Dividend Aristocrats: de vier beste Amerikaanse dividendaandelen

CARLISLE is een van de interessantste dividend aristocrats
*  

We beoordeelden de Amerikaanse dividendaandelen volgens een afwijkende methode: alleen bedrijven die minstens de afgelopen 25 jaar elk jaar hun dividend hebben verhoogd (dividend aristocrats) komen in beeld. In totaal voldoen 99 aandelen aan die voorwaarde. Vervolgens toetsen we die aan zes criteria. Telkens krijgt het beste aandeel 1 punt, en het slechtste 99 punten. Hoe lager de totaalscore, hoe beter dus.

Zo ontstaat een ranglijst van dividend aristocrats die niet draait om één enkel criterium, zoals het dividendrendement, maar om het totaalbeeld: groei, kwaliteit, veiligheid en waardering. Zo creëer je een ranglijst die kracht, stabiliteit én potentieel benadrukt.

Zes criteria

We hechten veel waarde aan de groei van het dividend en financiële gezondheid. Als belegger voel je je het prettigst bij bedrijven die hun dividend verhogen omdat ze het kunnen, niet omdat ze moeten.

1.Dividendgroei op één jaar

Op lange termijn volgen de koersen van dividendaandelen meestal het dividend. Een bedrijf dat zijn dividend snel verhoogt, ziet vaak ook zijn koers omhooggaan. Iemand die belegt voor zijn pensioen kan dan meer aandelen kopen van het dividend. Voor wie al met pensioen is, is het een jaarlijks stijgende uitkering.
De groei op één jaar geeft een actueel beeld. Deze indicator straft bedrijven af die hun dividend onlangs slechts marginaal hebben opgetrokken of tijdelijk in de problemen zitten, en voorkomt dat bedrijven met een glansrijk verleden maar een tegenvallend heden toch hoog eindigen.

2. Dividendgroei op vijf jaar

De dividendgroei over vijf jaar zegt meer over de stabiliteit en de betrouwbaarheid van het dividendbeleid. Sommige bedrijven verhogen hun dividend tijdelijk fors, maar kunnen dat niet volhouden. Door ook die langere termijn te beoordelen, komen de echte dividend aristocrats in beeld. Door zowel oog te hebben voor de dividendgroei op één als op vijf jaar daalt de kans dat cyclische aandelen die tijdelijk pieken, te hoog eindigen. Wie structureel groeit en dat kort geleden nog heeft waargemaakt, scoort het hoogst.

3. De nettoschuld-ebitda-verhouding

De verhouding tussen de nettoschuld en de ebitda is een belangrijke, maar vaak over het hoofd geziene voorspeller van toekomstige dividendgroei. Hoge schulden in verhouding tot de winst verkleinen de kans op een stijgend dividend. Bedrijven die hun resultaten kunstmatig opkrikken door meer te lenen, passen niet in een solide dividendportefeuille. Dit criterium weert sectoren als telecom en nutsbedrijven uit de top van de ranglijst, aangezien die vaak kampen met structureel hoge schulden, hoge investeringsverplichtingen en overheidsregels die prijsstijgingen beperken. Zulke bedrijven missen de flexibiliteit om positief te verrassen.

Om dezelfde reden blijven financiële ondernemingen, zoals banken en verzekeraars, buiten beschouwing. Schuld is een kernonderdeel van hun bedrijfsmodel: ze gebruiken deposito’s – technisch gezien schulden –voor leningen of investeringen. Efficiënt schuldbeheer is voor hen zowel een teken van kracht als een risico. Traditionele schuldratio’s, zoals schuld tegenover eigen vermogen, zijn daarom zonder sectorspecifieke context misleidend.

4. De payout-ratio

De pay-outratio geeft weer welk percentage van de winst naar het dividend gaat. Zelfs als de schulden laag zijn, wil je als belegger weten hoeveel ruimte er is om het dividend te blijven betalen. Een payout-ratio van 90 procent betekent dat er weinig marge overblijft bij een tegenvaller. Bij een ratio van 30 procent is het dividend veel beter bestand tegen winstdalingen en economische tegenwind. Het is een extra veiligheidslaag. En minstens zo belangrijk: het laat ook zien of een bedrijf zichzelf de ruimte geeft om te blijven investeren in groei. Een onderneming die bijna alles uitkeert aan haar aandeelhouders loopt op lange termijn vast.

5. Het dividendrendement

Als waarderingscriterium telt ook het dividendrendement mee. Een hoog dividendrendement lijkt aantrekkelijk, maar zonder context is het waardeloos. In dit model werkt het vooral als waarderingssignaal: een hoog rendement betekent meestal een lage waardering. Maar een extreem hoog rendement is vaak een teken dat beleggers twijfelen aan de houdbaarheid van het dividend. Door dit criterium te combineren met de payout-ratio en de schuldpositie, filter je automatisch de dividend traps eruit. Denk aan bedrijven met een yield van 9 procent of meer, die ofwel nauwelijks winst maken, ofwel hun schulden snel zien oplopen, ofwel geen enkele groei meer laten zien. Zulke aandelen vallen automatisch terug in de ranglijst.

