op te zadelen.

Volgens Donald Trump is ‘invoerheffing’ – ‘tariff’ in het Engels – het mooiste woord dat er bestaat. Een groot deel van zijn campagne ging dan ook over hoe streng zijn handelsbeleid zou zijn en welke landen hij met invoerheffingen zou bestrijden. Ondertussen hebben Canada en Mexico er al van en heeft hij China als doelwit in het vizier.

Voor beleggers is dat minder goed nieuws. Volgens een nieuwe studie van de New York Fed, de Amerikaanse centrale bank, hebben de invoerheffingen tijdens Trumps vorige termijn beleggers miljarden gekost.

De onderzoekers keken niet zozeer naar de economische impact van invoerheffingen op de lange termijn, maar wel naar de reactie van de beurs op de dagen dat invoerheffingen werden aangekondigd. De conclusie was duidelijk: telkens wanneer de Verenigde Staten, of als reactie daarop China, nieuwe invoerheffingen aankondigden, ging de beurs in het rood.

In totaal ging de Amerikaanse beurs er in 2018 en 2019 met 12 procent op achteruit als reactie op die aankondigingen van nieuwe invoerheffingen. Daarmee ging 4.100 miljard dollar aan beurswaarde verloren.

Bovendien waren die koersdalingen niet tijdelijk. Een deel ervan bleef kleven en zorgde dus voor blijvend verlies, volgens de Fed-onderzoekers.

De keerzijde van die beursmalaise was te vinden op de markt voor Amerikaanse staatsobligaties, die dienst deden als veilige haven. De onzekerheid die de invoerheffingen over aandelenbeleggers afriepen, deed hen massaal vluchten naar Amerikaans staatspapier, waarvan het rendement met enkele tienden van procenten daalde op dagen waarop er nieuwe invoerheffingen werden aangekondigd.

Invoerheffingen hebben ook een negatieve impact op het bredere welzijn in de economie, besluiten de onderzoekers.