Het Nederlandse Sif Holding is de marktleider in de productie van funderingen voor offshore windturbines.
Uit cijfers van de Global Wind Energy Council blijkt dat windenergie progressie boekt. In 2023 werd wereldwijd meer dan 100 gigawatt aan nieuwe windinstallaties op land opgeleverd, een record. Ook de capaciteit van windinstallaties op zee werd met 11 gigawatt aanzienlijk uitgebreid. Het totale geïnstalleerde windvermogen kwam uit op 1.021 gigawatt, een toename van 13 procent ten opzichte van 2022. Ook de komende jaren rekent de Global Wind Energy Council op mooie groeicijfers voor de sector. In 2024 zal naar verwachting 130 gigawatt aan capaciteit worden toegevoegd en voor de komende vijf jaar mikt de instantie op een gemiddelde groei van bijna 10 procent per jaar. Splitsen we de groeicijfers uit tussen land- en offshore installaties, dan gaat het om een gemiddelde groeivoet van respectievelijk 6,6 procent en 28 procent gemiddeld per jaar.
Het Nederlandse Sif Holding is de marktleider in de productie van funderingen voor offshore windturbines. Om aan de toenemende vraag naar steeds grotere funderingen te voldoen kondigde het management vorig jaar al aan 328 miljoen euro te investeren in de uitbreiding van de productiecapaciteit. Een immens bedrag, rekening houdend met het feit dat Sif slechts een marktkapitalisatie van circa 300 miljoen euro heeft. Op papier oogde het plan zeer positief. Nederlandse banken en het investeringsfonds Invest NL verstrekten middels kredieten en leaseconstructies 121 miljoen euro. Twee belangrijke afnemers (waaronder Ecowende, een joint venture bestaande uit Eneco en Shell) investeerden 100 miljoen euro. Equinor maakte 50 miljoen euro over, in ruil voor bevoorrechte aandelen. Door middel van een claimemissie tegen 11,50 euro per aandeel, waaraan ook particulieren konden deelnemen, werd nog eens 50 miljoen euro opgehaald.
De daling van het Sif-aandeel is opvallend, want analisten zijn wel redelijk positief.
De investering moet de productiecapaciteit ruimschoots verdubbelen. Die zou oplopen van 221 kiloton naar 500 kiloton per jaar. De terugverdientijd schat het management op drie tot vier jaar. De komende jaren breken dan ook spannende tijden aan voor de aandeelhouders. Begin 2025 moet de nieuwe fabriek al in gebruik worden genomen. Dit jaar mikt het management nog op een bedrijfskasstroom (ebitda) van circa 35 miljoen euro, maar volgend jaar moet dat resultaat al oplopen naar 135 miljoen euro. Tegen 2026 mikt het management op een operationeel resultaat van ten minste 160 miljoen euro.
Beleggers zijn, gezien de recente koersdaling van Sif richting 10 euro, er niet van overtuigd dat de onderneming die doelstellingen zal halen en daar zijn ook zeker redenen voor te vinden. Het orderboek voor 2026 is nog niet helemaal gevuld en verschillende grote projecten voor windenergie werden de voorbije achttien maanden teruggetrokken, als gevolg van de opgelopen rente en kosteninflatie. Een andere uitdaging voor Sif is een behoorlijk ziekteverzuim onder het personeel en het beeld dat de onderneming maar moeilijk geschikt personeel kan vinden.
Toch is de recente daling van het Sif-aandeel opvallend, want analisten zijn wel redelijk positief over de beleggingskansen in Sif. Het gemiddelde koersdoel ligt in de buurt van 15 euro. Dat is opvallend hoog. In tegenstelling tot de bestuurders van Sif rekenen analisten tegen 2026 gemiddeld op een ebitda van 138 miljoen euro.
Conclusie
Het Sif-aandeel lijkt met een geschatte k/w 2026 van 5 behoorlijk aantrekkelijk gewaardeerd. Omdat de onderneming daarnaast onlangs heeft aangegeven dat de bouw van de nieuwe fabriek op schema en binnen budget ligt, is het aandeel onze tip van de week.
Advies: koopwaardig
Risico: gemiddeld
Rating: 1B
Koers: 10,58 euro
Ticker: SIFG NA
Markt: Euronext Amsterdam
ISIN-code: NL0011660485
Beurskapitalisatie: 316,3 miljoen euro
K/w 2023: 18,5
Verwachte k/w 2024: 9
Koersverschil 12 maanden: -26%
Koersverschil sinds jaarbegin: +1%
Dividendrendement: –
