De supermarktgroep Ahold Delhaize heeft het jaar sterk ingezet, met meer omzet dan verwacht. Maar om klanten in de Verenigde Staten te houden moest het retailbedrijf daar flink in de prijzen snijden – en dat weegt op de winst. Toch blijft topman Frans Muller optimistisch over het hele boekjaar. Beleggers belonen het vertrouwen. Het aandeel boekte bij de beursopening een koerswinst van meer dan 5 procent, goed voor het hoogste niveau sinds begin jaren 2000.
De groep achter Albert Heijn, Delhaize, bol.com en verschillende Amerikaanse supermarktketens heeft in de eerste drie maanden van dit jaar 23,3 miljard euro omzet geboekt. Dat is 7,1 procent meer dan een jaar geleden. Zonder het effect van de wisselkoersen was de stijging zelfs iets hoger. De omzet lag ook iets boven wat de analisten hadden verwacht.
De overname van de Roemeense supermarktketen Profi speelde daar een grote rol in: die bracht in het eerste kwartaal al 647 miljoen euro extra binnen. Volgens Ahold Delhaize zal Profi dit jaar goed zijn voor zo’n 3 miljard euro aan extra verkoop.
VS: prijzen omlaag, winstmarge mee
Zoals analist Fernand de Boer al had voorspeld op Trends.be leidden de prijsverlagingen in de Verenigde Staten tot een kleinere winstmarge. Ahold Delhaize verlaagde de prijzen in ketens als Stop & Shop en Giant Food, om beter te kunnen concurreren met goedkope rivalen zoals Walmart.
Daardoor bleef er per verkochte euro minder winst over: de winstmarge in de Verenigde Staten zakte van 4,6 naar 4,4 procent. Dat was nog iets beter dan de 4,3 procent waar De Boer op had gerekend, maar het bevestigt wel de druk op de winst in die regio.
De verkoop in de Verenigde Staten steeg licht, onder meer doordat meer mensen boodschappen kwamen doen. Wel is het geld dat Ahold Delhaize daar verdient, minder waard door de verzwakking van de dollar. Dat is nadelig omdat de resultaten in euro worden omgerekend.
In Europa ging het beter. De verkoop steeg er met 10,1 procent tot 9,3 miljard euro. Dat kwam deels door de bijdrage van Profi, maar ook door goede resultaten van ketens als Albert Heijn. De winst per verkochte euro steeg zelfs lichtjes: van 3,2 naar 3,4 procent. Daarmee toont Europa zich een stabiele factor in de groep.
Wel verwacht Ahold Delhaize dat de beslissing om geen sigaretten meer te verkopen in Nederland en België de omzet dit jaar met ongeveer 1 procent zal doen dalen.
Albert Heijn breidde zijn assortiment eigen producten verder uit. Het plantaardige huismerk AH Terra bevat nu al voor een vijfde producten die onder de categorie “Prijsfavorieten” vallen – producten die vaak met korting worden aangeboden, zeker voor klanten met een AH Premium-abonnement.
Minder geld in kas, meer onlineverkoop
De vrije kasstroom, het geld dat na alle uitgaven overblijft, daalde flink: van 376 naar 199 miljoen euro. Dat kwam doordat het bedrijf meer investeerde, onder meer in Profi en in de digitale infrastructuur zoals IT-systemen en onlineplatforms.
Tegelijkertijd boekte Ahold Delhaize wel vooruitgang online: de onlineverkoop steeg met 15,4 procent, met groei bij zowel bol.com als Albert Heijn.
Prognose blijft overeind
Ondanks de hogere kosten en de lagere marges houdt de supermarktgroep vast aan haar verwachtingen voor het hele jaar:
De winst per aandeel zou met 5 tot 10 procent moeten stijgen.
De winst per euro omzet zal naar verwachting rond 4 procent blijven schommelen.
De vrije kasstroom zou minstens 2,2 miljard euro moeten bedragen.
Beleggers belonen het vertrouwen
In de eerste drie maanden van het jaar haalde Ahold Delhaize 3,1 miljoen eigen aandelen uit de markt. Zulke terugkoopacties zorgen ervoor dat de winst over minder aandelen moet worden verdeeld, wat doorgaans gunstig is voor wie al aandelen bezit. Beleggers lijken die aanpak te waarderen. Het aandeel schoot woensdag ruim 5 procent omhoog en noteerde op het hoogste niveau in twee decennia.
Topman Frans Muller gaf aan dat het bedrijf een voorzichtige koers blijft varen, onder meer door de onzekerheid rond de dollarkoers. Tegelijk stelde hij de markten gerust: 97 procent van het assortiment in de Verenigde Staten wordt ter plaatse ingekocht, waardoor de gevolgen van mogelijke Amerikaanse importheffingen beperkt blijven.