6. De inkoop van eigen aandelen op vijf jaar

Op het eerste gezicht lijkt deze indicator overbodig. Een bedrijf met een vrije kasstroom kan kiezen: zijn schuld afbouwen, een dividend uitkeren of aandelen inkopen. De laatste twee zijn in wezen hetzelfde, want als het aantal uitstaande aandelen daalt, stijgt het dividend per aandeel vanzelf. Toch nemen we die indicator bewust mee: we willen bedrijven die nieuwe aandelen uitgeven voor grote overnames zien terugvallen in de ranglijst. Als een bedrijf over vijf jaar per saldo meer aandelen heeft uitgegeven dan ingekocht, is dat meestal een slecht teken. Grote overnames gaan vaak ten koste van focus en aandeelhoudersrendement. Dat criterium vangt dat op.


Deze methode kan tegen een stootje. Een dividend aristocrat met een dividendrendement van 10 procent, een pay-outratio van slechts 25 procent én de afwezigheid van schulden kan dus best duurzaam zijn, maar zulke combinaties zijn zeldzaam. Wat je meestal ziet bij een rendement van 10 procent, zijn een dalende winst, stijgende schulden en geen dividendgroei. Zulke aandelen zakken vanzelf weg in de ranglijst.
De kracht van deze aanpak zit ‘m in de combinatie. Een aandeel dat uitblinkt op één onderdeel scoort vaak slecht op andere criteria. Deze aanpak stoelt op het idee dat perfecte aandelen niet bestaan. Als een aandeel op één criterium uitblinkt, komt dat vaak omdat het op een ander criterium minder scoort. Deze aanpak beloont bedrijven die op meerdere criteria bovengemiddeld scoren, in plaats van uitschieters met zwakke fundamenten.

We hechten veel waarde aan dividendgroei gecombineerd met financiële gezondheid.

Winnaar 1: Carlisle

De winnaar van deze oefening is Carlisle. Het bedrijf produceert hoogwaardige bouwmaterialen zoals dakbedekking en isolatie, vooral voor commerciële en industriële toepassingen in Noord-Amerika. Carlisle heeft zijn dividend het afgelopen jaar met 17 procent verhoogd, en over de afgelopen vijf jaar steeg het gemiddeld met 15 procent per jaar.

Opvallend is de uiterst lage payout-ratio van slechts 13,1 procent. Ook de verhouding tussen de nettoschuld en de ebitda is heel gezond. Zelfs als het momentum wordt meegenomen in de analyse, blijft Carlisle stevig op de eerste plaats staan. Dit aandeel vinden we op basis van deze analyse dan ook een koopje.

Winnaar 2: Badger Meter

Het aandeel met de hoogste dividendgroei op één jaar is Badger Meter. Het bedrijf maakt slimme oplossingen voor water- en energiemetingen – denk aan digitale watermeters en dataplatforms, waarmee nutsbedrijven en industrieën hun verbruik nauwkeurig kunnen monitoren. Het dividend ging het afgelopen jaar met 25 procent omhoog. Maar doordat het dividendrendement slechts 0,7 procent bedraagt, gaan heel wat punten verloren. Toch eindigt Badger Meter zo hoog vanwege zijn heel lage schuldengraad.

Winnaar 3: Cintas

De winnaar met de hoogste dividendgroei op vijf jaar is Cintas, een producent van bedrijfskleding, veiligheidsproducten en facilitaire diensten aan bedrijven in Noord-Amerika. De dividendgroei over de afgelopen vijf jaar bedroeg gemiddeld 18,8 procent per jaar. Ook hier hetzelfde beeld: het dividendrendement is laag (0,8%), maar dankzij de lage schulden eindigt het aandeel alsnog in de top van de totaalscore. Deze uitkomst bevestigt wat we intuïtief al voelden: bedrijven met hoge dividendgroei en lage schulden zijn vaak de aandelen waar we ons het prettigst bij voelen.

Winnaar 4: Caterpillar

Misschien wel de bekendste naam in de lijst is Caterpillar, dat zware machines en apparatuur produceert voor sectoren zoals de bouw, de mijnbouw en energie. Het dividendrendement is met 2 procent solide en het bedrijf is zo goed als schuldenvrij. Toch voelt het aandeel minder comfortabel. Caterpillar is een extreem cyclisch aandeel. In tijden van economische groei stijgt de vraag naar de machines hard, maar tijdens recessies of in tijden van lage grondstoffenprijzen keldert die vraag vaak net zo snel. Dat maakt het bedrijf momenteel kwetsbaar, in een periode van geopolitieke spanningen en escalerende handelsconflicten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content