Door hun stabiele inkomsten en vaak aantrekkelijk dividend zien veel beleggers nutsbedrijven als een alternatief voor obligaties. Vooral wanneer de rente daalt, kunnen ze opnieuw aan belangstelling winnen. Vier internationale netbeheerders die nu in het oog springen.
Elia geldt opnieuw als een klassieker voor de defensieve portefeuille. Het aandeel hoort thuis in het rijtje van stabiele dividendbetalers met een langetermijnvisie. De Belgische netbeheerder investeert volop in de voorbereiding van het elektriciteitsnet op hernieuwbare energie. Geen blikvanger qua groei, wél een betrouwbare bron van inkomsten met een stevige balans.
Maar hoe verhoudt Elia zich tot buitenlandse sectorgenoten? We bekijken vier internationale nutsbedrijven: sommige mikken op meer groei, andere bieden een hoger dividend of net iets meer defensieve zekerheid.
1/ NextEra Energy: Verenigde Staten
Het Amerikaanse NextEra Energy, een pionier in wind- en zonne-energie, is het grootste beursgenoteerde nutsbedrijf ter wereld. De groep steunt op twee pijlers. Florida Power & Light is de grootste stroomleverancier van de staat Florida, waar tarieven en investeringen onder toezicht staan van de overheid. NextEra Energy Resources is wereldwijd actief in de productie van energie uit zon en wind. Door de snelle elektrificatie van de economie, onder meer via datacenters en AI-toepassingen, verwacht CEO John Ketchum een explosie van de elektriciteitsvraag. Hij voorspelt een groei van 55 procent over de komende twintig jaar – zes keer sneller dan in de voorbije twee decennia.
Om die capaciteit te halen, kiest NextEra resoluut voor een allesomvattende strategie: het bouwt extra gascentrales, blaast de stilgelegde kerncentrale Duane Arnold in de staat Iowa nieuw leven in, en investeert miljarden in wind- en zonne-energie. Die aanpak is ambitieus, maar vergt ook een godsvermogen. Dat zie je aan de cijfers: het bedrijf torst een nettoschuld van 87 miljard dollar, tegenover slechts 2,4 miljard aan beschikbare middelen. De vrije kasstroom is dan ook fors negatief (-39,6%). Tegelijk is het bedrijf wel erg winstgevend. De operationele winstmarge bedraagt bijna 54 procent en het rendement op het eigen vermogen 10 procent. Beleggers hebben veel vertrouwen in de groeiplannen, gezien de stevige waardering. Het aandeel noteert tegen 26,5 keer de winst.
Rentegevoelig
De markt beloont dat geloof met een premie, mede dankzij het solide dividendbeleid. NextEra keert momenteel 3,3 procent dividend uit, en heeft over de voorbije tien jaar een gemiddelde dividendgroei van ruim 11 procent per jaar neergezet. Ondanks de meer dan aanzienlijke investeringen houdt het management vast aan een ambitieus groeipad richting 2030.
Voor beleggers die op zoek zijn naar een hoeksteen voor hun portefeuille, met langetermijngroei en een degelijk dividend, is NextEra een interessante maar rentegevoelige keuze.
➡️ NextEra kiest voor een offensievere strategie dan Elia, wat kansen én risico’s met zich brengt.
2/ National Grid: Verenigd Koninkrijk en Verenigde Staten
National Grid is een van de grootste beheerders van hoogspanningsnetten in Europa en de Verenigde Staten, met vaste inkomsten uit zijn activiteiten in het Verenigd Koninkrijk en New York. De groep staat bekend om haar stabiele kasstromen en aantrekkelijk dividend van 4,5 procent. Dat maakt het aandeel populair bij beleggers die veiligheid en voorspelbaarheid zoeken. In 2024 lanceerde het bedrijf een investeringsplan van 60 miljard pond (ongeveer 70 miljard euro) om zijn infrastructuur klaar te stomen voor de energietransitie.
Het draait niet alleen om nieuwe technologie, maar ook om ruimtelijke kwaliteit: zo worden in het ruige, schilderachtige Nationaal Park Eryri (Snowdonia) in Noord-Wales tien hoogspanningsmasten verwijderd en 3,4 kilometer aan bovengrondse lijnen vervangen door een ondergrondse tunnel – een zeldzaam voorbeeld van landschapsherstel.
De financiële structuur van National Grid is solide, al zijn er kanttekeningen bij te plaatsen. Het bedrijf heeft 45,7 miljard pond (ruim 53 miljard euro) nettoschuld, maar kan de rentelasten comfortabel dragen. Door de hoge investeringen is de kasstroom licht negatief (-10,7%). Tegelijk blijft de rendabiliteit gezond, met een operationele winstmarge van 27 procent en een rendement op het eigen vermogen van 13,6 procent. Analisten verwachten dat de winst over twee jaar met 22 procent toeneemt – een signaal dat er nog groeipotentieel is, ondanks het defensieve karakter van het bedrijf.
Imagoprobleem
Toch kampt National Grid met imago- en betrouwbaarheidsproblemen. Een reeks incidenten, waaronder een stroompanne in de Londense metro en een brand in een verdeelstation nabij Heathrow, heeft vragen opgeroepen over de staat van het Britse net. De CEO, John Pettigrew, noemde die voorvallen hoogst uitzonderlijk en wees op de verbeterde betrouwbaarheid ten opzichte van een decennium geleden.
Belangrijk is dat het bedrijf zijn investeringen met 20 procent heeft verhoogd, tot bijna 10 miljard pond (ruim 11,5 miljard euro) per jaar. Voor beleggers blijft National Grid een klassieke dividendbetaler, die meesurft op de energietransitie.
➡️ National Grid lijkt sterk op Elia, maar biedt een iets hoger dividend en bredere spreiding, al zijn er recente twijfels rond de betrouwbaarheid.
Engie werkt met de overheid aan de verlenging van de kerncentrales Doel 4 en Tihange 3 – een operatie die op termijn de winstgevendheid moet ondersteunen
3/ Enel: Italië
Enel is met voorsprong het grootste nutsbedrijf van Europa. Het concern is actief in meer dan dertig landen, van Italië en Spanje tot ver buiten het continent, met een stevige aanwezigheid in Latijns-Amerika. Het combineert productie, distributie en dienstverlening in één brede structuur: van elektriciteitscentrales tot klantfacturatie.
Met een beurswaarde van ruim 78 miljard euro en een jaaromzet van 78 miljard hoort Enel tot de zwaargewichten van de sector. Toch noteert het aandeel opvallend laag. De winstgevendheid is degelijk: een nettomarge van 9,1 procent en een rendement op het eigen vermogen van bijna 8 procent. Dat is niet spectaculair, maar wel consistent. Voor beleggers die op zoek zijn naar ondergewaardeerde mastodonten met internationale spreiding, blijft Enel een dossier om in het oog te houden.
Om zijn schulden te verlagen, verkocht Enel de voorbije jaren voor 21 miljard euro aan bedrijfsonderdelen. De nettoschuld is daarmee teruggebracht tot zo’n 61 miljard euro. Dat geldt nog steeds als fors, maar is in lijn met de verwachtingen.
Herstelpotentieel
In november 2024 verhoogde Enel zijn dividendvloer van 0,43 naar 0,46 euro per aandeel. Begin 2025 keerde het bedrijf al een interim-dividend uit van 2,5 miljard euro. Afhankelijk van de jaarresultaten kan de totale uitkering oplopen tot 70 procent van de nettowinst. Over het afgelopen decennium groeide het dividend gemiddeld met bijna 13 procent per jaar.
Ondertussen blijft de onderliggende financiële situatie behoorlijk gezond. De kasstroom is positief en de brutomarge ligt met 37 procent op een comfortabel niveau. Enel verraste in het eerste kwartaal positief, vooral dankzij stabiele prestaties in Spanje en Latijns-Amerika. In Italië blijft het herstel wat achter, maar het bedrijf blijft vasthouden aan zijn winstdoel van 6,6 tot 6,8 miljard euro voor dit jaar.
Voor beleggers die wat koersbewegingen kunnen verdragen in ruil voor een lage waardering en toekomstpotentieel, blijft Enel het overwegen waard. Zeker nu het zijn schulden afbouwt, de structuur vereenvoudigt en werk maakt van een stabiel dividendbeleid.
➡️ Enel heeft meer herstelpotentieel dan Elia. Geen aandeel voor wie snel rendement wil (maar dat geldt eigenlijk voor de meeste dergelijke aandelen), wel voor wie bereid is geduldig te blijven.
4/ Engie: Frankrijk en België
Engie blijft voor Belgen een vertrouwde naam uit de energiesector. Het bezit een mix van klassieke gasactiviteiten en een groeiende tak hernieuwbare energie. Het aandeel spreekt vooral dividendbeleggers aan, met een rendement van 8,7 procent. Dat lijkt niet uit de lucht gegrepen: het bedrijf heeft 17,7 miljard euro cash in huis, tegenover 34,7 miljard euro aan schulden.
Wat opvalt: ondanks de stevige investeringen die de sector vraagt, houdt Engie geld over. De vrije kasstroom is positief, iets wat bij veel sectorgenoten niet vanzelfsprekend is.
De winstcijfers van Engie zijn niet spectaculair. Het rendement op het eigen vermogen blijft hangen rond 4,4 procent, en beleggers rekenen duidelijk niet op stevige groei: het aandeel noteert tegen een bescheiden koers-winstverhouding van 11,5. Die voorzichtigheid is niet onterecht. De winst kan de komende jaren onder druk komen te staan door lagere energieprijzen, de stilstand van enkele Belgische kernreactoren en een dip in de waterkrachtproductie in Frankrijk en Portugal. Al duidt die laatste terugval niet op een structurele verzwakking, maar veeleer op een tijdelijke correctie na een uitzonderlijk sterk voorgaand kwartaal op het vlak van waterkracht.
Beperkte winstgroei
Engie blijft volop investeren in de energietransitie en mikt tegen 2030 op 95 gigawatt aan hernieuwbare productie en opslagcapaciteit. In 2024 kwam daar al 4,2 gigawatt bij. Ook in de Verenigde Staten breidt het bedrijf verder uit, al worden sommige projecten afgeremd door de politieke onzekerheid onder de regering-Trump. In ons land werkt Engie intussen met de overheid aan de verlenging van de kerncentrales Doel 4 en Tihange 3 – een operatie die op termijn de winstgevendheid moet ondersteunen.
➡️ Voor wie op zoek is naar stabiliteit en een hoog dividend, blijft Engie een aantrekkelijke optie, zolang men genoegen neemt met beperkte winstgroei. “Het aandeel heeft de voorbije jaren goede beursprestaties geleverd, maar is desondanks niet echt hoog gewaardeerd en heeft een aantrekkelijk dividendrendement”, vat Trends Beleggen het samen.