Danny Reweghs
Hoe diep kan de olieprijs nog zakken?
Waar ligt de bodem voor de olieprijs? Een veel gestelde vraag nu de prijs voor een vat Brent-olie (Noordzee-olie) al even onder de 30 per USD per barrel (een vat van 119,24 liter) is gedoken.
De jongste dagen is er sprake van herstel, maar we staan wel nog steeds 70 procent lager sinds de val midden 2014 werd ingezet. Toch zijn er al voorspellingen van een olieprijs van … 10 USD voor een vat. De wereldeconomie draait op een trager toerental. Dat heeft de groei van de wereldvraag naar olie de jongste jaren wel afgeremd en onder het historisch gemiddelde van +1 procent gebracht.
Strijd om marktaandeel
Maar deze oliecrisis vindt vooral aan de aanbodzijde plaats. Ze kan niet los gezien worden van de opkomst van oliewinning diepzee en via teerzanden, maar vooral de spectaculaire groei van schalieolie in de VS. Dat heeft Saudi-Arabië mede van tactiek doen veranderen. Voorheen zou de streng islamitische woestijnstaat en ‘sleutelland’ wegens gigantische reserves binnen de OPEC de eigen productie hebben teruggeschroefd in geval van een tegenvallende vraag. Nu blijven de Saudi’s vrolijk verder olie oppompen en is er sprake van een overaanbod. Zo roepen ze de opmars van onder mee schalieolie een brutale halt toe. Die methodes hebben hun kosten weliswaar al teruggeschroefd, maar hebben ‘minimum minimorum’ toch prijzen van 50 tot 60 USD per vat nodig om rendabel te produceren. Het gaat dus om marktaandeel, om dominantie.
Onhoudbaar op termijn
Gezien de snelheid van de val verwachten we dit jaar de bodem voor het ‘zwarte goud’
Bovendien is er nog de vijandschap in het Midden-Oosten met dat andere ‘grote’ OPEC-land, Iran. Soennieten tegen sjiieten. Iran wil na het opheffen van de sancties snel terug naar een olie-export van 500.000 vaten per dag gaan, maar Saudi-Arabië gunt hen duidelijk enkel een terugkeer langs de achterdeur. Maar zelfs voor de rijke woestijnstaat zijn er grenzen. Hun begroting is 90 miljard USD in het rood gegaan. Hun gemiddelde, geschatte productiekost 27 USD per vat is misschien wel een referentiepunt.
De meeste experts gaan er vanuit dat we op middellange termijn (over enkele jaren) terug moeten richting 60 USD om een nieuwe ‘omgekeerde’ oliecrisis te vermijden. Gezien de snelheid van de val verwachten we dit jaar de bodem voor het ‘zwarte goud’, al kan het best 2017 (of later) worden vooraleer de prijs weer echt een opwaartse trend kent.
Geleidelijk kopen
Voor aandelenbeleggers was het geen goed idee het voorbije halfjaar in oliewaarden (oliemaatschappijen of -dienstengroepen) belegd te zijn. Daar zijn rake klappen uitgedeeld en sommige zwakkere spelers hebben al massaal kapitaal moeten bijtanken tegen zeer lage koersen. Andere dreigen dat nog te moeten doen als er niet snel een einde komt aan deze extreme val van de olieprijs. Bovendien zijn heel wat grote staatsbeleggingsfondsen van de olielanden verplicht om hun aandelenposities af te bouwen om de gaten in de begroting van die oliestaten dicht te rijden, wat voor een bijkomende neerwaartse druk op de westerse beurzen zorgt.
We zouden pas zeer geleidelijk terug in de oliesector investeren. Bij tekenen van uitbodeming komen eerst de sterkste schouders van de olie-industrie in aanmerking om in te investeren: de oliereuzen zoals Exxon Mobil, Royal Dutch Shell, Statoil en Total, die tot nader order hoge, stabiele dividenden uitkeren. Pas in tweede instantie zouden we terug kijken naar de ‘betere’ oliedienstenspelers zoals het Noorse Aker, het Frans-Amerikaanse Schlumberger en het Franse Technip.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier