Beleggingstip van de week: windparkontwikkelaar Orsted klimt uit het dal
Beleggers hebben Ørsted, ’s werelds grootste ontwikkelaar van windparken, weer in de armen gesloten. De koers is sinds januari met een kwart gestegen en heeft daarmee is een deel van de forse verliezen goedgemaakt. Wie vijf jaar geleden instapte, zit echter nog steeds op bijna 30 procent verlies.
Het Deense energiebedrijf kijkt terug op een roerige periode. Door de gestegen rente en hogere kosten in de toeleveringsketen moest het flink afboeken op windparken in de Verenigde Staten. Intussen is het tij gekeerd. De gedaalde kapitaalmarktrente maakt de financiering van windparken goedkoper en de kosten zijn gestabiliseerd. De overheden helpen door bij nieuwe veilingen hogere elektriciteitsprijzen vast te leggen. Zo haalde Ørsted vorige maand in een Britse veiling een gunstig contract binnen voor 2,4 gigawatt. Bij de veiling lagen de minimumprijzen 28 procent boven het niveau van wat we de afgelopen jaren gezien hebben in het Verenigd Koninkrijk.
De winst van Ørsted hangt voor maar circa 10 procent af van de marktprijzen, omdat het veelal langlopende leveringscontracten tegen vaste prijzen afsluit. Toch moet het bedrijf ook in de kosten snijden en de ambities bijstellen. Het dividend is voor drie jaar gepauzeerd en wordt pas in 2027 hervat. Daarnaast verdwijnen 800 banen en trekt Ørsted zich terug uit de offshore windmarkten in Noorwegen, Spanje en Portugal. Tegen 2030 wil het niet langer 50 maar 35 tot 38 gigawatt energiecapaciteit hebben. Het doel is het rendement op projecten te verhogen en de balans te versterken.
Ondanks de verlaagde ambities mikt Ørsted nog altijd op een forse capaciteitsgroei, vergeleken met de huidige 17,6 gigawatt. Het bouwt momenteel voor 7,6 gigawatt, vooral windparken op zee (6,9 gigawatt). Een succesvolle oplevering van die gigantische pijplijn is cruciaal voor herstel van het beleggersvertrouwen. Dat leed onder de onverwachte afboeking van 2,1 miljard Deense kronen (282 miljoen euro) op een Amerikaans windparkproject in de eerste jaarhelft.
Onderliggend waren de halfjaarcijfers beter dan verwacht en na een kortstondige dip steeg de koers verder. De bedrijfskasstroom (ebitda) kwam uit op 6,6 miljard Deense kronen (885 miljoen euro), ruim boven de analistenconsensus van 5,4 miljard kronen.
Hoewel Ørsted een (lagere) investment-graderating heeft, werkt het de komende jaren aan een verbetering van zijn financiële positie. Voorts mikt het op een ebitda van 30 à 34 miljard Deense kronen in 2026, en op 39 tot 43 miljard in 2030.
Offshore wind blijft een groeimarkt. Buiten China is 35 gigawatt aan offshore windcapaciteit geïnstalleerd. Dat moet in 2030 tot 133 gigawatt zijn, waarvan wellicht 90 gigawatt in Europa. De nieuwe markten Amerika (15 gigawatt) en Azië-Pacific (28) volgen.
De lagere rente maakt projecten weer rendabel. Dat zal de groei stimuleren. Ook de kosten in de toeleveringsketen zijn gestabiliseerd, wat de winstmarges op nieuwe projecten ten goede zal komen.
Conclusie
Tegen 15 keer de winst voor 2025 is het aandeel te laag gewaardeerd, gezien de gunstige groeiverwachtingen. De onderneming is door een diep dal gegaan, maar heeft daarvan geleerd en stelt rendement boven volumes. Als nieuwe tegenvallers in de pijplijn uitblijven en er succesvolle desinvesteringen gebeuren, kan een herwaardering volgen. Het is niet uitgesloten dat het dividend eerder wordt hervat. Vandaar het positieve advies.
Advies: koopwaardig
Risico: gemiddeld
Rating: 1B
Koers: 439,1 Deense kronen
Ticker: ORSTED DC
ISIN-code: DK0060094928
Markt: Kopenhagen
Beurskapitalisatie: 184,59 miljard Deense kronen
K/w 2023: –
Verwachte k/w 2024: 24
Koersverschil 12 maanden: +34%
Koersverschil sinds jaarbegin: +17%
Dividendrendement: –
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier