Risicovol maar erg goedkoop: Chinese aandelen

© Getty
*  

In de handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten dragen Amerikaanse aandelen duidelijk de voorkeur van de beleggers weg. Intussen zit daar evenwel al heel wat goed nieuws in de koers verrekend, terwijl bij de Chinese aandelen veel slecht nieuws in de koersen verwerkt zit.

Het basisargument dat voor Chinese aandelen pleit, is dat ze ruim 35 procent goedkoper noteren dan Amerikaanse. Daarnaast is er het argument van geopolitieke diversificatie. Door oorlog in Oekraïne en de handelsoorlog tussen de VS en China komen we almaar meer in een gespleten wereld van autonome economische blokken terecht. Door in die verschillende regio’s te beleggen, verkrijg je spreiding, middels blootstelling aan de verschillende economische en monetaire dynamieken in die gebieden.

Koopadvies blijft overeind

Er zijn drie belangrijke argumenten waarom we Chinese aandelen nog steeds koopwaardig vinden.
Ten eerste doet de Chinese overheid er de jongste tijd alles aan om de Chinese beurs aan de praat te krijgen. Een van de manieren is met alle kracht de economische groeidoelstelling van nu 5 procent per jaar bij te zetten. Dat is een ambitieuze doelstelling, gezien de groei elders in de wereld en de problemen op de Chinese vastgoedmarkten.

Ten tweede heeft de People’s Bank of China in juli voor de negende keer sinds 2020 de beleidsrente verlaagd, om de groei te ondersteunen. Mede daardoor draait de autosector op volle toeren, ondanks hoge importtarieven in de VS en Europa. Dankzij de groeiende interne middenklasse en de vraag uit andere opkomende markten voelt China maar een beperkte impact van de handelsacties uit het Westen. China was in 2023 zelfs de grootste exporteur van personenauto’s. Het land wil goed werkende kapitaalmarkten en dat de renminbi naast de dollar een reservevaluta wordt. De eerder genoemde acties tegen grote technologiebedrijven werden elders in de wereld uitgelegd als anti-kapitalistisch gedrag, maar dat is niet de volledige waarheid. Big Business wordt in China niet alleen gezien als bedreiging voor de staat maar juist óók als een bedreiging voor de marktwerking. Recentelijk durfden grote bedrijven als Toyota en Tesla zich afhankelijk te stellen van Chinese technologie, die van Baidu in dit geval. De wereld heeft nog altijd goedkope producten uit China nodig om de inflatiecijfers onder controle te houden.

Het derde argument is de nog steeds lage waardering. De waardering van de grote Chinese technologiebedrijven is maar de helft van die van Amerikaanse technologiebedrijven. Alle grote Chinese technologiebedrijven, zoals Alibaba, Tencent, Baidu enzovoort, zijn te koop voor de marktkapitalisatie van Amazon alleen. Dat terwijl Chinese technologiebedrijven winstgevender zijn. De VS zien de Chinese technologiesector als enige uitdager van hun eigen Big Tech.

Verschillende opties

De keuze te investeren in Greater China, China A-aandelen of China H-aandelen hangt af van uw risicobereidheid, investeringsdoelen en marktvisie. China A-aandelen worden verhandeld op de beurzen van het vasteland (Sjanghai en Shenzhen) en weerspiegelen het binnenlandse marktsentiment. Daar staan relatief veel SOE’s (State Owned Entreprises) genoteerd. Ze kunnen volatieler zijn, maar bieden hogere groeikansen.

China H-aandelen staan genoteerd in Hongkong en zijn toegankelijker voor internationale beleggers. Ze bieden meer stabiliteit, met blootstelling aan de sentimenten op de wereldwijde aandelenmarkten. Er staan ook relatief meer ‘new economy shares’, zoals healthcare- en internetaandelen. Greater China, tot slot, biedt meer diversificatiemogelijkheden door te investeren in bedrijven uit Hongkong, Taiwan en Macau.

Overigens is een deel van de Chinese bedrijven ook nog beschikbaar via ADR’s op de Amerikaanse beurzen. Er kunnen interessante verschillen bestaan. De grootste maker van zonnepanelen, Jinko Solar, staat voor een koers-winstverhouding (k/w-ratio) van 11 als A-share (onshore) genoteerd, maar voor vier keer de winst als ADR in de VS (offshore), een korting van 65 procent. Het kan lonen een actieve beheerder te zoeken die gebruikmaakt van (tijdelijke) inefficiënties op de verschillende segmenten van de Chinese aandelenmarkt.

De gemiddelde waardering van Chinese aandelen is nu gelijk aan die van Amerikaanse aandelen tijdens de jaren dertig.

Instappen op een dieptepunt

De Chinese beurs presteert al drie jaar bijzonder zwak. De koersen staan dicht bij de bodems van 2020 en begin dit jaar, wat in het verleden instapmomenten waren. De gemiddelde waardering is nu gelijk aan die van Amerikaanse aandelen tijdens de jaren dertig, of die van Japanse vlak na de tsunami in 2011 met het drama van Fukushima. Het Verenigd Koninkrijk, Canada en Frankrijk hebben een groter gewicht in de MSCI ACWI, ex USA dan China. Dat ligt niet alleen aan de lage waardering van Chinese aandelen, maar ook door een governance discount die MSCI, als indexprovider, toepast.

Belangrijk is voorts dat grote duurzame beleggers in het Westen zo langzamerhand wel hun posities hebben verkocht, terwijl rijke beleggers uit opkomende markten en het Midden-Oosten nog altijd in China beleggen. De precieze bodem is natuurlijk nooit te bepalen, maar wie een lange horizon heeft en niet als passieve belegger 65 procent van zijn portefeuille in de VS en ‘slechts’ 2 procent in China wil beleggen, kan gerust de China-allocatie in de aandelenportefeuille verhogen naar 4 tot 5 procent, met een accent op relatief zeer goedkope techaandelen.

Vietnam: een goed verteerbaar alternatief

Voor beleggers die China niet zien zitten, hebben we een alternatief. Vietnam heeft zich in korte tijd ontwikkeld van een van de armste landen ter wereld tot een belangrijke speler in de wereldeconomie. Het land beschikt over relatief goed opgeleide, hardwerkende en vooral goedkope arbeiders.
Westerse bedrijven die de handelsoorlog tussen de VS en China vrezen, trekken wat graag naar Vietnam (net als naar Maleisië, Thailand en Indonesië). China drijft ook veel handel met Vietnam en besteedt daar productie uit. Vietnam heeft voorts veel vrijhandelsverdragen, een opkomende toeristische industrie, een snel groeiende middenklasse en de overheid voert een krachtig anticorruptiebeleid.

De Vietnamese beurs presteert al jaren relatief goed, vergeleken met andere opkomende markten. Met een koers-winstverhouding van 14 zijn Vietnamese aandelen weliswaar iets duurder dan Chinese (gemiddelde 10), maar beduidend goedkoper dan Amerikaanse aandelen, met een hogere groei van de winst per aandeel. Wie een allocatie van 4 tot 5 procent van zijn portefeuille naar China te gedurfd vindt, ruilt een deel van die allocatie voor Vietnam (of Zuidoost-Azië).

China’s National Team

Net als in de VS het Plunge Protection Team de aandelenmarkten in tijden van crises ondersteunt, heeft China het National Team: een groep door de staat gesteunde financiële instellingen (waaronder grote banken, verzekeringsmaatschappijen en investeringsfondsen) die ingrijpen op de aandelenmarkten om de prijzen te stabiliseren, vooral in perioden van volatiliteit of crisis.

De rol van het National Team is belangrijk, omdat het de aandelenkoersen kan beïnvloeden door grote hoeveelheden aandelen te kopen of te verkopen, om de markt te ondersteunen of om overmatige dalingen te voorkomen. Die interventie kan een impact hebben op het marktsentiment en het vertrouwen van beleggers, wat kan leiden tot prijsverstoringen. Dit jaar koopt het National Team actief aandelen, vooral middels ETF’s. Zo wil het een bodem onder de aandelenkoersen leggen, suggererend dat de Chinese regering vastbesloten is verdere marktinstabiliteit te voorkomen, althans op de korte termijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content